ECLI:NL:GHAMS:2015:1202
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.J.F. Thiessen
- H.T. van der Meer
- L.A.J. Dun
- Rechtspraak.nl
Beroep op dwaling met betrekking tot vaststellingsovereenkomst en integriteitsverklaring
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, waarbij de vorderingen van [appellant] zijn afgewezen. [appellant] was sinds 1 januari 2006 in dienst bij de Bank als accountmanager bedrijven. Na een klacht over zijn functioneren hebben partijen op 7 februari 2014 een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarbij de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden per 1 juni 2014 is beëindigd. Bij een sollicitatie bij een andere bank werd [appellant] gevraagd om een integriteitsverklaring van de Bank, maar deze weigerde deze af te geven. Hierdoor werd [appellant] afgewezen voor de functie. In hoger beroep vorderde [appellant] onder andere wedertewerkstelling, loondoorbetaling en een integriteitsverklaring. Het hof oordeelde dat de Bank onrechtmatig had gehandeld door de integriteitsverklaring niet te verstrekken, en dat [appellant] recht had op schadevergoeding. Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde de Bank tot het verstrekken van een integriteitsverklaring voor toekomstige werkgevers, alsook tot betaling van een voorschot op schadevergoeding.