ECLI:NL:GHAMS:2015:1724
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- H.E. Kostense
- B.J.E. Lodder
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van het Gerechtshof Amsterdam in geschil over aanslag afvalstoffenheffing voor kleinzoon van ex-KNIL-militair
In deze zaak gaat het om de bevoegdheid van het Gerechtshof Amsterdam om kennis te nemen van het hoger beroep van een belanghebbende, die de kleinzoon is van een oud-KNIL-militair. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen een aanslag afvalstoffenheffing die hem is opgelegd door de gemeente Amsterdam. De aanslag, gedateerd op 31 maart 2013, bedraagt € 334 en is opgelegd voor het jaar 2013. De rechtbank Amsterdam heeft het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna hij in hoger beroep is gegaan bij het Gerechtshof. De belanghebbende stelt dat het Hof niet bevoegd is, omdat hij zijn rechten baseert op zijn afkomst als kleinzoon van een ex-KNIL-militair en de bijbehorende regelingen. Het Hof oordeelt echter dat, ongeacht de gronden van het beroep, het gerechtshof de bevoegde instantie is om het hoger beroep te behandelen, omdat de aanslag is opgelegd op basis van de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrecht stadsdeel Zuid 2013, die haar grondslag vindt in de Wet milieubeheer.
Het Hof behandelt ook de vraag of de aanslag kan worden ingevorderd. De belanghebbende betoogt dat hij niet belastingplichtig is, omdat hij tijdelijk in Nederland verblijft en aanspraak maakt op sociale voorzieningen voor ex-KNIL-militairen. Het Hof stelt vast dat de belastingplicht voor de afvalstoffenheffing niet afhankelijk is van inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie, maar van het gebruik van een perceel waarvoor een inzamelingsverplichting geldt. De belanghebbende heeft geen feiten aangedragen die recht geven op een vrijstelling van de afvalstoffenheffing. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.