Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.TEBODIN NETHERLANDS B.V.,
TEBODIN B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
Letter of Intent(hierna: LOI) gesloten. Deze houdt onder meer in:
Design Change Notices(hierna: DCN’s)). Organik verweerde zich
Scope of Work(hierna: de SOW) alsmede de daarmee samenhangende vragen. Kort samengevat gaat het om:
detailed engineeringuit te voeren of alleen de
basic (plus) engineering;
air scrubbertot de SOW behoorde.
construction managementhiervan op zich diende te nemen, en wel voor het lumpsum bedrag van € 675.800,- zoals afgesproken in de LOI.
meerwerkmoesten worden gezien. Het enige werk dat Tebodin op het Vopak-terrein moest uitvoeren, was het ontwerpen en doen installeren van de pompen en pijpleidingen van de pompen naar de fabriek, welke pompen een klein stukje over de grens met het Vopak-terrein stonden. Dat werk heeft Tebodin op het Vopak-terrein uitgevoerd en niet als meerwerk in rekening gebracht, aldus nog steeds Tebodin.
scope of workvan Hoogveld, ook niet binnen de SOW van Tebodin viel.
detailed engineeringin het midden kan blijven, nu Organik geen rechtsgevolgen heeft gekoppeld aan haar stelling dat de
detailed engineeringtot de werkzaamheden van Tebodin behoorde. Hiertegen werpt Tebodin grief 5 in incidenteel appel op. Volgens Tebodin gaat de rechtbank ten onrechte ervan uit dat
detailed engineeringmogelijk tot de werkzaamheden van Tebodin behoorde, terwijl de gecontracteerde aannemers daarvoor verantwoordelijk waren. De aan Tebodin verleende opdracht had een
basic-pluskarakter, hetgeen betekent dat Tebodin enkel het basisontwerp voor haar rekening nam. Uitsluitend met betrekking tot het pijpleidingenwerk was Tebodin verantwoordelijk voor een deel van de
detailed engineering. In alle andere gevallen behoorde slechts de
basic engineeringtot haar takenpakket. Omdat een deel van de vorderingen van Organik is gebaseerd op de gedachte dat Tebodin bepaalde werkzaamheden die als detailed engineering moeten worden aangemerkt niet of niet naar behoren zou hebben verricht, moeten deze worden afgewezen, aldus Tebodin. In dat verband stelt Tebodin zich op het standpunt dat de vertragingen die beweerdelijk in de aanbestedingen zijn ontstaan niet aan haar zijn toe te rekenen, voor zover Organik deze heeft gegrond op de gedachte dat Tebodin gedetailleerde ontwerptekeningen aan de aanbiedende partij diende te verstrekken. Bij pleidooi in hoger beroep is van de zijde van Tebodin desgevraagd verklaard dat het onderscheid dat wordt gemaakt tussen
detailed engineeringen
basic plusrelevant is voor alle onderdelen van het geschil, omdat Organik Tebodin een verwijt maakt ten aanzien van werkzaamheden die niet binnen de SOW vallen; Tebodin was verantwoordelijk voor de hoofdlijnen, de onderaannemers voor het daarop gebaseerde detailwerk.
basic engineeringen
detailed engineeringzijn overeengekomen maar dat Tebodin de term
basic pluszelf heeft geïntroduceerd. Voor zover partijen wel overeenstemming hadden bereikt over de toepassing van
basic engineering, dan was Tebodin in ieder geval verantwoordelijk voor een deel van de
detailed engineeringwerkzaamheden. Deze werkzaamheden heeft zij niet goed uitgevoerd, hetgeen heeft geresulteerd in vertragingen in de
Civil Works,
E&Ien
Piping Work, aldus Organik. Bij pleidooi in hoger beroep is namens Organik verklaard dat weliswaar juist is dat Tebodin verantwoordelijk was voor de basis en dat de details voor rekening van de onderaannemers kwamen, maar dat het verwijt ten aanzien van Tebodins tekortkomingen nu juist ziet op die basis. Tebodin heeft geen goed basisontwerp verstrekt aan de onderaannemers voor hun ontwerpwerkzaamheden en dat valt nu juist wél binnen de SOW, aldus Organik.
air scrubber/luchtzuiveringsinstallatie zou maken en de aanbesteding zou begeleiden, hetgeen zij niet heeft gedaan. Organik voert aan dat zij Royal Haskoning heeft verzocht deze werkzaamheden alsnog uit te voeren en zij vordert van Tebodin vergoeding van een bedrag van € 12.000,- exclusief btw dat genoemd bedrijf aan haar, Organik, in rekening heeft gebracht. Ter onderbouwing van haar stelling verwijst Organik naar het document “Polymer production facility in Rotterdam” van 7 maart 2000 (bijlage 1 van productie G-149) en hetgeen daarin over de
air scrubberis vermeld:
air scrubberstaat vermeld, alsmede naar de handgeschreven notities van Tebodin bij het tweede projectvoorstel waaruit eveneens zou blijken dat van het project Rotterdam de
air scrubberonderdeel van de SOW uitmaakt.
