ECLI:NL:GHAMS:2015:1179

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 maart 2015
Publicatiedatum
2 april 2015
Zaaknummer
200.158.776/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van onderzoek en onmiddellijke voorziening in ondernemingsrechtelijke procedure

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 31 maart 2015, betreft het een verzoek van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [A] tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [B] en de belanghebbende Poliade B.V. Het verzoek is ingediend door mr. B.F. Louwerier, advocaat te Breda, namens verzoekster [A]. De verweerster [B] is niet verschenen, terwijl Poliade B.V. vertegenwoordigd werd door mr. A.J. Beljaars-Vink, eveneens advocaat te Breda. De Ondernemingskamer had eerder, op 11 en 12 december 2014, een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [B] over het jaar 2014, en had mr. V.J. Groot benoemd om dit onderzoek uit te voeren. Tevens was mr. A.L. Leuftink benoemd tot bestuurder van [B] als onmiddellijke voorziening voor de duur van het geding.

Op 26 maart 2015 heeft mr. Louwerier namens [A] verzocht om het onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorziening te beëindigen, omdat partijen een minnelijke regeling hadden getroffen. Dit verzoek werd op 27 maart 2015 door mr. Beljaars-Vink namens Poliade ondersteund. Zowel mr. Leuftink als mr. Groot hebben op 31 maart 2015 telefonisch bevestigd geen bezwaar te hebben tegen de beëindiging van het onderzoek en de onmiddellijke voorziening.

De Ondernemingskamer heeft, gezien het verzoek van alle partijen en het ontbreken van enig belang dat zich tegen de beëindiging verzet, besloten het onderzoek en de onmiddellijke voorziening te beëindigen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is gedaan door de voorzitter mr. A.C. Faber en de raadsheren mr. M.M.M. Tillema en mr. G.C. Makkink, met de raden G.A. Cremers en prof. dr. mr. F. van der Wel RA, in aanwezigheid van griffier mr. R. Verheggen.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.158.776/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 31 maart 2015
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [.....],
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. B.F. Louwerier, kantoorhoudende te Breda,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B],
gevestigd te [.....],
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
POLIADE B.V.,
gevestigd te Etten-Leur,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. A.J. Beljaars-Vink,kantoorhoudende te Breda.
1.
Het verloop van het geding
1.1 In het vervolg zal verzoekster worden aangeduid met [A], verweerster met [B] en belanghebbende met Poliade.
1.2 Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 11 en 12 december 2014 in deze zaak.
1.3 Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer - voor zover thans van belang - een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [B] over 2014, mr. V.J. Groot benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, alsmede bij wijze van onmiddellijke voorziening voor de duur van het geding mr. A.L. Leuftink tot bestuurder van [B] benoemd.
1.4 Bij brief van 26 maart 2015 heeft mr. Louwerier bericht dat partijen een minnelijke regeling hebben getroffen en namens [A] verzocht - naar de Ondernemingskamer begrijpt - om het onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorziening te beëindigen.
1.5 Bij brief van 27 maart 2015 heeft mr. Beljaars-Vink namens Poliade ingestemd met het verzoek van [A] tot beëindiging.
1.6 Zowel mr. Leuftink als mr. Groot hebben de secretaris van de Ondernemingskamer op 31 maart 2015 telefonisch bericht geen bezwaar te hebben tegen beëindiging van het onderzoek en de onmiddellijke voorziening.

2.De gronden van de beslissing

Nu alle in deze procedure verschenen partijen hebben verzocht om het onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorziening te beëindigen en de Ondernemingskamer overigens niet is gebleken van enig belang dat zich verzet tegen de verzochte beëindiging, zal de Ondernemingskamer dat verzoek inwilligen. De Ondernemingskamer zal derhalve het bij beschikking van 11 december 2014 bevolen onderzoek en de bij die beschikking getroffen onmiddellijke voorziening beëindigen, een en ander met ingang van heden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beëindigt met ingang van heden het bij beschikking van 11 december 2014 in deze zaak bevolen onderzoek;
beëindigt met ingang van heden de bij beschikking van 11 december 2014 getroffen onmiddellijke voorziening;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.C. Faber, voorzitter, mr. M.M.M. Tillema en
mr. G.C. Makkink, raadsheren, en G.A. Cremers en prof. dr. mr. F. van der Wel RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. R. Verheggen, griffier, en door mr. Makkink voornoemd in het openbaar uitgesproken op 31 maart 2015.