ECLI:NL:GHAMS:2015:2158

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 februari 2015
Publicatiedatum
5 juni 2015
Zaaknummer
23-004753-13
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van mishandeling door tegenstrijdige verklaringen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 februari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk mishandelen van zijn echtgenote op 15 juli 2013 in Zaandam. De aangifte van de echtgenote en de verklaring van haar vader verschilden echter sterk van elkaar, wat de betrouwbaarheid van de verklaringen in twijfel trok. De vader van de aangeefster verklaarde dat hij getuige was van de mishandeling, maar zijn verklaring bood geen steun voor de aangifte van de echtgenote. Het hof heeft vastgesteld dat er geen wettig en overtuigend bewijs was voor de beschuldiging, waardoor de verdachte moest worden vrijgesproken. De advocaat-generaal had een taakstraf geëist, maar het hof oordeelde dat de tegenstrijdige verklaringen en het gebrek aan ander bewijs leidden tot vrijspraak. Het vonnis van de politierechter werd vernietigd en de verdachte werd vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.

Uitspraak

parketnummer: 23-004753-13
datum uitspraak: 19 februari 2015
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 9 oktober 2013 in de strafzaak onder parketnummer 15-132232-13 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 5 februari 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 15 juli 2013 te Zaandam, gemeente Zaanstad opzettelijk mishandelend zijn echtgenoot, althans een persoon, te weten [slachtoffer], (met gebalde vuisten) heeft geslagen op/tegen het lichaam en/of (met kracht) op/bij de keel heeft vastgegrepen en/of vastgepakt, waardoor deze [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof, anders dan de politierechter, tot vrijspraak komt.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 20 uren, te vervangen door 10 dagen hechtenis.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
De aangeefster heeft in haar aangifte verklaard dat zij door de verdachte op 15 juli 2013 in de woning aan de [straatnaam] in Zaandam is mishandeld, dat zij (het hof begrijpt: toen de verdachte zich buiten de woning bevond) daarna de voordeur heeft dichtgedaan en dat zij die deur niet meer durfde te openen, omdat zij bang was voor een nieuwe mishandeling door de verdachte. Vervolgens heeft aangeefster naar eigen zeggen haar vader gebeld om te komen bemiddelen tussen haar en de verdachte. Haar vader is vervolgens gekomen en zou getuige zijn geweest van de mishandeling.
De vader van aangeefster heeft verklaard dat hij, toen hij op de galerij voor de woning van aangeefster arriveerde, zag dat de verdachte aangeefster bij haar nek vast had en dat, toen hij (de vader van aangeefster) de verdachte weg trok, de verdachte de aangeefster met de vlakke hand tegen het gezicht sloeg. Vervolgens zou de vader van aangeefster, naar eigen zeggen, de voordeur hebben dichtgetrokken, terwijl hij en aangeefster in de woning waren.
Het hof stelt vast dat de verklaringen van aangeefster en haar vader sterk van elkaar verschillen. Dit raakt niet alleen de betrouwbaarheid van de verklaringen, maar brengt tevens mee dat de aangifte geen steun vindt in de verklaring van de vader van de aangeefster. Bij gebrek aan enig ander bewijs, dient de verdachte dan ook van het tenlastegelegde te worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Iedema, mr. D. Radder en mr. H.M.J. Quaedvlieg, in tegenwoordigheid van O.F. Qane, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 19 februari 2015.
[...]