Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Bijzondere voorwaarden verzekeringen met winstdeling(aangeduid als RFD-voorwaarden) van toepassing verklaard.
3.Beoordeling
begroten van een rendement van 7% is broodje aap!(mvg blz. 16) is ongefundeerd. Los daarvan is niet aannemelijk geworden dat de kosten een negatieve invloed hebben gehad op de waardeontwikkeling van het depot. Weliswaar heeft [appellant] te bewijzen aangeboden dat bij een rendement van 7% na dertig jaar het prognosebedrag niet kon worden gehaald, maar deze stelling is niet toegelicht en onderbouwd. Het komt het hof voor dat op dit punt met een relatief eenvoudige rekensom een begin van bewijs had kunnen worden bijgebracht. Dat geldt temeer waar L&G aan [appellant] daartoe bruikbare gegevens heeft verschaft met onder meer de gedetailleerde overzichten
depotwaardeverloopmet een specificatie van in rekening gebrachte kosten (inleidende dagvaarding, productie 22). Bovendien heeft L&G onweersproken gesteld dat in het voortraject van de hiervoor aangehaalde identieke procedure bij de Geschillencommissie van het KiFiD een onafhankelijk actuaris is geraadpleegd voor advies en dat - kort gezegd - geen onregelmatigheden zijn geconstateerd in de door L&G gehanteerde berekeningen (cva onder 3.20).
een moderne beleggingsverzekeringwordt genoemd, maakt dat niet anders, omdat die kwalificatie onverlet laat dat de specifieke kenmerken van het product naar de destijds geldende maatstaven voldoende kenbaar waren uit de polisvoorwaarden. De term beleggingsverzekering in de offerte had toen nog niet de betekenis als waar [appellant] op doelt. De stelling van [appellant] dat de polisvoorwaarden hem niet ter hand zijn gesteld, kan hem niet baten nu hij daaraan geen conclusie verbindt; in het bijzonder niet dat de voorwaarden op de voet van art. 6:233 aanhef en onder b. BW vernietigbaar zijn en dat hij daar een beroep op doet. Los daarvan is die stelling niet erg aannemelijk, gelet op de verwijzing naar de bijzondere polisvoorwaarden op het tweede polisblad en het feit dat [appellant] de bijzondere voorwaarden zelf bij de inleidende dagvaarding in het geding heeft gebracht.