In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een verzoek tot verhoging van de onderzoekskosten in een geschil tussen drie besloten vennootschappen. De verzoekster, een besloten vennootschap gevestigd te Heerenveen, heeft een procedure aangespannen tegen de verweerster, UW Slager B.V., eveneens gevestigd te Heerenveen, en de belanghebbende, Losplaats Beheer B.V., gevestigd te Peize. De zaak is gestart met een verzoek om onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van UW Slager, waarbij mr. G.W. Breuker als onderzoeker is aangewezen. De kosten van het onderzoek zijn aanvankelijk vastgesteld op € 20.000, maar zijn later verhoogd naar € 35.000 en uiteindelijk verzocht om een verhoging naar € 42.500, exclusief BTW.
De Ondernemingskamer heeft in eerdere beschikkingen al een aantal maatregelen getroffen, waaronder de schorsing van Losplaats als bestuurder van UW Slager en de aanwijzing van een nieuwe bestuurder. De verzoekster heeft aangevoerd dat de liquiditeitspositie van UW Slager zodanig is dat zij de kosten van het onderzoek niet zelfstandig kan dragen. De belanghebbende, Losplaats, heeft zich wat betreft de verzoeken van de onderzoeker gerapporteerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer en betwist dat de extra kosten zijn veroorzaakt door haar.
In de beschikking van 14 juli 2015 heeft de Ondernemingskamer besloten om de vergoeding van de onderzoeker vast te stellen op € 42.500, de verschuldigde omzetbelasting niet inbegrepen. De Ondernemingskamer heeft geen aanleiding gezien om te bepalen dat de extra onderzoekskosten ten laste van Losplaats dienen te komen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is gegeven door een collegiaal bestuur van rechters, met mr. G.C. Makkink als voorzitter.