Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
- a) [geïntimeerde] exploiteert een fabriek waarin bandstaal wordt verzinkt. Onderdeel van de productielijn is een voor een zinkbad geplaatste inductieoven die uit vier ovenkasten bestaat (hierna: de inductieoven).
- b) Via bemiddeling van AON zijn de rechtsvoorgangsters van Delta Lloyd (Praevenio Technische Verzekeringen N.V.) en HDI-Gerling Verzekeringen N.V. (Hannover International Insurance (Nederland) N.V.) verzocht aan te geven voor welk bedrag zij wensten te participeren op een door [geïntimeerde] uit te nemen machineschadeverzekering (hierna: de machineschadeverzekering) en een bijbehorende bedrijfsschadeverzekering (hierna: de bedrijfsschadeverzekering). Genoemde partijen hebben de verzekeringen met ingang van 1 januari 2004 gesloten, waarbij beide verzekeraars elk voor een aandeel van 50% hebben getekend.
- c) Op 17 mei 2006 heeft een lekkage in de inductieoven plaatsgevonden. [geïntimeerde] heeft Böhler Edelstahl GmbH een onderzoek laten instellen naar de oorzaak van de lekkage.
- d) [geïntimeerde] heeft op 23 augustus 2006 via AON schade aan de inductieoven gemeld.
- e) Böhler Edelstahl GmbH heeft in haar rapport van 31 augustus 2006 geconcludeerd dat (1) zich scheurvorming voordoet in de inductieoven die het gevolg is van scheurspanningscorrosie, en (2) deze scheurspanningscorrosie enkel ontstaat indien gelijktijdig sprake is van een materiaal dat gevoelig is voor dergelijke corrosie, spanningen en een medium dat corrosie teweegbrengt.
- f) Delta Lloyd en HDI-Gerling Verzekeringen N.V. (hierna tezamen: de verzekeraars) hebben opdracht gegeven aan Expertisebureau [Y] (hierna: [Y]) om onderzoek te doen naar de omstandigheden waaronder de schade heeft plaatsgevonden en de omvang van de schade te inventariseren. [Y] heeft op 20 september 2006, 4 mei 2007 en 29 december 2010 respectievelijk de rapporten I, II en III opgemaakt.
- g) Bij brief van 17 maart 2009 heeft [geïntimeerde] onder verwijzing naar de verzekeringsvoorwaarden die de vaststelling van schade door experts regelen [X] Expertises (hierna: [X]) als contra-expert benoemd.
- h) Delta Lloyd heeft bij brief van 26 juni 2007 aan AON het standpunt ingenomen dat de verzekeraars niet gehouden zijn tot uitkering in verband met de door [geïntimeerde] geleden schade vanwege de corrosie in de inductieoven.
- i) In het rapport IV van [Y] van 31 mei 2011 (productie 14 conclusie van antwoord) wordt onder meer vermeld:
3.Beoordeling
machineschadeverzekeringzijn gehouden tot vergoeding aan [geïntimeerde] van de schadebedragen van € 453.500,=, € 200.000,= en € 25.013,37 (zie hiervoor onder 2 sub i), onder aftrek van het eigen risico van € 100.000,= en een bedrag van € 7.800,= (verbeteringen), zodat een bedrag van € 570.710,37 resteert. Voorts heeft de rechtbank overwogen dat het door [geïntimeerde] gevorderde bedrag van € 37.113,95 (zie hiervoor onder 2 sub i) moet worden afgewezen.
bedrijfsschadeverzekeringheeft de rechtbank in het eindvonnis overwogen dat de bedragen van € 185.885,=, € 7.273,01 en € 11.210,= (zie hiervoor onder 2 sub i) moeten worden toegewezen, onder aftrek van het eigen risico van € 200.755,80, zodat een bedrag van € 3.612,21 resteert. Het door [geïntimeerde] gevorderde bedrag van € 456.580,03 (zie hiervoor onder 2 sub i) moet worden afgewezen, zo heeft de rechtbank overwogen.
verjaring Iverweer, zie 3.11 in dit arrest), te late melding van de gebreken, afzonderlijke gebeurtenissen waarvan de schade steeds niet uitstijgt boven het eigen risico, niet-gedekte schade, en bepaalde herstelkosten die sowieso niet zijn gedekt.
verjaring IIaangeduide verweer dat moeten worden onderscheiden van het in 3.11 te behandelen
verjaring Iverweer).
Deze mededeling is een afwijzing van verzekeraars in de zin van BW 7 art. 942, hetgeen inhoudt dat de eventuele rechtsvordering van verzekerde verjaart door verloop van zes maanden na dagtekening van dit schrijven.’
2 Omvang van de dekking
‘plotselinge en onvoorziene materiële beschadiging aan de verzekerde zaak ontstaan door onverschillig welke oorzaak’als bedoeld in artikel 2.1, mede te worden beantwoord aan de hand van de uitsluiting in artikel 3.9. Laatstgenoemde bepaling houdt onder meer in dat wanneer corrosie (of enig ander geleidelijk bederf) is veroorzaakt door de gewone werking of het normale gebruik van de verzekerde zaak, dekking (gedeeltelijk) is uitgesloten. Naar het oordeel van het hof brengen de bewoordingen van voormelde bepalingen met zich dat artikel 2.1 beoogt dekking te bieden voor het spiegelbeeld van deze (uitgesloten) situatie, namelijk het geval dat de schade door iets anders is veroorzaakt dan door de gewone werking of het normale gebruik van de verzekerde zaak. De bewoordingen ‘plotselinge en onvoorziene materiële beschadiging’ moeten dan ook niet als een afzonderlijke voorwaarde voor dekking te worden gezien, maar vooral tegengesteld aan geleidelijke schade vanwege de gewone werking of normaal gebruik.
‘Middels een Rapport III van 29 december 2010 hebben wij verzekeraars over de ons gepresenteerde claim geïnformeerd. Nadien hebben verdere gesprekken en uitwisseling van correspondentie met [X] plaatsgevonden. Onlangs is overeenstemming bereikt over de schade bedragen, waarover wij u in dit rapport verder informeren. (..) Na overleg met [X] kwamen wij uiteindelijk op de volgende bedragen:’Verder heeft Joosten bij de comparitie in eerste aanleg onder meer verklaard:
‘Op de vraag van de voorzitter hoe in mijn vierde rapport de zinsnede “in overleg met [X]” met betrekking tot de schadeopstelling begrepen moet worden antwoord ik als volgt. De schadeopstelling van [X] is de basis geweest voor de gesprekken. Ik heb zelf daarna informatie opgevraagd om berekeningen te maken en gezamenlijk zijn we vervolgens gekomen tot de posten als vermeld in het rapport.’Ingevolge artikel 6.2.1 machineschadeverzekering en artikel 9 bedrijfsschadeverzekering geldt een aldus tot stand gekomen vaststelling als uitsluitend bewijs van de grootte van de schade, waarop [geïntimeerde] naar het oordeel van het hof gerechtvaardigd mocht vertrouwen. Dit brengt met zich dat, nu is vastgesteld dat de schade is gedekt (zie hiervoor onder 3.13 en 3.14) en zich geen gronden voor uitsluiting, verjaring of verval voordoen (zie hiervoor onder 3.14, 3.11 en 3.12), Delta Lloyd is gehouden de door de experts vastgestelde bedragen uit te keren (voor zover zij had ingetekend op de polis), tenzij Delta Lloyd een (rechtsgeldig) beroep toekomt op een uitsluiting. Voor zover de rechtbank anders heeft geoordeeld, slaagt het voorwaardelijk incidenteel appel.
“De benadering dat de noodreparaties niet onder de polis zijn gedekt en derhalve de met de noodreparaties gepaard gaande bedrijfsschade evenmin, is wederom het gevolg van de misvatting van de rechtbank (..)”.Verder zijn de nummers 74-77 van de memorie gericht tegen rechtsoverweging 2.5.3 van het eindvonnis, terwijl in deze rechtsoverweging wordt gemotiveerd waarom de vordering van € 37.113,95 wordt afgewezen.
“Incidenteel appel inzake vaststelling van de bedrijfsschade”, terwijl het gevorderde bedrag van
“materiële schade”.Verder vordert [geïntimeerde] in het petitum van haar memorie van grieven niet (kenbaar) het bedrag van € 18.556,98 (50% van € 37.113,95). Nu [geïntimeerde] niet optimaal duidelijk is geweest en Delta Lloyd derhalve niet kan worden verweten voormelde (incidentele) grief niet als zodanig te hebben onderkend, zal Delta Lloyd in de gelegenheid worden gesteld bij akte alsnog op de grief in te gaan.
dekking van de nettowinst en alle vaste kosten”). Nu Delta Lloyd en [geïntimeerde] zijn overeengekomen dat de hoogte van de gedekte schade bindend zou worden vastgesteld door de experts, en is voldaan aan de voorwaarde dat de machineschadeverzekering dekking biedt en de beroepen door Delta Lloyd op uitsluiting, verjaring en verval zijn verworpen, moet Delta Lloyd het bedrag van € 228.290,01 (= 50% van € 456.580,03) uitkeren.
Verzekerde interest(..) Rubriek II -bedrijfsschadeverzekering EUR 20.000.000,00 zijnde het jaarbedrag gedurende een maximumtermijn van schadevergoeding van 13 weken, met betrekking tot alle onder rubriek I van deze polis verzekerde interesten.”; artikel 5 lid 3 van de voorwaarden bedrijfsschadeverzekering verwijst naar deze bepaling), wordt verworpen. Voormelde bepaling in het polisblad ziet immers op de omvang van de dekking en door de experts is bindend vastgesteld welke schade gedurende de uitkeringstermijn is ontstaan.