Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het procesverloop
mr. S.T. Dreesman, advocaat te Rotterdam, beide partijen aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd.
2.Feiten
Aangevuld met feiten die overigens nog zijn komen vast te staan - als enerzijds gesteld en anderzijds niet, althans onvoldoende betwist -, stelt het hof de feiten, voor zover relevant voor de beoordeling van het geschil, als volgt vast.
3.Beoordeling
De grief faalt. Gelet op de gemotiveerde betwisting door Hellmann van de rapportages die TMF in het geding heeft gebracht ter onderbouwing van haar schade, kan de schade van TMF niet zonder meer worden vastgesteld op basis van die rapportages.
Deze grief slaagt. Weliswaar heeft de rechter bij schadebegroting de vrijheid om de schade te schatten, indien deze niet nauwkeurig kan worden vastgesteld. Dit neemt niet weg dat uitgangspunt is dat de gelaedeerde recht heeft op volledige vergoeding van zijn werkelijke schade. Dit brengt mee dat de rechter zoveel mogelijk moet aansluiten bij de vaststaande feiten. Voorts moet worden getracht zoveel mogelijk aan te sluiten bij objectiveerbare uitgangspunten.
grief IVin dat de rechtbank, met toepassing van dit uitgangspunt, de schade van TMF ten onrechte heeft geschat op het verschil tussen de met AlliedSignal overeengekomen minimale verkoopprijs van USD 387.210,-- en het bedrag van USD 184.739,47 dat TMF in het kader van de vaststellingsovereenkomst van AlliedSignal heeft ontvangen. De rechtbank heeft het verschil afgerond op USD 200.000,--. Ten slotte is
grief Vgericht tegen de overweging van de rechtbank dat er geen zinnig woord valt te zeggen over het moment waarop de kansen van TMF uiteindelijk ten goede zouden kunnen keren, zodat er geen termen zijn om van het bedrag van USD 200.000,-- af te wijken.
Ook deze grieven slagen. Bij het vaststellen van de hoogte van de schade moet als uitgangspunt worden genomen dat TMF zoveel als mogelijk is, in de toestand wordt gebracht waarin zij zou hebben verkeerd indien de schadeveroorzakende gebeurtenis achterwege was gebleven. De schadeveroorzakende gebeurtenis is de vernietiging van de partij vliegtuigonderdelen door Hellmann op 25 juli 2003. Niet is in te zien waarom voor de bepaling van de hoogte van die schade zou moeten worden aangeknoopt bij de verwachtingswaarde van de vliegtuigonderdelen in 1996, noch bij het bedrag dat TMF heeft ontvangen in het kader van een vaststellingsovereenkomst die zij met een derde (AlliedSignal) heeft gesloten.
nozzels) die TMF in 1997 aan de in het douane-entrepot opgeslagen onderdelen heeft toegevoegd, genoemd in de facturen die in het geding zijn gebracht als producties 22 en 23.