3.1.Deze zaak betreft – zakelijk samengevat – het volgende:
a. Salland Oil houdt zich ( onder meer) bezig met de exploitatie van een keten van onbemande tankstations onder de naam Firezone. VSB houdt zich eveneens bezig met brandstoffenverkoop en daarnaast – via haar zusterbedrijven Doelen Coach B.V. en Doelen Limousine Service B.V. – met touringcartransport, taxivervoer en verhuur van luxe automobielen;
b. [Van W. sr] - hierna: [Van W. sr] – is samen met zijn echtgenote juridisch eigenaar van het perceel Kruisweg 471 in Rozenburg (NH). Lingbeek BV is de economische eigenaar van dit perceel. Lingbeek BV is voorts juridisch en economisch eigenaar van het perceel Kruisweg 469 in Rozenburg;
c. Enig aandeelhouder en bestuurder van VWB is Belico B.V. Bestuurders van Belico B.V. zijn [E. van W.] , [A. van W.] , en [A.A. van W.] Zij zijn de kinderen van [Van W. sr] . ;
d. Op de percelen Kruisweg 469 en 471 bevindt zich een complex bedrijfsgebouwen, te weten:
- een aan de achterzijde staand gebouw dat is verhuurd aan Flower Wings.
- op het middenterrein staan de gebouwen van Doelen Coach en Doelen Limousine Service;
- aan de voorzijde was tot eind 2012 een tankstation van BP gevestigd, welk deel van dit perceel door Lingbeek B.V. was verhuurd aan VWB, die dat op haar beurt weer onderverhuurde aan BP;
e. BP heeft de onderhuurovereenkomst opgezegd tegen 31 december 2012. VWB is in het voorjaar van 2012 op zoek gegaan naar een nieuwe onderhuurder;
f. Eind april 2012 heeft [heer B.] ( hierna ook [B.] te noemen) namens VWB contact opgenomen met Salland Oil om haar te interesseren voor het vestigen van een onbemand tankstation. Op 16 mei 2012 heeft hieromtrent een oriënterend gesprek tussen partijen plaatsgevonden, tijdens welk gesprek Salland Oil heeft gevraagd om verkoopcijfers om te kunnen beoordelen of de exploitatie van een Firezone station rendabel zou zijn. Op 18 mei 2012 heeft [B.] gegevens over de verkoop van brandstof aan Salland Oil verstrekt. Naar aanleiding hiervan heeft Salland Oil een berekening gemaakt en heeft op 30 mei 2012 een vervolggesprek plaatsgehad;
g. Bij het gesprek van 30 mei 2012 waren [B.] en [Van W. sr] namens VWB aanwezig en [J.H.] ( hierna ook [J.H.] ) namens Salland Oil. Partijen hebben toen gesproken over de noodzaak van een verbouwing van het tankstation. VWB heeft Salland Oil gevraagd tekeningen en foto’s toe te sturen, zodat zij in overleg met de gemeente kon treden over een vergunning voor een verbouwing. Onder het voorbehoud dat een vergunning zou worden verleend heeft [J.H.] een huurprijsvoorstel van € 42.500,- ex BTW per jaar gedaan en heeft VWB een tegenvoorstel gedaan van € 32.500,- ex BTW per jaar plus een variabel deel;
h. VWB heeft de nadien door Salland Oil toegezonden tekeningen aan de gemeente voorgelegd;
i. Op 17 juli 2012 hebben [J.H.] en [heer E.] ( hierna ook [heer E.] te noemen) van Salland Oil de locatie in aanwezigheid van [B.] bekeken. Daarbij is gesproken over bouwkundige kwesties, zoals de door Salland Oil beoogde inrichting en luifel;
j. Op 23 juli 2012 heeft Salland Oil per e-mail aan [B.] een blanco model gezonden van een door Salland Oil gehanteerde standaard huurovereenkomst;
k. Op 25 juli 2012 heeft [heer E.] samen met een medewerker van Contrall B.V. een bezoek gebracht aan de percelen voor het maken van tekeningen voor de door Salland Oil gewenste verbouwing. Medio augustus 2012 heeft [heer E.] de tekeningen van Contrall ontvangen, waarna hij VWB heeft verzocht om een vervolgafspraak om de tekeningen en plannen te presenteren. Die afspraak is gepland op 21 augustus 2012;
l. Bij de bespreking op 21 augustus 2012 waren [heer E.] en [J.H.] namens Salland Oil aanwezig en [mevrouw A. van W.] , [A. van W.] en hun vader [Van W. sr] . namens VWB. In deze bespreking heeft Salland Oil een huurprijs voorgesteld van € 45.000,- ex BTW per jaar gedurende de eerste tien jaar, bij verlenging met vijf jaar te verhogen naar € 50.000,- ex BTW, onder de voorwaarde van goedkeuring van haar aandeelhouder.
