Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
.
Gerechtshof Amsterdam
In deze tuchtprocedure heeft klaagster, een cliënt van een gerechtsdeurwaarderskantoor, klachten ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. De klachten omvatten onder andere het niet conform afspraak afwikkelen van dossiers, onterecht beslag leggen op het inkomen van een debiteur, vertraagde terugzending van originele exploten en het onzorgvuldig omgaan met stukken van een andere cliënt. De kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam heeft op 16 december 2014 de klacht op twee onderdelen ongegrond en op twee onderdelen gegrond verklaard, en heeft de gerechtsdeurwaarder berispt. In hoger beroep heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 juli 2015 de beslissing van de kamer vernietigd. Het hof oordeelde dat de gerechtsdeurwaarder niet als beklaagde kan worden aangemerkt voor de klachten over de afwikkeling van dossiers, maar dat de kosten van een mislukte beslaglegging niet op klaagster verhaald mochten worden. Het hof verklaarde klachtonderdeel ii. gegrond, maar legde geen maatregel op. De overige klachtonderdelen werden ongegrond verklaard. De beslissing van de kamer werd in zijn geheel vernietigd, en klaagster werd niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoeken.