Uitspraak
mr. M. Aykaz, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. D. Veerman,kantoorhoudende te Volendam.
1.Het verloop van het geding
- verzoekster als [verzoekster];
- verweerster als Café Kobalt;
- belanghebbende als Obeen.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 29 januari 2015 een beschikking gegeven inzake de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster] tegen Café Kobalt B.V. en Obeen Nederland II B.V. De procedure was gestart naar aanleiding van eerdere beschikkingen van 4 en 15 september 2014, waarin een onderzoek was bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Café Kobalt over de periode vanaf 27 mei 2009. Mr. G.C. Endedijk was benoemd om dit onderzoek uit te voeren. Tevens was er een onmiddellijke voorziening getroffen waarbij aandelen van [verzoekster] en Obeen in het geplaatste kapitaal van Café Kobalt aan drs. H.C. van Eyck van Heslinga waren overgedragen.
Op 23 januari 2015 heeft mr. D. Veerman, advocaat van Obeen, de Ondernemingskamer geïnformeerd dat partijen een minnelijke regeling hadden bereikt en dat de procedure kon worden beëindigd. Op 27 januari 2015 heeft mr. M. Aykaz, advocaat van [verzoekster], bevestigd dat zij instemde met de beëindiging van het onderzoek en de opheffing van de getroffen voorziening. Drs. Van Eyck van Heslinga en mr. M. Haloua hebben ook geen bezwaar gemaakt tegen de beëindiging van het onderzoek.
De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat alle partijen hebben verzocht om het onderzoek en de onmiddellijke voorziening op te heffen, en er geen belangen zijn die zich hiertegen verzetten. Daarom heeft de Ondernemingskamer besloten om het verzoek in te willigen, met ingang van de datum van de beschikking. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is gegeven door de voorzitter en de raadsheren in aanwezigheid van de griffier.