Dit voorstel heeft VWB – na een korte schorsing voor intern beraad – aanvaard;
m. Op 7 september 2012 heeft [heer E.] telefonisch aan [mevrouw A. van W.] meegedeeld dat de aandeelhouder van Salland Oil goedkeuring had verleend en dat een schriftelijke huurovereenkomst na de vakantie van [J.H.] zou worden langsgebracht;
n. Op 26 september 2012 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen [J.H.] , [Van W. sr] ., [mevrouw A. van W.] en [B.] . [J.H.] heeft daarbij een concept huurovereenkomst overhandigd, waarop [Van W. sr] . en zijn echtgenote als verhuurders waren vermeld. Van de kant van VWB is meegedeeld dat de huurovereenkomst op naam van VWB moest worden gesteld. Partijen hebben verder onder meer gesproken over de huurvergoeding tijdens de bouw, een nieuwe locatie voor de LPG afleverzuil, de realisatie van Adblue en de stroomvoorziening tijdens de verbouwing;
o. Op 9 oktober 2012 heeft [J.H.] aan [Van W. sr] . en [mevrouw A. van W.] een concept-huurovereenkomst overhandigd, waarin de tenaamstelling van de verhuurder was aangepast, en met hen over dat concept gesproken;
p. Op 18 oktober 2012 heeft [mevrouw A. van W.] telefonisch aan [J.H.] meegedeeld dat VWB met een derde een huurovereenkomst voor het tankstation had gesloten. Die derde is Schouten Olie B.V., gevestigd te Alphen aan den Rijn;
q. Salland Oil heeft zich tegenover VWB op het standpunt gesteld dat er reeds een huurovereenkomst met haar, Salland Oil, tot stand was gekomen en heeft in november 2012 bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam onder meer nakoming van die overeenkomst gevorderd. Die vordering is bij kort geding vonnis van 3 december 2012 afgewezen;
r. Op 9 januari 2013 heeft Salland Oil de kantonrechter te Haarlem verzocht een voorlopig getuigenverhoor omtrent de onderhavige kwestie te houden; de processen-verbaal van de in dat kader gehouden getuigenverhoren – bij welke verhoren partijen vertegenwoordigd zijn geweest – bevinden zich bij de stukken in deze bodemprocedure;
s. Op 4 juli 2013 heeft daarop wederom een kort geding gediend, ditmaal bij de voorzieningenrechter te Haarlem. In dat kort geding heeft Salland Oil zowel tegen VWB als Schouten Olie een gebod gevorderd ( kort gezegd) zich te onthouden van alle (ver)bouwactiviteiten en andere activiteiten met betrekking tot het tankstation. Bij vonnis van 11 juli 2013 zijn die vorderingen afgewezen;
3. 1.2. Tegen de achtergrond van deze feiten heeft Salland Oil in eerste aanleg de vorderingen ingesteld als hierna aan de orde. De kantonrechter heeft de vorderingen van Salland Oil afgewezen en haar in de proceskosten veroordeeld. Tegen die beslissing en de gronden waarop zij berust komt Salland Oil door middel van zeven grieven op.