ECLI:NL:GHAMS:2015:1809

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 mei 2015
Publicatiedatum
18 mei 2015
Zaaknummer
200.162.883/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar de waarde van aandelen in Vereenigde Ingenieursbureaux ‘VIBA’ N.V. na verzoek van VIBA Holding B.V.

In deze zaak heeft VIBA Holding B.V. de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam verzocht om een onderzoek naar de waarde van de over te dragen aandelen in de naamloze vennootschap Vereenigde Ingenieursbureaux ‘VIBA’ N.V. De zaak is gestart met een dagvaarding op 22 december 2014, waarbij VIBA Holding gedaagden heeft opgeroepen om hun aandelen over te dragen. De vordering is gebaseerd op artikel 2:92a van het Burgerlijk Wetboek, dat de mogelijkheid biedt voor een meerderheidsaandeelhouder om aandelen van minderheidsaandeelhouders te kopen.

De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat VIBA Holding ten minste 95% van het geplaatste kapitaal van VIBA bezit, wat noodzakelijk is voor de toewijzing van de vordering. De gedaagden zijn niet verschenen, waardoor verstek is verleend. VIBA Holding heeft een bod gedaan van € 110,00 per aandeel, maar de Ondernemingskamer oordeelt dat de onderbouwing van deze prijs onvoldoende is. Daarom is besloten om een deskundigenonderzoek te gelasten om de waarde van de aandelen vast te stellen.

De Ondernemingskamer heeft dr. J. Vis aangesteld als deskundige om de waarde van de aandelen te bepalen. De kosten van het onderzoek zijn vastgesteld op maximaal € 15.000, die door VIBA Holding moeten worden voorgeschoten. De deskundige moet zijn bevindingen uiterlijk op 11 augustus 2015 indienen. De zaak is vervolgens verwezen naar de Eerste Enkelvoudige Kamer voor verdere behandeling na het deskundigenbericht.

Uitspraak

arrest
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.162.883/01 OK
arrest van de Ondernemingskamer van 12 mei 2015
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VIBA HOLDING B.V.,
gevestigd te Zoetermeer,
EISERES,
advocaat:
mr. P.C.A. Laarhoven-van der Mark, kantoorhoudende te Leiden,
t e g e n

1.[A],

wonende te [.....],
2. [B],
wonende te [.....],
3.
DE GEZAMENLIJKE GERECHTIGDEN TOT DE DOOR NEDERLANDS CENTRAAL INSTITUUT VOOR GIRAAL EFFECTENVERKEER B.V. IN VERZAMELDEPOT GEHOUDEN AANDELEN IN HET GEPLAATSTE KAPITAAL VAN DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP VEREENIGDE INGENIEURSBUREAUX “VIBA” N.V., GEVESTIGD TE ZOETERMEER,
zonder bekende woon- of verblijfplaats in of buiten Nederland
GEDAAGDEN,
niet verschenen.

1.Het verloop van het geding

1.1
Eiseres (hierna VIBA Holding te noemen) heeft bij exploten van 22 december 2014 gedaagden gedagvaard en gevorderd dat de Ondernemingskamer bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad,
1) gedaagden veroordeelt het onbezwaarde recht op de door elk van hen gehouden girale effecten in het geplaatste kapitaal van Vereenigde Ingenieursbureaux ‘VIBA’ N.V. (hierna VIBA te noemen), gevestigd te Zoetermeer, over te dragen aan VIBA Holding;
2) primair de prijs van de over te dragen girale effecten vaststelt op € 110,00 per giraal effect per datum van het arrest, dan wel, subsidiair, op een zodanig bedrag in euro’s als door de Ondernemingskamer in goede justitie te bepalen, per een door de Ondernemingskamer te bepalen datum;
3) bepaalt dat, zolang en voor zover de prijs niet is betaald, deze wordt verhoogd met de wettelijke rente vanaf de datum van het toewijzend arrest of, subsidiair, vanaf de datum als door de Ondernemingskamer in goede justitie is bepaald, tot de datum van overdracht of de dag van consignatie van de prijs met rente overeenkomstig artikel 2:92a lid 8 BW;
4) bepaalt dat uitkeringen op de over te dragen girale effecten die in de hiervoor onder 3) bedoelde periode betaalbaar worden gesteld, op de dag van betaalbaarstelling strekken tot gedeeltelijke betaling van de prijs;
5) VIBA Holding veroordeelt de vastgestelde prijs met rente te betalen aan gedaagden tegen levering van het onbezwaarde recht op de girale effecten;
6) gedaagden die verweer voeren tegen de vordering veroordeelt in de kosten van het geding.
1.2
Tegen gedaagden is verstek verleend. VIBA Holding heeft op 3 februari 2015 arrest gevraagd.

2.De feiten

2.1
Atlantic Capital B.V. heeft namens VIBA Holding bij brief van 28 mei 2014 aan alle houders van aandelen op naam en alle houders van girale effecten op naam in het kapitaal van VIBA een bod van € 110,00 per aandeel/effect gedaan op alle aandelen en girale effecten in het kapitaal van VIBA.
2.2
Bij brief van 13 september 2014 heeft VIBA Holding aan degenen die hun aandelen of effecten niet hebben aangeboden na de in 2.1 genoemde brief, het bod herhaald.

3.De gronden van de beslissing

3.1
VIBA Holding heeft de vordering gegrond op artikel 2:92a BW. Nu tegen gedaagden verstek is verleend, dient de Ondernemingskamer ambtshalve te onderzoeken of VIBA Holding als aandeelhouder ten minste 95% van het geplaatste kapitaal van VIBA verschaft en of de vordering is ingesteld tegen de gezamenlijke andere aandeelhouders.
3.2
VIBA Holding heeft gesteld dat het geplaatste kapitaal van VIBA € 3.346.200 bedraagt en is verdeeld in 74.360 gewone aandelen. Er zijn volgens haar 20.494 aandelen gedeponeerd bij het Girodepot van Euroclear Nederland. Voorts heeft VIBA Holding gesteld dat zij per datum van het uitbrengen van de dagvaarding voor eigen rekening 53.866 aandelen en 19.256 girale effecten hield, derhalve in totaal 73.122 aandelen/effecten. Ter staving van haar stellingen met betrekking tot het geplaatste aandelenkapitaal van VIBA en haar aandelenbezit heeft VIBA Holding overgelegd (kopieën van):
(a) de huidige statuten van VIBA;
(b) een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel met betrekking tot VIBA van 22 december 2014;
(c) een verklaring van het bestuur van VIBA van 27 november 2014 betreffende het geplaatste aandelenkapitaal, het aantal door VIBA in zich zelf gehouden aandelen en het percentage van het aandelenkapitaal dat VIBA Holding houdt;
(d) een verklaring van ING Bank N.V. van 26 november 2014 ten aanzien van de door haar voor VIBA Holding in bewaring gehouden aandelen;
(e) een verklaring van mr. H.L.J. Kamps, notaris te Leiden van 28 november 2014, waarin hij onder meer verklaart:

op basis van de aan hem ter beschikking gestelde stukken, waaronder onder meer:

het Aandeelhoudersregister;

de Akten van Levering;

de Bestuursverklaring;

de ING Verklaring;

de Statuten;

