ECLI:NL:GHAMS:2015:2069

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 mei 2015
Publicatiedatum
1 juni 2015
Zaaknummer
200.169.207/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om onmiddellijke voorzieningen in het kader van een enquêteverzoek met betrekking tot Proov Holding B.V.

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 21 mei 2015 uitspraak gedaan naar aanleiding van een verzoek van Leanpro B.V. om onmiddellijke voorzieningen te treffen in het kader van een enquêteverzoek tegen Proov Holding B.V. Leanpro, als verzoekster, heeft aangevoerd dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid van Proov Holding en dat er een impasse bestaat binnen het bestuur en de aandeelhoudersvergadering. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er inderdaad een gebrek aan constructief overleg en besluitvorming is, wat heeft geleid tot een nijpende financiële situatie voor Proov Holding. De Ondernemingskamer heeft besloten om een onafhankelijke bestuurder aan te stellen en de aandelen in beheer te geven aan een door de Ondernemingskamer aan te wijzen beheerder. Dit om de continuïteit van Proov Holding te waarborgen en om te zorgen voor adequate besluitvorming over de noodzakelijke financiering. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de genomen maatregelen onmiddellijk van kracht zijn, ondanks eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.169.207/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 21 mei 2015
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LEANPRO B.V.,
gevestigd te Gouda,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mr. I. Wassenaaren
mr. M.N. van Dam, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PROOV HOLDING B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PROOV B.V.,
beide gevestigd te Gouda,
VERWEERSTERS,
advocaten:
mr. G.C. Endedijken
mr. R.J.W. Analbers, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [....],
2. de rechtspersoon naar Duits recht
E-TACC GmbH,
gevestigd te Weil Am Rhein, Duitsland,
advocaten:
mr. G.C. Endedijken
mr. R.J.W. Analbers, kantoorhoudende te Amsterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B],
gevestigd te Steenwijk,
advocaten:
mr. P. Roordaen
mr. R.N. de Jong, kantoorhoudende te Amsterdam,
BELANGHEBBENDEN.

1. Het verloop van het geding

1.1
Partijen zullen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoekster als Leanpro;
  • verweersters onderscheidenlijk als Proov Holding en Proov en gezamenlijk als Proov c.s.;
  • belanghebbenden onderscheidenlijk als [A], E-Tacc en [B].
1.2
Leanpro heeft bij op 4 mei 2015 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties, aangevuld bij op 6 mei 2015 ter griffie van de Ondernemingskamer ontvangen brief, de Ondernemingskamer verzocht – zakelijk weergegeven – bij uitvoerbaar bij voorraad verklaarde beschikking:
een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Proov Holding en Proov over de periode vanaf 1 april 2014;
ij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding:
1. te verbieden dat de aandeelhoudersvergadering van Proov Holding van 22 mei 2015 zal besluiten over het agendapunt
dismissal of a board memberen te verbieden dat het bestuur en/of de overige aandeelhouders een nieuwe aandeelhoudersvergadering bijeen roepen waarbij het ontslag van Leanpro is geagendeerd;
2. E-Tacc en [A] te schorsen als bestuurder van Proov Holding, althans een onafhankelijk bestuurder met doorslaggevende stem te benoemen bij Proov Holding;
3. te bepalen dat het bestuur bevoegd is alle besluiten met betrekking tot de financiering en continuïteit van Proov c.s. te nemen, waaronder wijziging van de statuten en uitgifte van aandelen met uitsluiting van het voorkeursrecht;
4. alle door Leanpro, [A], E-Tacc en [B] gehouden aandelen ten titel van beheer over te dragen aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder;
5. te bepalen dat de beheerder alle besluiten noodzakelijk voor herfinanciering van Proov c.s. kan nemen;
6. te schorsen de besluiten van de algemene vergadering van aandeelhouders van 25 februari en 17 maart 2015 inhoudende instemming met het (hierna te noemen) Alternatieve Plan en van het bestuursbesluit van 14 april 2015 tot schorsing van Leanpro als bestuurder;
7. althans zodanige onmiddellijke voorzieningen te treffen als de Ondernemingskamer geraden acht.
1.3
Het verzoek is, uitsluitend voor zover het strekt tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen, behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 21 mei 2015. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunten toegelicht bij monde van hun advocaten, aan de hand van overgelegde pleitnotities en wat betreft Leanpro en [B] mede aan de hand van op voorhand aan de Ondernemingskamer en de wederpartij gezonden (nadere) producties, te weten producties 47 tot en met 53 van de zijde van Leanpro en producties 1 tot en met 9 van de zijde van [B]. Partijen hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord. Na een schorsing van de mondelinge behandeling heeft de Ondernemingskamer aanstonds ter zitting uitspraak gedaan. De onderhavige beschikking bevat de schriftelijke uitwerking van die uitspraak.

