ECLI:NL:GHAMS:2015:1230

• Datum uitspraak: 31 maart 2015
• Publicatiedatum: 7 april 2015
• Zaaknummer: 200.164.165/01 OK
• Instantie: Gerechtshof Amsterdam
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht; Ondernemingsrecht
• Procedures: Eerste aanleg - meervoudig
• Rechters: A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar; M.M.M. Tillema; M.P. Nieuwe Weme; P.M. Verboom; E. Eeftink
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Beëindiging van onderzoek en onmiddellijke voorzieningen in ondernemingsrechtelijke zaak

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, is op 31 maart 2015 een beschikking gegeven inzake de besloten vennootschap Global Middleware Consultancy B.V. (hierna: Glomidco). De verzoekster, vertegenwoordigd door mr. M. Velsink, had eerder een verzoek ingediend tot het instellen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Glomidco, wat leidde tot een beschikking van 5 maart 2015. In deze beschikking werd een onderzoek bevolen en werden onmiddellijke voorzieningen getroffen, waaronder de schorsing van de verzoekster en een andere belanghebbende als bestuurders van Glomidco.

Echter, op 27 maart 2015 werd aan de Ondernemingskamer bericht dat er een vaststellingsovereenkomst was bereikt tussen de partijen, wat leidde tot het verzoek om de procedure te beëindigen. Zowel de verzoekster als de andere betrokken partijen hebben verzocht om de beëindiging van het onderzoek en de getroffen voorzieningen. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er geen belangen zijn die zich verzetten tegen het verzochte en heeft besloten het verzoek in te willigen.

De beschikking houdt in dat het eerder bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen met ingang van de datum van de beschikking worden opgeheven. De Ondernemingskamer verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend. De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de betrokken rechters en de griffier aanwezig waren.

Uitspraak

beschikking

___________________________________________________________________

GERECHTSHOF AMSTERDAM

ONDERNEMINGSKAMER

zaaknummer: 200.164.165/01 OK

beschikking van de Ondernemingskamer van 31 maart 2015

inzake

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[verzoekster] ,

gevestigd te [....],

VERZOEKSTER ,

advocaat:
mr. M. Velsink , kantoorhoudende te Haarlem,

t e g e n

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

GLOBAL MIDDLEWARE CONSULTANCY B.V. ,

gevestigd te Almere,

VERWEERSTER ,

niet verschenen,

e n t e g e n

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[belanghebbende] ,

gevestigd te [....],

BELANGHEBBENDE,

advocaat:
mr. R.A. Subnel, kantoorhoudende te ‘s-Hertogenbosch,

e n t e g e n

de stichting

STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR GLOBAL MIDDLEWARE CONSULTANCY ,

gevestigd te Almere,

BELANGHEBBENDE ,

niet verschenen.

1. Het verloop van het geding

1.1

In het vervolg zullen partijen en andere personen als volgt worden aangeduid:

- verzoekster met [verzoekster],

- verweerster met Glomidco,

- [belanghebbende] met [belanghebbende],

- voornoemde stichting met STAK Glomidco.

1.2

Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikking van 5 maart 2015, op schrift gezet op 9 maart 2015, in deze zaak.

1.3

Bij die beschikking heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Glomidco, over de periode vanaf 1 mei 2013 tot 5 maart 2015, een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, alsmede – bij wijze van onmiddellijke voorzieningen en vooralsnog voor de duur van het geding – [verzoekster] en [belanghebbende] geschorst als bestuurders van Glomidco, mr. J.A. van der Have benoemd tot enig bestuurder van Glomidco en bepaald dat 98% van de aandelen die STAK Glomidco houdt in Glomidco ten titel van beheer aan mr. Van der Have zijn overgedragen.

1.4

Bij brief van 27 maart 2015 heeft mr. Velsink de Ondernemingskamer bericht dat onder leiding van mr. Van der Have een vaststellingsovereenkomst tussen partijen tot stand is gekomen. Voorts heeft mr. Velsink bij genoemde brief het verzoekschrift ingetrokken en de Ondernemingskamer verzocht de benoeming van mr. Van der Have als bestuurder en beheerder van aandelen te beëindigen.

1.5

Bij brief van 30 maart 2015 heeft mr. Subnel aan de Ondernemingskamer bevestigd dat partijen een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten en heeft voorts de Ondernemingskamer verzocht om de procedure te beëindigen en als ingetrokken te beschouwen, en de benoeming van mr. Van der Have als bestuurder en beheerder van aandelen te beëindigen.

1.6

Mr. Van der Have heeft bij emailbericht van 27 maart 2015 de Ondernemingskamer laten weten dat hij geen bezwaren heeft tegen beëindiging van procedure.

2. De gronden van de beslissing

Nu alle in deze procedure verschenen partijen hebben verzocht, zo begrijpt de Ondernemingskamer, het bij de beschikking van 5 maart 2015 bevolen onderzoek en de bij die beschikking getroffen onmiddellijke voorziening op te heffen en de Ondernemingskamer voorts niet is gebleken van enig belang dat zich verzet tegen het verzochte, zal de Ondernemingskamer het verzoek inwilligen, een en ander met ingang van heden.

3. De beslissing

De Ondernemingskamer:

beëindigt met ingang van heden het bij haar beschikking van 5 maart 2015 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Global Middleware Consultancy B.V., gevestigd te Almere;

beëindigt met ingang van heden de bij haar beschikking van 5 maart 2015 getroffen onmiddellijke voorzieningen;

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gegeven door mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar voorzitter, mr. M.M.M. Tillema en mr. M.P. Nieuwe Weme, raadsheren, en dr. P.M. Verboom en prof. drs. E. Eeftink, raden, in tegenwoordigheid van mr. B.E. Meerdink-Schenau, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 31 maart 2015.