ECLI:NL:GHAMS:2015:233

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 februari 2015
Publicatiedatum
3 februari 2015
Zaaknummer
23-003714-12
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek in hoger beroep na onvolledige behandeling van de zaak

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 februari 2015 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een strafzaak met parketnummer 23-003714-12, waarin de verdachte, geboren in 1960 en thans gedetineerd, in hoger beroep is gegaan tegen een eerder vonnis van 15 augustus 2012. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep gesloten op 19 januari 2015, maar kwam tot de conclusie dat het onderzoek niet volledig was geweest. Dit leidde tot de beslissing om het onderzoek te heropenen.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman. Tijdens de zittingen in hoger beroep, die plaatsvonden op verschillende data in 2013 en 2014, zijn er belangrijke getuigenverklaringen en bewijsstukken gepresenteerd. Het hof heeft vastgesteld dat er schriftelijke uitwerkingen van gesprekken tussen bepaalde personen en de redactie van het programma van Peter R. de Vries ontbreken in het dossier. Het hof heeft de advocaat-generaal opgedragen om deze uitwerkingen binnen vier weken aan het dossier toe te voegen.

Daarnaast heeft het hof besloten dat de verbalisanten T-035, T-110 en T-129 als getuigen ter terechtzitting moeten worden gehoord. Het onderzoek is heropend en zal op een nader te bepalen datum en tijdstip worden hervat, met inachtneming van de noodzaak om het zittingsrooster van het hof te respecteren. Dit tussenarrest is uitgesproken in het openbaar en is ondertekend door de rechters en de griffier, hoewel de griffier niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

Parketnummer: 23-003714-12
Datum uitspraak: 2 februari 2015
TEGENSPRAAK
Tussenarrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 15 augustus 2012 in de strafzaak onder parketnummer 13/708012-12 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960,
thans gedetineerd in [p.i.].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
25 november 2013, 3 december 2013, 4 februari 2014, 25 april 2014, 27 oktober 2014, 24 november 2014, 9 januari 2015 en 19 januari 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Op de terechtzitting in hoger beroep van 19 januari 2015 is het onderzoek in deze strafzaak gesloten.
Na de sluiting van het onderzoek is het hof onder de beraadslaging tot het oordeel gekomen dat het onderzoek ter terechtzitting niet volledig is geweest.
Uit het politieverhoor van [getuige] (pagina’s 130-131 uit Map Verklaringen Verdachten) volgt dat de politie beschikt over schriftelijke uitwerkingen van gesprekken tussen [persoon 1]
(het hof begrijpt: [persoon 1]),[persoon 2] (
het hof begrijpt: [persoon 2])en [persoon 3] (
het hof begrijpt: [persoon 3]).Het hof beschikt niet over deze schriftelijke uitwerkingen.
Het hof is van oordeel dat alle (schriftelijke) uitwerkingen van de opnames van de gesprekken tussen [persoon 1] en de redactie van het programma van Peter R. de Vries integraal aan het dossier dienen te worden toegevoegd. Het hof geeft de advocaat-generaal de opdracht om uiterlijk
binnen vier wekenna heden bovengenoemde uitwerkingen integraal aan het dossier toe te voegen en in kopie aan het hof en de verdediging te verstrekken.
Voorts acht het hof noodzakelijk dat de verbalisanten T-035, T-110 en T-129 als getuigen ter terechtzitting worden gehoord.
Het hof zal daartoe het onderzoek heropenen, schorsen en de hervatting van het onderzoek ter terechtzitting op een nader te bepalen datum en tijdstip gelasten.

Beslissing

Het hof:
  • heropent het gesloten onderzoek, schorst dit in het belang ervan en beveelt de hervatting van het onderzoek op een nader te bepalen terechtzitting, doch voor maximaal drie maanden, om de klemmende reden dat het zittingsrooster van het hof een verdere behandeling van de zaak binnen één maand niet toelaat,
  • geeft de advocaat-generaal de opdracht om uiterlijk
  • beveelt de oproeping van de verdachte en zijn raadsman alsmede de getuigen T-035, T-110 en T-129 tegen de nog nader te bepalen zittingsdatum en het nader te bepalen tijdstip.
Stelt de stukken met het oog op het vorenstaande in handen van de advocaat-generaal.
Dit tussenarrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.W.H.G. Loyson, mr. P. Greve en mr. H.M.J. Quaedvlieg, in tegenwoordigheid van
mr. A.J.E. Schouten, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
2 februari 2015.
Mr. A.J.E. Schouten is buiten staat dit tussenarrest mede te ondertekenen.