ECLI:NL:GHAMS:2015:2185

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 juni 2015
Publicatiedatum
8 juni 2015
Zaaknummer
200.161.446/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanwijzing van een nieuwe bestuurder en beheerder van aandelen in een besloten vennootschap

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, is op 2 juni 2015 een beschikking gegeven inzake de aanwijzing van een nieuwe bestuurder en beheerder van aandelen van Ingenieursbureau-XYZ B.V. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. H. Killi, heeft verzocht om de aanwijzing van een nieuwe bestuurder, omdat er behoefte was aan een minnelijke regeling tussen de partijen. De belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. M.J. Turksema, heeft ook zijn standpunt naar voren gebracht.

De Ondernemingskamer heeft eerder op 24 februari 2015 een onderzoek bevolen naar het beleid van de vennootschap en een tijdelijke bestuurder benoemd, mr. O.J. Smit. Deze bestuurder is op 30 april 2015 op eigen verzoek ontheven uit zijn functie. Beide partijen hebben aangegeven dat de aanwijzing van een nieuwe bestuurder noodzakelijk is voor het bereiken van een oplossing.

De verzoeker heeft gesteld dat de kosten voor de nieuwe bestuurder door de belanghebbende moeten worden gedragen, terwijl de belanghebbende heeft betoogd dat hij zijn schuld aan de vennootschap heeft verminderd en dat de vennootschap in staat is om een voorschot voor de nieuwe bestuurder te betalen. De Ondernemingskamer heeft geconcludeerd dat de kosten van de tijdelijk bestuurder ten laste van de vennootschap komen en heeft mr. J.G. Molenaar aangewezen als nieuwe bestuurder. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer : 200.161.446/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 2 juni 2015
inzake
[verzoeker],
wonende te [....],
VERZOEKER,
advocaat:
mr. H. Killi, kantoorhoudende te Arnhem,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INGENIEURSBUREAU-XYZ B.V.,
gevestigd te Doorwerth,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
[belanghebbende],
wonende te [....],
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. M.J. Turksema, kantoorhoudende te Arnhem.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg zal verzoeker [verzoeker] worden genoemd, verweerster XYZ en belanghebbende [belanghebbende].
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 24 februari 2015 en 30 april 2015 in deze zaak.
1.3
Bij de beschikking van 24 februari 2015 heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van XYZ vanaf 1 januari 2013 almede bij wijze van onmiddellijke voorzieningen en vooralsnog voor de duur van het geding mr. O.J. Smit (hierna: Smit) benoemd tot bestuurder van XYZ en bepaald dat één door [verzoeker] gehouden aandeel en één door [belanghebbende] gehouden aandeel in XYZ ten titel van beheer aan de genoemde bestuurder zijn overgedragen.
1.4
Bij de beschikking van 30 april 2015 heeft de Ondernemingskamer Smit op eigen verzoek ontheven uit de functie van bestuurder en beheerder van aandelen van XYZ. Tevens heeft zij partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de bekostiging van de aan te wijzen tijdelijk bestuurder.
1.5
Zowel mr. Killi als mr. Turksma heeft zich bij e-mail van 22 mei 2015 uitgelaten over voornoemde bekostiging.

2.De gronden van de beslissing

2.1
[verzoeker] en [belanghebbende] betogen beiden dat de aanwijzing van een nieuwe bestuurder noodzakelijk is, met name voor bereiken van een minnelijke regeling tussen partijen, welke regeling volgens beide partijen dient te leiden tot een ontvlechting.
2.2
[verzoeker] is van mening dat de kosten voor deze bestuurder dienen te worden gedragen door [belanghebbende] aangezien XYZ een vordering op laatstgenoemde heeft van € 50.000. Volgens [verzoeker] heeft XYZ na betaling van de vaste lasten geen reserves meer om een nieuwe tijdelijk bestuurder te betalen.
2.3
[belanghebbende] heeft aangevoerd dat hij zijn schuld in rekening courant aan XYZ heeft verminderd met € 100.000 en dat XYZ, gelet op de liquiditeitsbegroting, € 5.000 als voorschot kan voldoen aan een nieuwe tijdelijk bestuurder en, in de daarop volgende maand, dit voorschot kan verdubbelen.
2.4
Gelet op de noodzaak die beide partijen voelen om onder leiding van een nieuwe bestuurder te komen tot een minnelijke regeling en de afwezigheid van redenen om een ander dan XYZ in de kosten van de bestuurder te veroordelen, zal de Ondernemingskamer een bestuurder aanwijzen. De omstandigheid dat XYZ mogelijk nog een vordering heeft op [belanghebbende] is onvoldoende grond om [belanghebbende] te belasten met de kosten van de tijdelijk bestuurder. De kosten van deze bestuurder komen ten laste van XYZ, en, gelet op het eigen belang van [verzoeker] en [belanghebbende] bij een tijdelijk bestuurder teneinde tot de door hen beiden beoogde ontvlechting te komen, verwacht de Ondernemingskamer dat [verzoeker] en [belanghebbende] beiden ervoor zullen zorgdragen dat XYZ in staat zal zijn zekerheid te stellen voor de kosten van de tijdelijk bestuurder.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
wijst aan als bestuurder en beheerder van aandelen van Ingenieursbureau-XYZ B.V. zoals bedoeld in de beschikking van 24 februari 2015: mr. J.G. Molenaar te Amsterdam;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. M.M.M. Tillema, raadsheren, mr. drs. B.M. Prins RA en G.A. Cremers, raden, in tegenwoordigheid van mr. H.H.J. Zevenhuijzen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 2 juni 2015.