Uitspraak
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2010 tot 8 september 2011 te Krommenie, gemeente Zaanstad en/of te Amersfoort, in elk geval in Nederland, met [slachtoffer] ([geboortedatum]), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, (meermalen) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte (telkens):
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
Bewezenverklaring
hij in de periode van 1 mei 2010 tot 8 september 2011 te Krommenie, gemeente Zaanstad, met [slachtoffer] ([geboortedatum]), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, meermalen ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
19 (negentien) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
5 (vijf) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
€ 5.266,56 (vijfduizend tweehonderdzesenzestig euro en zesenvijftig cent) bestaande uit € 766,56 (zevenhonderdzesenzestig euro en zesenvijftig cent) materiële schade en € 4.500,00 (vierduizend vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 5.266,56 (vijfduizend tweehonderdzesenzestig euro en zesenvijftig cent) bestaande uit € 766,56 (zevenhonderdzesenzestig euro en zesenvijftig cent) materiële schade en € 4.500,00 (vierduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
61 (eenenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.