het Uittreksel,
dat:
1.
(…)
2.
(…)
3.
thans zodoende het totale geplaatste en uitstaande kapitaal van [VIBA] uit 74.360 Aandelen bestaat;
4.
sinds 28 mei 2014 door VIBA Holding (i) 53.866 Aandelen op naam en (ii) 19.256 Aandelen in girale vorm zijn verkregen en thans derhalve in totaal 73.142[dit bedrag berust op een kennelijke verschrijving, de optelsom komt uit op 73.122, opm. Ondernemingskamer]
Aandelen door VIBA Holding worden gehouden;
5.
elk Aandeel, met uitzondering van Aandelen die door [VIBA] worden gehouden in haar eigen kapitaal, recht geeft op het uitbrengen van één stem in de algemene vergadering van [VIBA];
6.
uit de verklaringen onder 1, 2, 3, 4 en 5 is af te leiden dat VIBA Holding 98,36% (afgerond op twee decimalen) van het geplaatste en uitstaande kapitaal van [VIBA] verschaft en derhalve tevens 98,36% (afgerond op twee decimalen) van de stemrechten in de algemene vergadering van [VIBA] vertegenwoordigt.
3.3
Op grond van de overgelegde stukken, mede in onderling verband bezien, staat naar het oordeel van de Ondernemingskamer vast dat VIBA Holding op de dag van dagvaarding voor eigen rekening 73.122 aandelen in VIBA hield en aldus ten minste 95% van het geplaatste kapitaal van VIBA verschafte.
3.4
Voorts blijkt uit de in het geding gebrachte stukken dat VIBA Holding alle gezamenlijke andere aandeelhouders (deugdelijk) heeft gedagvaard. De vordering is ook in zoverre deugdelijk.
3.5
Gesteld noch gebleken is dat aan de door gedaagden gehouden aandelen bijzondere rechten inzake de zeggenschap in de vennootschap zijn verbonden, een gedaagde ondanks de vergoeding ernstige stoffelijke schade zou lijden door de overdracht, of VIBA Holding jegens een gedaagde afstand heeft gedaan van haar bevoegdheid de hier aan de orde zijnde vordering in te stellen.
3.6
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen kan de vordering van VIBA Holding in beginsel worden toegewezen en resteert nog slechts de vaststelling van de door VIBA Holding te betalen prijs voor de over te dragen aandelen. Ten aanzien daarvan heeft VIBA Holding overgelegd (kopieën van):
1. het document “Onze visie op de waarde van het aandeel VIBA N.V.” van Lingedael Corporate Finance (hierna: Lingedael) van 23 mei 2014;
2. de jaarrekeningen van VIBA over de boekjaren 2011, 2012 en 2013.
3.7
De Ondernemingskamer acht zich thans nog niet voldoende voorgelicht om zelfstandig de prijs te kunnen bepalen en overweegt als volgt.
3.8
De onder dit bod geboden prijs is door VIBA Holding onvoldoende onderbouwd. Lingedael heeft in het hiervoor in 3.6 onder 1 genoemde document geen toelichting gegeven op de gebruikte getallen en percentages waardoor deze voor de Ondernemingskamer niet verifieerbaar zijn. Daar komt bij dat niet zonder meer duidelijk is of en in hoeverre bij de transacties onder het onderhands bod, waarover VIBA Holding geen nadere details bekend heeft gemaakt, nog andere overwegingen dan de aangeboden prijs een rol hebben gespeeld. Dit rapport biedt onvoldoende grond om als basis te dienen voor de vaststelling van de waarde van de uit te kopen aandelen.
3.9
Gelet op het voorgaande zal de Ondernemingskamer een deskundigenonderzoek naar de waarde van de over te dragen aandelen gelasten zoals hierna te vermelden. Met de benoeming van één deskundige kan in deze zaak worden volstaan, met dien verstande dat het de te benoemen deskundige vanwege de aard van zijn onderzoek vrijstaat zo nodig de deskundigheid van (een) ander(en) in te roepen. De te benoemen deskundige dient de waarde van de over te dragen aandelen per een zo recent mogelijke, voor de hand liggende datum te bepalen met inachtneming van alle feiten en omstandigheden die deze waarde bepalen. Indien de deskundige, mede op basis van het overgelegde deskundigenrapport van Lingedael en van de informatie die eiseres hem verschaft over de aan dat rapport ten grondslag liggende veronderstellingen, - zonder een volledig onderzoek - constateert dat redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de waarde van de aandelen niet hoger is dan de primair gevorderde prijs van € 110,00 per aandeel, kan hij met die constatering en motivering daarvan volstaan.
3.1
De Ondernemingskamer zal bepalen dat het voorschot op de kosten van het deskundigenonderzoek ten laste komt van VIBA Holding.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beveelt een onderzoek door dr. J. Vis te Amsterdam naar de waarde van de over te dragen aandelen in het geplaatste kapitaal van Vereenigde Ingenieursbureaux ‘VIBA’ N.V., gevestigd te Zoetermeer, een en ander met inachtneming van hetgeen in dit arrest is overwogen;
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 15.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
bepaalt dat VIBA Holding B.V. binnen drie weken na heden dat bedrag dient te voldoen op een door de deskundige aan te duiden wijze dan wel ten genoege van de deskundige vóór aanvang van zijn werkzaamheden voor de betaling van dat bedrag zekerheid dient te stellen op een door de deskundige aan te duiden wijze en bepaalt dat de deskundige niet met zijn werkzaamheden behoeft aan te vangen dan nadat betaling of zekerheidsstelling plaats heeft gevonden;
bepaalt dat de deskundige bij zijn onderzoek Viba Holding B.V. in de gelegenheid dient te stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen en dat uit het schriftelijk bericht dient te blijken dat aan dit voorschrift is voldaan;
bepaalt dat van de inhoud van de opmerkingen en de verzoeken in het schriftelijk bericht van de deskundige melding wordt gemaakt;
bepaalt dat de deskundige uiterlijk op 11 augustus 2015 zijn schriftelijk en ondertekend bericht doet toekomen aan de griffier van de Ondernemingskamer;
bepaalt dat de griffier van de Ondernemingskamer onverwijld een afschrift van dit arrest en van het procesdossier aan de deskundige zal doen toekomen;
verwijst de zaak naar de terechtzitting van de Eerste Enkelvoudige Kamer voor de Behandeling van Burgerlijke Zaken (rol van de Ondernemingskamer) van dinsdag 8 september 2015 voor het desgewenst nemen van een akte na deskundigenbericht onderscheidenlijk het vragen van arrest;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mr. P. Ingelse, voorzitter, mr. A.C. Faber en mr. M.M.M. Tillema, raadsheren, prof. dr. R.A.H. van der Meer RA en drs. J. van den Belt, raden, in tegenwoordigheid van mr. H.H.J. Zevenhuijzen, griffier, en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 12 mei 2015.