In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de WOZ-waarde van een onroerende zaak voor de belastingjaren 2010, 2011 en 2012. De belanghebbende, aangeduid als [X] te [Z], had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde WOZ-waarden door de heffingsambtenaar van de gemeente Haarlemmermeer. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak, gelegen aan [A-straat 1] te [Z], vastgesteld op € 20.000 voor de jaren 2010, 2011 en 2012. De rechtbank Noord-Holland had in een eerdere uitspraak de WOZ-waarde voor de jaren 2010 en 2011 bevestigd, maar de waarde voor 2012 verlaagd tot € 19.300. De belanghebbende stelde dat de waarde te hoog was vastgesteld en verwees naar eerdere uitspraken en compromissen die lagere waarden vaststelden. Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk had gemaakt dat de WOZ-waarden voor de jaren 2010 en 2011 niet te hoog waren vastgesteld, maar dat de waarde voor 2012 niet voldoende onderbouwd was. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en stelde de waarde voor 2012 vast op € 19.300, waarbij het Hof de argumenten van de belanghebbende verwierp. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er kan beroep in cassatie worden ingesteld.