Uitspraak
mr. G.A. Krol, kantoorhoudende te Rotterdam,
mr. S. Engels, kantoorhoudende te Woerden.
1.Het verloop van het geding
- verzoeker met [A] ;
- verweerster met [B] ; en
- belanghebbende met [C] .
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 16 juni 2015 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [A] tot wijziging van het bestuur van de besloten vennootschap [B]. Het verzoek volgde op een eerdere beschikking van 23 oktober 2014, waarin een onderzoek naar het beleid van [B] was bevolen en waarbij [C] en [A] als bestuurders waren geschorst. [A] verzocht om de tijdelijke aanstelling van een nieuwe bestuurder met ervaring in onroerend goed, en om de bestaande bestuurder, mr. Molenaar, te schorsen. Tijdens de behandeling op 4 juni 2015 zijn de standpunten van de partijen toegelicht, waarbij mr. Krol het verzoek wijzigde en een instructie vroeg aan Molenaar om alle onroerende zaken van [B] tegelijk ter verkoop aan te bieden. De Ondernemingskamer oordeelde dat de benoemde bestuurder zijn taak zelfstandig dient uit te voeren en geen concrete instructies kan geven. Het gewijzigde verzoek van [A] werd afgewezen, en de kosten van het geding werden gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt. De beschikking is op 16 juni 2015 schriftelijk vastgelegd en uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.