Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.De stukken van het geding
3.De feiten
4.Het standpunt van klaagster
5.Het standpunt van de gerechtsdeurwaarders
6.De beoordeling
2 januari 2014 onbevredigend te vinden respectievelijk zich niet te kunnen vinden in de inmiddels door gerechtsdeurwaarder sub 2 gelegde bankbeslagen. Op 13 januari 2014 heeft [de incassospecialist] per e-mail gereageerd. Nadien hebben klaagster en [de incassospecialist] nog gecorrespondeerd over de beslagvrije voet. Bij e-mail van 29 januari 2014 heeft [de incassospecialist] antwoorden gegeven op de vragen die klaagster in haar brief van 26 januari 2014 aan hem had gesteld.
6 januari 2014.
26 december 2013 verschillende malen om een overzicht heeft verzocht en dat dit overzicht pas ruim een maand later, na indiening van de klacht bij de kamer, daadwerkelijk aan klaagster is verstuurd. Het hof acht dit onzorgvuldig en tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het feit dat de gerechtsdeurwaarders geen toegang hadden tot de digitale gegevens van klaagster en om die reden pas op een later moment een gespecificeerd overzicht konden versturen, doet hieraan niet af. Bovendien hadden de gerechtsdeurwaarders klaagster daarover kunnen inlichten. Niet gebleken is dat dit is gebeurd. Klachtonderdeel f. is dan ook gegrond.