Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op enig tijdstip in of omstreeks de periode van 25 juni tot en met 26 juni 2010 te Amsterdam opzettelijk (en met voorbedachten rade) [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet (en na kalm beraad en rustig overleg), die [slachtoffer] met een een hamer, althans een zwaar en/of hard en/of puntig voorwerp een- of meerma(a)l(en) op/tegen zijn hoofd geslagen waardoor verstoring en/of verlies van de hersenfunctie is ingetreden, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
hij op enig tijdstip in of omstreeks de periode van 25 juni tot en met 26 juni 2010 te Amsterdam opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet die [slachtoffer] met hamer, althans een zwaar en/of hard en/of puntig voorwerp een- of meerma(a)l(en) op/tegen zijn hoofd geslagen waardoor verstoring en/of verlies van de hersenfunctie is ingetreden, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden, welke vorenomschreven doodslag werd gevolgd en/of vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten diefstal (met geweld), en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren.
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
Vonnis waarvan beroep
Standpunt van het openbaar ministerie
Standpunt van de verdediging
secundary transfer. De raadsman stelt ook dat de op de plaats delict aangetroffen schoenzool afdruk die gezien moet worden als daderspoor, wijst in de richting van een andere dader nu de verdachte dergelijke schoenen niet draagt. Ten slotte kan de door de advocaat-generaal genoemde wekkerradio niet bijdragen aan het bewijs omdat de stroomonderbreking moet zijn hersteld op een tijdstip dat Hagen op de beelden buiten wordt gezien. Dit brengt de raadsman tot een alternatief scenario, te weten de niet uit te sluiten mogelijkheid dat de dader via de achterkant de woning van [slachtoffer] heeft betreden via het raam dan wel de deur van de slaapkamer. Voorts geldt dat verdachtes verklaring dat hij op 25 juni 2010 niet bij [slachtoffer] binnen is geweest, aannemelijk is, althans niet kan worden uitgesloten op basis van de beeldfragmenten van de [winkel]-camera. Naar het oordeel van de raadsman zitten er hiaten tussen de beeldopnamen die dermate groot zijn dat de reële mogelijkheid bestaat dat de verdachte de afstand van de woning van [slachtoffer] tot de hoek van de straat omstreeks 11:29:23 uur en vice versa omstreeks 12:08:50 uur heeft kunnen afleggen zonder door de camera te worden geregistreerd.
Overwegingen en oordeel van het hof
I - Wanneer is het letsel bij [slachtoffer] toegebracht?
premortale intervalgeldt het volgende.
postmortale intervalgeldt het volgende.
snelle modusregistreert het systeem met meerdere beelden per seconde alles wat er in de [straat waaraan de woning van het slachtoffer is gelegen] gebeurt en legt die beelden ook vast met de recorder. Het hof stelt vast dat zolang de snelle modus actief is, het onmogelijk is om de woning van het slachtoffer te benaderen of te verlaten zonder dat dat door de camera wordt geregistreerd en vastgelegd. De afstand tussen [de woning van het slachtoffer] en de camera bedraagt 17.40 meter. De snelle modus treedt in ieder geval in werking bij bewegingen op een maximale afstand van 6 tot 10 meter van de camera. Dat betekent dat als een persoon uit de richting van de camera komt en loopt in de richting van de deur van de woning van [slachtoffer] hij altijd de snelle modus zal activeren en op beeld zal worden vastgelegd. Het is dan ook onmogelijk om van die kant (de kant van [winkel]/de [straat 3]) de woning van [slachtoffer] ongezien te benaderen. De afstand tussen de woning van [slachtoffer] en de hoek van de [straat waaraan de woning van het slachtoffer is gelegen] met de [straat 1] bedraagt ruim 18 meter. Bij een gewone wandelsnelheid van 5 km/u duurt het 13 seconden voordat een persoon komende vanuit de [straat 1] bij de deur van de woning van [slachtoffer] arriveert of visa versa. Het hof stelt dan ook vast dat indien de tijd tussen twee opeenvolgende opnamen in snelle modus kleiner of gelijk is aan 13 seconden het uitgesloten is dat verdachte de afstand tussen hoek van de straat en voordeur van het slachtoffer wandelend heeft overbrugd zonder dat hij op één van de opeenvolgende beelden in de snelle modus zichtbaar is.
