ECLI:NL:GHAMS:2015:2940
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A. van Haeringen
- A.N. van de Beek
- J. Louwinger-Rijk
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheden van de kantonrechter in zaken van bewind en de gevolgen van schenkingen op erfdeelverdeling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, waarbij de bevoegdheden van de kantonrechter in zaken van bewind aan de orde zijn. Appellant, aangeduid als [x], heeft hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 20 december 2013, waarin aan de (voormalig) bewindvoerder machtiging is verleend om de waarde van het erfdeel van de kinderen uit de nalatenschap van de vader uit te keren. De moeder van [x] heeft op 25 juli 2014 overleden, en er is een schenking van € 70.000,- aan [x] gedaan door de moeder, die door de (voormalig) bewindvoerder als voorschot op het erfdeel van de vader wordt aangemerkt.
De zaak is behandeld op 11 juni 2015, waarbij verschillende belanghebbenden aanwezig waren. Het hof heeft geoordeeld dat [x] als belanghebbende kan worden aangemerkt in de zin van de relevante wetgeving, ondanks dat hij in de eerste aanleg niet is verschenen. Het hof heeft echter ook vastgesteld dat de taak van de bewindvoerder is geëindigd met het overlijden van de moeder, waardoor de machtiging van de kantonrechter geen betekenis meer heeft. Dit leidt tot de conclusie dat [x] geen rechtens te respecteren belang heeft bij de vernietiging van de bestreden beschikking, en het hof heeft het verzoek in hoger beroep afgewezen.
De beslissing van het hof is op 14 juli 2015 openbaar uitgesproken, en de kostenveroordeling is afgewezen, gezien de aard van de procedure. De uitspraak benadrukt de gevolgen van schenkingen en de rol van de kantonrechter in bewindzaken, evenals de noodzaak voor belanghebbenden om hun rechten te kunnen uitoefenen in dergelijke procedures.