air scrubberdaarin met zoveel woorden wordt vermeld, moet in beginsel ervan worden uitgegaan dat deze binnen de SOW valt. Weliswaar heeft Tebodin aangevoerd dat de door Organik geciteerde passage ziet op een
air scrubberin de fabriek in Istanbul (“In the existing plant in Turkey an air scrubber will be installed”) doch zij heeft niet gemotiveerd weerlegd waarom de
air scrubberstaat vermeld in het SOW 2000 document met het opschrift “Polymer production facility
in Rotterdam” [cursivering hof]. Ook de omstandigheid dat, naar Tebodin tevens aanvoert, in Rotterdam uiteindelijk wel een
air scrubberis geïnstalleerd bij de opslagtanks van Vopak en niet in de fabriek van Organik, hetgeen volgens Tebodin onderstreept dat de daarop betrekking hebbende werkzaamheden op het Vopak-terrein dus niet in de SOW vielen, brengt het hof niet tot een ander oordeel. Weliswaar valt het Vopak-terrein om redenen als hiervoor vermeld niet onder de SOW, doch dit leidt niet zonder meer tot de conclusie dat een expliciet in het SOW 2000 document vermelde post als de
air scrubberdus ook niet tot de SOW van Tebodin behoorde.
- compensation shall be limited to the amount of reasonably foreseeable loss and damage suffered as a result of such breach. However, liability for consequential damages is excluded, including loss of profit.
- In any event, the amount of such compensation will be limited to the Contract Sum
- If either Party is considered to be liable jointly with third parties to the other, the proportion of compensation payable by him shall be limited to that proportion of liability which is attributable to his breach.”
Engineering, Procurement en Construction Management) aangezien de samenwerking in het project in Istanbul en in Rotterdam op dat moment vlot verliep. Het project in Istanbul is gewoon voortgezet en afgerond. Organik heeft het project in Rotterdam enkele keren stilgelegd. Bij e-mailbericht van 25 augustus 2004 heeft Organik aan Tebodin bericht:
- compensation shall be limited to the amount of loss and damage suffered as a direct result of such breach. Liability for consequential damages is excluded, including loss of profit.
- In any event, the overall amount of such compensation under the Agreement will be limited to the paid part of the engineering price as stated in Appendix E section 1 sub 1A;
- If either Party is considered to be liable to the other jointly with third parties, the proportion of compensation payable by him shall be limited to that proportion of liability which is attributable to his breach.”
consequential damagesis opgenomen, komt daaraan geen gewicht toe, nu uit de hiervoor beschreven gang van zaken valt af te leiden dat zodanige uitsluiting in het vervolgens door Organik zelf aan Tebodin voorgelegde concept voorkomt - waaruit het hof afleidt dat Organik er zelf van uitging dat een limitering van aansprakelijkheid van Tebodin overeenkomstig deze bepaling tussen partijen zou gelden - en deze bepaling naderhand kennelijk door geen van partijen ter discussie is gesteld. Deze gang van zaken rechtvaardigt de voorlopige conclusie dat het de bedoeling van partijen was dat de aansprakelijkheid van Tebodin beperkt zou zijn in evenvermelde zin. Het is waar dat het tussen partijen niet is gekomen tot de ondertekening van een EPCM-contract. Dat betekent echter niet dat partijen zodanig contract niet van belang achtten of dat Organik dat niet meer van belang achtte (vergelijk memorie van antwoord in incidenteel appel onder 5.12). In de LOI hebben partijen immers vastgelegd dat zij “in good faith” verder zouden onderhandelen en ook in 2005 is - naar overigens uit de eigen stellingen van Organik (memorie van grieven onder 1.39) volgt: op initiatief van Organik - tussen hen nog gecorrespondeerd over de inhoud van een EPCM-contract. Omstandigheden die meebrengen dat de voorlopige conclusie (dat uitsluiting van aansprakelijkheid voor
consequential damagesovereenkomstig de bedoeling van partijen was) niet opgaat - bijvoorbeeld omstandigheden die samenhangen met het beletsel dat kennelijk aan de ondertekening van een EPCM-contract in de weg heeft gestaan - zijn in het debat tussen partijen niet althans niet voldoende naar voren gekomen. Het voorgaande voert het hof tot de slotsom dat de bestrijding door Organik van het door Tebodin gevoerde verweer onvoldoende is gemotiveerd zodat de meergenoemde bepaling geacht moet worden deel uit te maken van de contractuele verhouding tussen partijen.
consequential damagesin de zin van artikel 18.3 van de concept EPCM-contracten. Organik heeft in dit verband genoemd:
consequential damagesen dat de aansprakelijkheid van Tebodin daarvoor is uitgesloten.
Contract Sum. Nadat Tebodin had laten weten dat deze beperking voor haar alleen aanvaardbaar was indien de
Contract Sum€ 1 miljoen of minder zou bedragen, heeft Organik het concept op dit punt aangepast door het bedrag van € 940.000,- te vermelden. Partijen zijn het er kennelijk over eens dat dit bedrag de som is van de opdrachtsom voor het project Rotterdam van € 675.800,- en die voor het project Istanbul van € 264.200,- (vergelijk de LOI onder 7). Dat, nu het hier gaat om het project Rotterdam, de aansprakelijkheidsbeperking het eerstgenoemde bedrag betreft, is niet afzonderlijk betwist.
basic engineeringzou verrichten, maar ook de gedetailleerde ontwerptekeningen (of: isometrische tekeningen) zou vervaardigen. Zij tekende die leidingen met behulp van een 3D-computermodel, waarin zij de gegevens van onder meer de aanwezige beton- en staalconstructies, instrumenten en apparatuur invoerde. Uit dit 3D-model konden met behulp van speciale software de isometrische tekeningen worden uitgedraaid. De aanleg van de pijpleidingen was na een aanbestedingsprocedure op 28 juli 2005 door middel van een LOI opgedragen aan Hoogveld. Organik stelt dat Tebodin de door haar met betrekking tot het pijpleidingenwerk te verrichten ontwerpwerkzaamheden niet volledig en niet goed heeft uitgevoerd, hetgeen Tebodin betwist. Op deze kwestie hebben de grieven 21 tot en met 24 en 27 tot en met 30 in principaal beroep betrekking, alsmede de grieven 9 tot en met 21 in incidenteel beroep.
Ready for Contruction.Tussen partijen is niet in geschil dat die aanduiding onjuist was; die tekeningen (hierna: de eerste versie) waren nog te onvolledig om gebruikt te worden als basis voor de bouw. Op 23 augustus 2005 heeft Hoogveld van Tebodin een nieuwe set tekeningen ontvangen (hierna: de tweede versie) onder de benaming
Ready for Contract. Doordat ten tijde van het uitdraaien van deze tekeningen meer informatie met betrekking tot de hiervoor genoemde objecten in het 3D-model was ingevoerd, gaven deze tekeningen een beter beeld van hetgeen zou moeten worden gebouwd, hoewel ook deze tekeningen niet volledig waren. Op de bouwplaats bleek dat de leidingen zoals die waren getekend op sommige plaatsen botsten met meergenoemde objecten. Als gevolg hiervan moesten leidingen worden omgelegd.
Released for Constructionniet zonder meer geschikt waren om het werk mee aan te vangen of voor te bereiden. De rechtbank oordeelde Tebodin aansprakelijk voor de extra kosten die zijn voortgevloeid uit de verkeerde benaming van de tekeningen, althans het feit dat een waarschuwing daarbij achterwege is gebleven. Als zodanig heeft de rechtbank het hiervoor genoemde bedrag van € 11.678,88 voor extra werkzaamheden van Hoogveld en een bedrag van € 4.722,75 voor haar wachturen toegewezen, beide exclusief btw. Voorts heeft de rechtbank een onderzoek door deskundigen gelast naar de financiële gevolgen van de fouten in de tweede versie van de tekeningen. Overeenkomstig de inhoud van het deskundigenbericht heeft de rechtbank bij het eindvonnis een bedrag van € 170.936,28 exclusief btw toewezen als de kosten die waren verbonden aan het wijzigen van 779 pijpleidingen in verband met fouten in de tweede versie van de tekeningen.
Released for Bid, die minder exact hoeven te zijn, terwijl niet is gesteld dat de tweede versie van de tekeningen ook niet aan de aan dergelijke tekeningen te stellen eisen voldeed. Het voorgaande in aanmerking genomen moet de conclusie zijn dat de meerkosten die het gevolg zijn van de verdere uitwerking van de tekeningen na de aanbesteding, een inherent kenmerk zijn van dit ontwerpproces en dus niet zijn te vermijden (de door de deskundige van Tebodin genoemde “sowieso-kosten”). Voor die kosten kan Tebodin dus niet aansprakelijk gehouden worden.
holdsin de tekeningen zou hebben genegeerd of haar stelling dat een groot deel van het door Hoogveld ingediende meerwerk niet aan de contractuele eisen voldeed. Dit zo zijnde zal het hof de bevindingen van de door de rechtbank benoemde deskundigen met betrekking tot het pijpleidingenwerk, als onvoldoende bestreden, tot de zijne maken.
4.Beslissing
30 juni 2015voor het nemen van een akte aan beide zijden doch uitsluitend tot het hiervoor onder 3.48 en 3.52 omschreven doel;