2.De feiten

2.1
Proov Holding is op 11 juli 2011 opgericht. Bestuurders van Proov Holding zijn:
  • Leanpro, waarvan [C] (hierna: [C]) enig aandeelhouder en enig bestuurder is;
  • [A], waarvan [D] (hierna: [D]) enig aandeelhouder en enig bestuurder is;
  • E-Tacc, waarvan [E] enig aandeelhouder en enig bestuurder is.
2.2
De aandelen in Proov Holding worden in na te noemen verhouding gehouden door:
  • Leanpro, 43,05%;
  • [A], 28,7%
  • E-Tacc, 10,25%
  • [B], 18%; [F] (hierna: [F]) is bestuurder van [B] en van [G], de enig aandeelhouder van [B].
De statuten van Proov Holding (artikel 25 lid 2) houden onder meer in dat alle besluiten van de algemene vergadering waaromtrent bij de wet of bij de statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden genomen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
2.3
Proov Holding houdt alle aandelen in Proov en 60% van de aandelen in IPT Technology GmbH (hierna: IPT). De overige 40% van de aandelen in IPT wordt gehouden door Conductix-Wampfler GmbH (hierna: CXW), een vennootschap behorende tot de Franse Delachaux Groep. [C] en [E] zijn bestuurder van IPT bij IPT zijn 26 werknemers in dienst.
2.4
Proov legt zich, door middel van een door Proov en IPT ontwikkelde techniek, toe op de ontwikkeling van inductielaadplaatsen voor elektrische stadsbussen (
unplugged e-mobility). Bij Proov werken, naast de bestuurders, twee medewerkers.
2.5
Op 4 april 2014 is een
convertible loan facility agreement(hierna: CLA) gesloten tussen [B], Proov c.s., Leanpro, [A] en E-Tacc. Deze overeenkomst voorziet in drie converteerbare leningen te verstrekken door [B]:
  • i) een uit drie tranches bestaande lening van € 2,4 miljoen ten behoeve van de koop van het belang van 60% in IPT, te converteren in een belang van 20% in Proov Holding;
  • ii) een lening van € 240.000 teneinde IPT te voorzien van werkkapitaal, te converteren in een belang van 5% in Proov Holding;
  • iii) een lening waarvan Proov Holding gebruik kan maken tot een bedrag van de eenzijdige door [B] te bepalen hoofdsom, teneinde Proov c.s. te voorzien van werkkapitaal, te converteren in een aandelenbelang van 2% voor elke € 100.000 die is verstrekt.
Alleen de onder (i) en (ii) genoemde leningen zijn verstrekt. Voor alle leningen is een rente van 6% overeengekomen en een conversietermijn van 10 jaar.
2.6
Op 14 augustus 2014 is tussen Leanpro, [A], E-Tacc en Proov Holding een aandeelhoudersovereenkomst, getiteld
Subcription and Shareholders’ Agreement, (hierna: de aandeelhoudersovereenkomst) gesloten. De aandeelhoudersovereenkomst is niet door [B] ondertekend. De aandeelhoudersovereenkomst bevat onder meer de volgende bepalingen:

5.2 If all the Shareholders unanimously decide that additional funding is required or additional investments need to be made, all the Shareholders will unanimously decide on the amount and the appropriate structure for the funding of each investment (...). In each case the funding will be provided in a manner to be unanimously agreed by all the Shareholders on a case by case basis.
(...)
9. Neither the Company nor any Subsidiary of it (…) shall do any of the following (…) without the prior written approval of the Shareholders:
(...)
(b) create, issue, purchase, redeem or otherwise reorganise its share or loan capital;
(...)
(f) dispose of the whole or any substantial part of its undertakings or assets (including its intellectual property)
De aandeelhoudersovereenkomst houdt voorts in dat bestuursbesluiten met betrekking tot onder meer de volgende onderwerpen unanimiteit vereisen: uitgifte van aandelen, het aantrekken van financiering voor meer dan € 100.000 en het verkrijgen of vervreemden van aandelen in een joint venture of de verwatering in een dochtervennootschap of joint venture.
2.7
Bij aandeelhoudersbesluit van 14 augustus 2014 zijn [F], [H] (hierna: [H]) en [I] (hierna: [I]) benoemd als commissarissen van Proov Holding. Zij zijn niet als zodanig ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel. [I] is op 9 december 2014 teruggetreden als commissaris. [H] en [F] functioneren thans niet als commissarissen.
2.8
Op 30 oktober 2014 heeft IPT haar rechten van intellectuele eigendom (hierna: de IP-rechten) voor € 400.000 verkocht aan CXW, met het recht de IP-rechten binnen zes maanden (dat wil zeggen uiterlijk op 30 april 2015) terug te kopen voor dezelfde prijs (te vermeerderen met de in de tussentijd gemaakte kosten tot behoud van de IP-rechten).
2.9
Van 22 tot 24 november 2014 heeft tussen partijen per e-mail overleg plaatsgevonden over een mogelijke investering van 5Square Committed Capital B.V. (hierna: 5Square). Nadat [B] niet bereid was gebleken een concessie te doen ten aanzien van haar conversierecht uit hoofde van de CLA, heeft 5Square op 25 november 2014 te kennen gegeven geen basis te zien voor het doen van een investering.
2.1
Op 5 december 2014 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen [B] en Proov Holding, vertegenwoordigd door [C] en [E] over de noodzaak tot het aantrekken van (risicodragende) financiering van Proov c.s. en de daarbij te hanteren voorwaarden. Het door [E] opgestelde verslag van die bespreking houdt onder meer in:

All parties agreed, that [B] will not be able to keep nor will [B] insist on his right for conversion for the full period of 10 years and all parties agreed, that in case an investor steps in, [B] would have to decide if [B] wants to convert his loan or not and execution needs to be done immediately at the point of an investor stepping in.
2.11
Proov Holding heeft op 8 december 2014 [B] verzocht € 200.000 ter beschikking te stellen op basis van het in 2.5 sub (iii) genoemde deel van de CLA. Op 10 december 2014 heeft [B] dat geweigerd. In plaats daarvan verklaarde [B] zich op 30 december 2014 bereid € 150.000 te verstrekken tegen een aandelenbelang van 18% in Proov Holding. Op 16 januari 2015 zijn de desbetreffende aandelen aan [B] uitgegeven, als gevolg waarvan de onder 2.2 genoemde aandelenverhouding ontstond.
2.12
Op 14 januari 2015 heeft Pindustry B.V. (hierna: Pindustry) een financieringsvoorstel aan Proov Holding gedaan, kort gezegd inhoudende dat Pindustry € 2.000.000 verstrekt tegen een aandelenbelang van 25% onder voorwaarde dat [B] de onder de CLA verstrekte financiering converteert in een belang van 25%. Dit voorstel heeft niet tot overeenstemming geleid met [B]. Pindustry heeft haar financieringsvoorstel op 3 maart 2015 ingetrokken, vanwege het uitblijven van een formele reactie daarop.
2.13
Op 10 februari 2015 is op initiatief van E-Tacc ([E]) een oproep voor een aandeelhoudersovereenkomst van Proov Holding op 25 februari 2015 verzonden met als agendapunten onder meer het nemen van een beslissing over het voorstel van Pindustry en de conceptjaarcijfers 2014 en te nemen maatregelen naar aanleiding van het verlies over 2014. Op 25 februari 2015 (de dag van de aandeelhoudersvergadering) te 0:55 uur heeft [E] een vijf pagina’s tellende “
Appendix to AVA shareholders meeting” aan de overige aandeelhouders toegezonden, onder meer inhoudende:

We have to decide how to proceed because IPT (…) needs in short term (1-2 weeks) at least 250.000 Euro to survive in new structured situation and even more to buy back the patents end of March 2015 (...) [[F]] is not willing to put additional money in Proov Holding BV. He is willing to discuss to put money into IPT (...).
Decision: To release Proov Holding from the financial burden of IPT, Proov Holding BV gives consent to [[E]] to negotiate a solid solution te restructure IPT separate from Proov Holding BV with [[F]] and CXW until the next AVA on 17.3.2015 (...).
2.14
Bij e-mail van 1 maart 2015 heeft [C] aan [E] bezwaren kenbaar gemaakt tegen de gang van zaken voorafgaand en tijdens de aandeelhoudersvergadering van 25 februari 2015, waaronder de
timingvan de Appendix van [E], het feit dat [E] over de inhoud daarvan tevoren geen overleg heeft gehad met [C] en dat de Appendix een groot aantal (opzettelijke) onjuistheden bevat. De door [H] opgestelde en op 7 maart 2015 verzonden notulen van de aandeelhoudersvergadering op 25 februari 2015 houden onder meer in dat het in 2.13 geciteerde besluit unaniem is genomen. Op de 16 maart 2015 heeft [C] aan de overige aandeelhouders te kennen gegeven bezwaren te hebben tegen de inhoud van de notulen, onder meer omdat zijn bezwaren tegen de gang van zaken niet zijn genotuleerd en omdat de notulen ten onrechte gewag maken van unanieme besluiten.
2.15
Op zaterdagavond 14 maart 2015 heeft [E] een agenda voor een aandeelhoudersvergadering op 17 maart 2015 aan de overige aandeelhouders gezonden, onder meer inhoudende:

Decision nr 14 to be made: IPT (…) must be ASAP turned into a stable company and must therefore be saved separate from Proov Holding BV. This will also ensure a possible saving of Proov Holding BV. Decision by vote.
Decision nr 15 to be made: (...) [E] (...) will organize and negotiate with all relevant contracting partners a (convertible) loan agreement with (...) [F] to save IPT (...) for (...) at least two hundred thousand euro in new shares IPT (...).”
De agenda vermeldt voorts te nemen beslissingen over onder meer: het terugdraaien van de beslissing van Proov Holding tot het verwerven van een belang van 60% in IPT en de financiering van Proov Holding in een
stand alonescenario. Leanpro heeft ter vergadering verstek laten gaan, omdat de desbetreffende agendapunten niet met inachtneming van de statutaire en wettelijke termijn zijn geagendeerd.
2.16
Leanpro heeft bij brief van haar advocaat van 22 maart 2015 de overige aandeelhouders en bestuurders gevraagd te bevestigen dat geen uitvoering zal worden gegeven aan de plannen om het belang in IPT te vervreemden en financiering voor IPT aan te trekken. Bij brief van 25 maart 2015 heeft Leanpro (i) aan de overige bestuurders en aandeelhouders te kennen gegeven dat 5Square en Pindustry nog altijd belangstelling hebben om te investeren in “Proov/IPT” en verzocht om specifieke informatie over het plan van [B], (ii) aan [E] informatie gevraagd over de actuele financiële stand van zaken bij IPT en (iii) verzocht over één en ander een bespreking te beleggen op 2 april 2015. Bij e-mail van 31 maart 2015 heeft [C] aan [E] en [D] laten weten dat onduidelijk is waarom het in het belang van Proov c.s. zou zijn om de door [E] voorgestane weg te kiezen en andere financieringsmogelijkheden uit te sluiten en vragen gesteld over de achtergrond van de door [E] op 14 maart 2015 voorgestelde agendapunten.
2.17
Op 3 april 2015 heeft Pindustry bij brief aan Proov Holding een nieuw financieringsvoorstel (
a non-binding indicative offer) gedaan kort gezegd inhoudende dat Pindustry (i) € 2,62 miljoen zal investeren – waarvan € 520.000 zal worden aangewend om de IP-rechten van IPT terug te kopen van CXW en € 600.000 om het belang van Proov in IPT uit te breiden tot 75% – en (ii) de positie van [B] als aandeelhouder en verstrekker van de CLA zal overnemen, waarna de aandelen in Proov Holding als volgt zullen zijn verdeeld: Pindustry 60%, Leanpro 15%, E-Tacc 10%, [A] 9% en nieuw aan te trekken CEO en/of CFO 6%. Bij brief van dezelfde datum heeft Leanpro dit voorstel voorgelegd aan [A], E-Tacc en [B] en zich op het standpunt gesteld dat het in het licht van dit voorstel niet is in te zien waarom het in het belang van Proov c.s. zou zijn om te kiezen voor een andere weg die samengaat met het afstoten van het belang in IPT.
2.18
Op 13 april 2015 heeft [E] aan [C] en [D] een agenda voor een bestuursvergadering op 14 april 2015 gezonden met als agendapunt onder meer:

Proposed Board Decision (…): The board decides to suspend (in Dutch op non-actief) (…) Leanpro (…) immediately from now on and for the time being. This decision is based on the fact that Rene [C] is repeatedly taking action by himself without consent from the board upfront and in some cases even against the clear written statements from the other Board members.
Tijdens de bestuursvergadering van 14 april 2015 is Leanpro als bestuurder “geschorst”.
2.19
Op 16 april 2015 heeft Pindustry haar tweede financieringsvoorstel ingetrokken met als toelichting: “
It is due to the lack of commitment of the shareholders of Proov to respond quickly and professionally on what we saw as a very serious offer that we have decided to no longer proceed.
2.2
Op 30 april 2015 is tussen CXW en IPT (daarbij vertegenwoordigd door [E]) een overeenkomst gesloten, onder meer inhoudende dat het recht van IPT om haar IP-rechten terug te kopen wordt verlengd tot 30 juni 2015, welke termijn nadien stilzwijgend eenmaal kan worden verlengd (naar de Ondernemingskamer begrijpt met twee maanden).
2.21
Bij brief van 30 april 2015 hebben [E] en [D] namens Proov Holding afwijzend gereageerd op de bezwaren van Leanpro. Leanpro heeft bij brief van haar advocaat van 1 mei 2015, onder verwijzing naar de hierboven genoemde brief van 22 maart 2014, aangekondigd een enquêteverzoek te zullen doen.
2.22
Op 5 mei 2015 hebben [E] en [D] namens Proov Holding een aandeelhoudersvergadering bijeengeroepen op 22 mei 2015 met als agendapunt onder meer het ontslag van Leanpro als bestuurder.
2.23
Bij e-mail van 10 mei 2015 heeft [C] aan [D] verzocht om een concreet voorstel van [B], naar aanleiding van de mededeling dat [B] zich op 8 mei 2015 bereid heeft verklaard ten minste € 1 miljoen en zo nodig nog meer te investeren. Op 11 mei 2015 heeft [H] aan [C] een concept-overeenkomst tussen alle aandeelhouders van Proov Holding toegezonden, welk concept onder meer inhoudt:
“1.
Short term
[[B]] will make available € 1 mln (...) which (...) will be released under the following conditions:
-
(...)
-
Board memberships [Leanpro en [A]] are suspended. [E-Tacc] will continue;
-
From € 1 mln, 250K will be spend for share issue Proov when needed together with exercise conversion rights [[B]]: result is 250k cash input in Proov and dilution. Money to be spend on payments to [Leanpro] and larger claims threatening Proov;
-
From € 1 mln, 750K will be spend on a loan to IPT, conditions and securities to be arranged for. The input in IPT means sufficient opportunities for IPT to pay back on the 240K loan granted earlier by Proov to IPT, thus generating liquidity for Proov as well.
2. Long(er) term
-
[[B]] will arrange for input of € 1,5 mln in Proov/IPT through loan or share issue;
-
Search for new/knowledgeable CEO;
-
Roles for [[C], [D] en [E]] to be defined.

3.De gronden van de beslissing

3.1
Leanpro heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid van Proov Holding en Proov en dat onmiddellijke voorzieningen dienen te worden getroffen. Zij heeft daartoe kort gezegd aangevoerd dat binnen het bestuur en binnen de algemene vergadering van aandeelhouders een impasse bestaat, in het bijzonder met betrekking tot de urgente besluitvorming over de verdere financiering van Proov Holding en Proov, dat E-Tacc en [A] aan hun medebestuurder Leanpro geen openheid van zaken verschaffen over de plannen om het belang in IPT af te stoten en dat wettelijke en statutaire regels omtrent de
governanceworden geschonden.
3.2
Proov c.s., [A] en E-Tacc hebben verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen. Zij hebben zich op het standpunt gesteld dat geen sprake is van een impasse en dat [A] en E-Tacc tezamen met [B] in staat zijn de financiële problemen van Proov c.s. het hoofd te bieden en dat de
governancestructuur en de bepalingen van de CLA daartoe toereikend zijn.
3.3
Ook [B] heeft zich op het standpunt gesteld dat geen onmiddellijke voorzieningen getroffen zouden moeten worden. Er is volgens [B] geen impasse en ook anderszins geen reden voor twijfel aan een juist beleid.
3.4
De Ondernemingskamer overweegt als volgt.
3.5
Tussen partijen is niet in geschil dat Proov c.s. zich reeds geruime tijd in een nijpende financiële situatie bevinden. Het voortbestaan van Proov c.s. vergt adequate besluitvorming op korte termijn. De Ondernemingskamer constateert dat, ook al is er geen impasse in de zin van een patstelling, het in de afgelopen maanden heeft ontbroken aan constructief overleg en constructieve besluitvorming, zowel op het niveau van het bestuur als op het niveau van de algemene vergadering van aandeelhouders. Ter illustratie verwijst de Ondernemingskamer naar de volgende omstandigheden en gebeurtenissen:
de gang van zaken rondom de algemene vergadering van aandeelhouders van 25 februari 2015 (zie 2.13 en 2.14) waaruit onder meer blijkt dat (i) tussen de bestuursleden Leanpro ([C]) en E-Tacc ([E]) geen overleg heeft plaatsgevonden over de door E-Tacc aan de aandeelhoudersvergadering voorgelegde voorstellen, waaronder het verstrekkende voorstel tot het afstoten van het 60%-belang in IPT, (ii) dat die voorstellen pas op de dag van de vergadering zelf zijn geagendeerd en (iii) dat geen overeenstemming bestaat over de inhoud van de notulen van die vergadering.
De gang van zaken rond de algemene vergadering van aandeelhouders van 17 maart 2015 (zie 2.15), toen opnieuw niet tijdig voorstellen zijn geagendeerd, welke voorstellen bovendien geen vrucht waren van collegiaal overleg binnen het bestuur.
De interne communicatie rondom de financieringsvoorstellen van 5Square, Pindustry en [F]; uit de hierboven weergegeven feiten (in het bijzonder die sub 2.16, 2.17 en 2.19) blijkt dat het bestuur van Proov Holding er niet is geslaagd te komen tot collegiale besluitvorming over de voor- en nadelen van de verschillende scenario’s voor financiering van Proov c.s. Het is in dat verband opmerkelijk dat E-Tacc en [A] niet tijdig en niet inhoudelijk hebben gereageerd op de in 2.16 en 2.17 genoemde brieven van Leanpro.
De gang van zaken rond de “schorsing” van Leanpro als bestuurder (zie 2.18), welke schorsing (i) niet berust op enige bevoegdheid ter zake van de beide andere bestuurders en (ii) kennelijk de reactie is op het initiatief van Leanpro dat heeft geleid tot het tweede financieringsvoorstel van Pindustry.
3.6
Het bovenstaande is naar het voorlopig oordeel van de Ondernemingskamer een gegronde reden voor twijfel aan een juist beleid en juiste gang van zaken. Dat geldt in het bijzonder omdat het bestuur niet in staat is gebleken om, met het vennootschappelijk belang van Proov c.s. als richtsnoer, (i) op zorgvuldige wijze vast te stellen op welke wijze het best kan worden voorzien in de noodzakelijke financiering van Proov c.s. – door derden en/of door [B] en al dan niet met behoud van de deelneming in IPT – en (ii) besluitvorming daarover door de algemene vergadering van aandeelhouders op behoorlijke wijze voor te bereiden. [A] en E-Tacc geven blijk van een voorkeur voor [B] als financier, maar hebben [B] kennelijk niet bewogen tot een meer concreet voorstel dan hetgeen hierboven in 2.23 is weergegeven. Ter zitting heeft [B] desgevraagd bevestigd dat er van haar kant geen sprake is van een hard voorstel, maar (slechts) van een bereidheid te praten over een investering van ten minste € 1 miljoen.
