In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 31 maart 2015, betreft het een verzoek van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [A] tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [B] en de belanghebbende Poliade B.V. Het verzoek is ingediend door mr. B.F. Louwerier, advocaat te Breda, namens verzoekster [A]. De verweerster [B] is niet verschenen, terwijl Poliade B.V. vertegenwoordigd werd door mr. A.J. Beljaars-Vink, eveneens advocaat te Breda. De Ondernemingskamer had eerder, op 11 en 12 december 2014, een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [B] over het jaar 2014, en had mr. V.J. Groot benoemd om dit onderzoek uit te voeren. Tevens was mr. A.L. Leuftink benoemd tot bestuurder van [B] als onmiddellijke voorziening voor de duur van het geding.
Op 26 maart 2015 heeft mr. Louwerier namens [A] verzocht om het onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorziening te beëindigen, omdat partijen een minnelijke regeling hadden getroffen. Dit verzoek werd op 27 maart 2015 door mr. Beljaars-Vink namens Poliade ondersteund. Zowel mr. Leuftink als mr. Groot hebben op 31 maart 2015 telefonisch bevestigd geen bezwaar te hebben tegen de beëindiging van het onderzoek en de onmiddellijke voorziening.
De Ondernemingskamer heeft, gezien het verzoek van alle partijen en het ontbreken van enig belang dat zich tegen de beëindiging verzet, besloten het onderzoek en de onmiddellijke voorziening te beëindigen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is gedaan door de voorzitter mr. A.C. Faber en de raadsheren mr. M.M.M. Tillema en mr. G.C. Makkink, met de raden G.A. Cremers en prof. dr. mr. F. van der Wel RA, in aanwezigheid van griffier mr. R. Verheggen.