Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
.
2.Beoordeling
3.Beslissing
12 januari 2016voor het nemen van een akte aan de zijde van Bpf Bouw tot het hiervoor genoemde doel en bepaalt dat [geïntimeerde] daarop bij akte kan reageren;
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 juni 2015 een tussenuitspraak gedaan in het hoger beroep van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (hierna: Bpf Bouw) tegen een besloten vennootschap. De zaak betreft een tussentijds cassatieberoep dat door Bpf Bouw is ingesteld. Het hof verwijst naar een eerder tussenarrest van 25 november 2014 voor het procesverloop tot die datum. Beide partijen hebben na dit arrest een akte genomen en hebben wederom arrest gevraagd. Het hof heeft in het eerdere arrest bepaald dat tussentijds beroep in cassatie kan worden ingesteld, en beide partijen hebben hierop gereageerd.
In de akte van de geïntimeerde is meegedeeld dat Bpf Bouw cassatieberoep heeft ingesteld, wat door Bpf Bouw is bevestigd. Gezien het ingestelde cassatieberoep heeft het hof besloten de zaak te verwijzen naar de rolzitting van 12 januari 2016. Bpf Bouw, als meest gerede partij, zal een akte kunnen nemen na de uitspraak van de Hoge Raad. Indien nodig kan Bpf Bouw zich uitlaten over de voortgang van het hoger beroep, en de geïntimeerde kan daarop reageren. Het hof benadrukt dat de genoemde roldatum enkel administratief van aard is, en Bpf Bouw kan de zaak bij vervroeging op de rol laten plaatsen indien zij eerder in staat is een akte te nemen.
De beslissing van het hof houdt in dat de zaak wordt verwezen naar de rolzitting voor het nemen van een akte aan de zijde van Bpf Bouw, en dat de geïntimeerde daarop bij akte kan reageren. Verdere beslissingen worden aangehouden.