trage (standaard) moduswordt achtereenvolgens elke (ongeveer) 2,5 seconden een opname met één van de vijf camera’s gemaakt. Met camera 1 die buiten aan de gevel hangt, wordt in de trage modus dan ook maar één beeldopname per (ongeveer) 15 seconden gemaakt. In theorie is het dan ook mogelijk om binnen de tijd tussen twee opnamen in langzame modus lopend vanuit de [straat 1] voor de voordeur van de woning van [slachtoffer] te arriveren. Staat de verdachte daarbij precies achter de vlag, dan is hij niet zichtbaar. Daarbij komt dat niet iedere beeldopname die om de 15 seconden in de standaard modus wordt gemaakt, op de recorder wordt opgeslagen. Of een beeldopname wordt opgeslagen, is - zo blijkt uit de verklaring van [getuige A] - afhankelijk van de vraag of het systeem de verandering in het straatbeeld groot genoeg vindt. Als de verschillen volgens het systeem te gering zijn, wordt soms alleen het oude en soms alleen het nieuwe beeld bewaard. Het is dan ook mogelijk dat één beeld onder twee of meer verschillende tijdstippen is opgeslagen, omdat het systeem de veranderingen van de in tijd opeenvolgende opnames niet groot genoeg vond. In de langzame modus correspondeert de tijdsaanduiding bij een opname daarmee niet altijd met de werkelijke (systeem)tijd van de opname. Hierdoor is het mogelijk dat er in een bepaalde tijdspanne maar één opname per 30 seconden (maar dan wel opgeslagen onder twee verschillende tijdstippen), één per 45 seconden, of in theorie zelfs maar één opname per 5 minuten werd opgeslagen. Deze ene opname is dan wel met verschillende tijdsaanduidingen. Voor zover er maar één opname per 30 seconden of langer wordt vastgelegd worden de mogelijkheden voor de verdachte om ongezien naar de voordeur van de woning van het slachtoffer te lopen aanzienlijk groter. Het hof stelt dan ook vast dat het zolang de standaard modus actief is (één beeld per 15 seconde), mogelijk is om de woning van [slachtoffer] te benaderen of te verlaten zonder dat dat door de camera wordt geregistreerd en vastgelegd. Voor zover niet ieder beeld ook daadwerkelijk is vastgelegd, wordt die kans vele malen groter.
vande voordeur verplaatst (ná 11.29.23 uur), respectievelijk zich
naarde voordeur verplaatst (vóór 12:08:50 uur).
11:29:23 uur
snellemodus stond en het, zoals het hof eerder vaststelde, in de snelle modus onmogelijk is om de woning van [slachtoffer] te verlaten zonder dat dat door de camera wordt geregistreerd en vastgelegd. Nu de verdachte niet zichtbaar is op de beelden, stelt het hof daarmee vast dat de verklaring van de verdachte dat hij nadat hij op de beelden zichtbaar werd meteen is weggegaan, onjuist is. Het hof stelt vast dat de verdachte zich weer in de richting van de voordeur van de woning heeft bewogen. Nog in dezelfde seconde (11:29:23 uur) komt een man in beeld die komend vanaf de camera richting de [straat 1] loopt. Van deze man zijn ruim 20 beelden in het dossier aanwezig tot het moment dat hij voor de woning van [slachtoffer] langsloopt. Dit is een afstand van ongeveer 17 meter waarover de persoon met een gemiddelde wandelsnelheid van 5 kilometer per uur ongeveer 12 seconden doet. De verdachte is op geen van die beelden te zien terwijl hij, gelet op het feit dat die man zowel ter hoogte van de [de woning van het slachtoffer] meermalen op verschillende beelden is vastgelegd, wel op beeld had moeten zijn vastgelegd indien hij daadwerkelijk direct was weggelopen.
Het hof verwerpt dit verweer nu deze persoon blijkens het proces-verbaal van de verbalisant [10] van 12 december 2013 niet in het bezit was van een grote gele tas die de verdachte om 12:08:50 uur wel bij zich heeft op het moment dat hij weer zichtbaar wordt.
denktdat een en ander als volgt is gegaan.
Alshet klopt dat hij die dag omstreeks 11:25 uur door de [straat 1] is gelopen dan kan hij degene zijn die omstreeks die tijd op de beelden zichtbaar is. Hij
denktdat hij omdat [slachtoffer]) blijkbaar niet thuis was, heeft besloten om koffie te gaan drinken bij [een koffiehuis] om vervolgens nog een keer bij [slachtoffer] langs te gaan om te kijken of hij dan wel thuis was. Hij
denktdat hij dan dat hij vanuit de [straat waaraan de woning van het slachtoffer is gelegen] rechtsaf de [straat 1] is ingeslagen en over de Kloveniersburgwal naar [een koffiehuis] is gelopen. Later verklaart de verdachte nog dat hij
misschienin de tussentijd koffie heeft gedronken bij [een koffiehuis] op de Zeedijk. De herinnering dat hij op 25 juni 2010 om 11:29 uur inderdaad aan de deur is geweest, koffie is gaan drinken en daarna weer is teruggekomen, is een aantal maanden voor de zitting bij hem opgekomen. Hij weet wel zeker dat hij niet bij [slachtoffer] naar binnen is gegaan.
III - Wat blijkt uit het DNA-onderzoek?
Het FLDO komt ten aanzien van de bemonstering #03C niet tot een eenduidige conclusie over de aanwezigheid van DNA van de verdachte en [slachtoffer] in het consensus DNA-mengprofiel van 10 loci. Het DNA-profiel van [slachtoffer] past voor twee loci voor een allel niet binnen het profiel en het DNA-profiel van de verdachte past voor 3 loci voor een allel niet binnen het profiel. Ter terechtzitting van 17 december 2013 heeft drs. T. Kraaijenbrink (FLDO) aangegeven dat zij op basis van de gegevens van het NFI het door het NFI gevonden consensusprofiel wel begrijpelijk vond.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Beslag
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) jaren en 6 (zes) maanden.
teruggaveaan erven van [slachtoffer] van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: