ECLI:NL:GHAMS:2015:2862

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 juli 2015
Publicatiedatum
9 juli 2015
Zaaknummer
200.167.696-01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake geschil tussen een besloten vennootschap en een vereniging van eigenaren over een tussenarrest

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Watersportcentrum [P] B.V. hoger beroep ingesteld tegen de Vereniging van Eigenaren van het gebouw [adres] te [plaats]. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.A. Oudendijk, heeft de geïntimeerde, vertegenwoordigd door advocaat mr. F.P. van Galen, aangezegd in hoger beroep te komen van eerdere vonnissen. Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 7 juli 2015 een tussenarrest gewezen, waarin het hof heeft besloten om een comparitie van partijen te gelasten. Dit is bedoeld om inlichtingen te verkrijgen, een minnelijke regeling te beproeven en het verdere verloop van het hoger beroep te bespreken, inclusief mogelijke mediation en bewijsvoering.

Het hof heeft bepaald dat partijen in persoon, of vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte is en bevoegd is tot het aangaan van een schikking, moeten verschijnen voor de raadsheercommissaris mr. C.C. Meijer. De comparitie zal plaatsvinden in het Paleis van Justitie in Amsterdam op een nader te bepalen tijdstip. Partijen zijn verplicht om binnen een week hun verhinderdagen op te geven en de appellant moet uiterlijk vier weken na de uitspraak een kopie van het volledige procesdossier indienen. Tevens moeten partijen uiterlijk twee weken voor de comparitie de stukken waarop zij zich willen beroepen, in kopie overleggen aan het hof en de wederpartij. Het hof heeft verder iedere beslissing aangehouden, wat betekent dat er nog geen definitieve uitspraak is gedaan over de inhoudelijke geschilpunten.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.167.696/01
zaaknummer rechtbank : 3242710 CV EXPL 14-19849
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 7 juli 2015
inzake
de besloten vennootschap
WATERSPORTCENTRUM [P] B.V.,
gevestigd en zaakdoende te [vestigingsplaats 1] ,
appellant,
advocaat: mr. J.A. Oudendijk te Amsterdam,
tegen
de vereniging
VERENIGING VAN EIGENAARS VAN HET GEBOUW [adres] TE [plaats] " [naam gebouw] ",
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats 2] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. F.P. van Galen te Leiden.

1.Het geding in hoger beroep

Appellant heeft bij exploot geïntimeerde aangezegd in hoger beroep te komen van een of meer tussen partijen in de onderhavige zaak gewezen vonnissen, met dagvaarding van geïntimeerde voor dit hof.
De zaak is op de rol ingeschreven en geïntimeerde is bij advocaat verschenen.

2.Beoordeling

Het hof ziet aanleiding om een comparitie van partijen te gelasten. Het doel is het verkrijgen van inlichtingen, het beproeven van een minnelijke regeling en/of het bespreken van het verdere verloop van het hoger beroep, waarbij onder meer mediation, bewijsvoering en/of rapportage door deskundigen aan de orde kunnen komen. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.Beslissing

Het hof:
bepaalt dat partijen in persoon respectievelijk, voor zover partijen rechtspersoon zijn, vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte en tot het geven van de verlangde inlichtingen in staat is en die bevoegd is (door schriftelijke machtiging of anderszins) tot het aangaan van een schikking, tezamen met hun advocaten zullen verschijnen voor het tot raadsheercommissaris benoemde lid van het hof mr. C.C. Meijer, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie, IJdok 20 te Amsterdam, op een nader te bepalen tijdstip, tot het hiervoor onder 2 omschreven doel;
bepaalt dat partijen binnen 1 week na heden op de rol van 14 juli 2015 hun verhinderdagen en die van hun advocaten voor de eerstkomende 4 maanden kunnen opgeven, waarna het hof de dag en het tijdstip van de comparitie zal vaststellen, in welk geval behoudens klemmende redenen of overmacht geen uitstel van de comparitie meer zal worden verleend;
bepaalt dat appellant uiterlijk 4 weken na heden een kopie van het volledige procesdossier (de stukken van de eerste aanleg met inbegrip van de producties en de appeldagvaarding) in enkelvoud zal indienen bij het hof (roladministratie – team handel);
bepaalt dat partijen uiterlijk 2 weken vóór de dag van de comparitie de stukken waarop zij voor het overige een beroep zouden willen doen, in kopie over zullen leggen door toezending aan het hof (roladministratie – team handel) en de wederpartij;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.C.W. Rang, C.C. Meijer en J.W. Hoekzema en in het openbaar uitgesproken op 7 juli 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.