In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 30 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van een huurovereenkomst tussen de stichting Woningstichting Eigen Haard en de huurder, aangeduid als [geïntimeerde]. De zaak betreft een brand die op 12 april 2013 in de woning van [geïntimeerde] is ontstaan, waarbij de brandweer meerdere brandhaarden aantrof en de schade-expert van Eigen Haard concludeerde dat de brand was aangestoken. De huurder, die lijdt aan een schizoaffectieve stoornis, ontkende de brandstichting, maar het hof oordeelde dat de stellingen van Eigen Haard voldoende onderbouwd waren en dat de huurder onvoldoende had weerlegd dat hij de brand had gesticht. Het hof oordeelde dat de kans op herhaling van dergelijk gedrag aanwezig was, gezien de psychische toestand van de huurder en zijn aversie tegen medicatie. De kantonrechter had eerder de vorderingen van Eigen Haard afgewezen, maar het hof vernietigde dit vonnis en ontbond de huurovereenkomst, waarbij de huurder werd veroordeeld tot ontruiming van de woning. De kosten van de procedure werden ook aan de huurder opgelegd.