ECLI:NL:GHAMS:2015:2699
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van beslissingen in hoger beroep inzake betaling van facturen voor kinderopvang
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 30 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen een kinderopvangorganisatie en een cliënt over de betaling van facturen. Het hof kwam terug op eerdere beslissingen in een tussenarrest van 24 februari 2015, waarin ten onrechte acht was geslagen op de memorie van antwoord van de geïntimeerde. De appellante, vertegenwoordigd door mr. M.M.E. van Veen-Oudenaarden, had vorderingen ingesteld tot betaling van facturen voor kinderopvang, die door de kantonrechter eerder waren afgewezen. Het hof oordeelde dat de appellante haar vordering voldoende had onderbouwd met bewijsstukken, in tegenstelling tot de geïntimeerde, die de hoogte van de gevorderde hoofdsom betwistte zonder deze betwisting te onderbouwen. Het hof heeft de vorderingen van de appellante alsnog toegewezen, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De geïntimeerde werd veroordeeld in de proceskosten van beide instanties. Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter en verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.