3.7
Zoals ook ter zitting naar voren is gekomen, is de verstandhouding tussen [C] enerzijds en [E] en [D] (en [F]) anderzijds ernstig verstoord en wordt die verstandhouding gekenmerkt door wederzijds wantrouwen. Er is al geruime tijd geen deugdelijke informatie-uitwisseling en collegiale besluitvorming meer binnen het bestuur. Anders dan Proov c.s., [A], E-Tacc en [B] hebben aangevoerd is niet aannemelijk dat met het voorgenomen ontslag van Leanpro als bestuurder een situatie zal worden bereikt waarin alsnog adequate besluitvorming in de in 3.6 bedoelde zin, dat wil zeggen na zorgvuldige afweging van de alternatieven, zal plaatsvinden, reeds omdat de alsdan resterende bestuurders menen dat met het besluitvormingsproces tot dusver wat betreft hun aandeel daarin niets mis is. Voorts is, gelet op de inhoud van de aandeelhoudersovereenkomst (zie 2.6), aannemelijk dat besluitvorming over verdere financiering van Proov c.s. gehinderd wordt door de door die overeenkomst vereiste unanimiteit. Partijen verschillen van mening over de reikwijdte van de bepalingen in de aandeelhoudersovereenkomst en over de vennootschappelijke doorwerking daarvan (nu de statuten geen unanimiteit vereisen), maar aannemelijk is dat reeds de daaruit voortvloeiende onzekerheid een belemmering kan vormen voor het aantrekken van additioneel kapitaal. De Ondernemingskamer acht het daarom in het belang van Proov c.s. nodig de in het dictum te noemen onmiddellijke voorzieningen te treffen. Naast deze voorzieningen acht de Ondernemingskamer het treffen van meer of andere voorzieningen niet nodig.
3.8
De Ondernemingskamer zal de beslissing op het verzoek tot gelasten van een enquête aanhouden. De Ondernemingskamer zal dienovereenkomstig – anders dan ter zitting is medegedeeld – ook de beslissing omtrent de proceskosten aanhouden.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
benoemt bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding – voor zover nodig in afwijking van de statuten – een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon tot bestuurder van Proov Holding B.V. met beslissende stem en bepaalt dat deze bestuurder zelfstandig bevoegd is Proov Holding B.V. te vertegenwoordigen;
bepaalt bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding dat alle aandelen in Proov Holding B.V., behoudens één aandeel van ieder van de aandeelhouders, ten titel van beheer met ingang van heden zijn overgedragen aan een door de Ondernemingskamer nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken beheerder, onder de bepaling dat voor zover de aandeelhoudersovereenkomst unanimiteit vereist voor besluiten van de algemene vergadering van aandeelhouders, dit vereiste niet geldt in geval van besluitvorming door de algemene vergadering van aandeelhouders voor de duur van de onderhavige onmiddellijke voorziening;
bepaalt dat het salaris en de kosten van de bestuurder en van de beheerder van de aandelen ten laste komen van Proov Holding B.V. en bepaalt dat Proov Holding B.V. voor de betaling daarvan ten genoege van de bestuurder respectievelijk de beheerder van de aandelen zekerheid dient te stellen vóór de aanvang van diens werkzaamheden;
wijst het verzoek voor zover het strekt tot het treffen van meer of andere onmiddellijke voorzieningen af;
houdt iedere verdere beslissing aan;
verklaart deze beschikking voor uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. M.M.M. Tillema, raadsheren, en prof. dr. R.A.H. van der Meer RA en drs. J.B.M. Streppel, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 21 mei 2015 en op schrift gesteld op 26 mei 2015.