ECLI:NL:GHAMS:2015:114

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 januari 2015
Publicatiedatum
22 januari 2015
Zaaknummer
200.156.301-01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op bedreigende uitlatingen en openbaarmaking van persoonsgegevens in kort geding tussen Avrotros en [geïntimeerde]

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over een kort geding tussen de vereniging Avrotros en [geïntimeerde]. Avrotros had in eerste aanleg een verbod gevraagd op het openbaar maken van privégegevens van (ex-)medewerkers van het programma 'Opgelicht?!' door [geïntimeerde], alsook een verbod op bedreigende uitlatingen aan het adres van Avrotros en haar medewerkers. De voorzieningenrechter had het verbod op het openbaar maken van privégegevens toegewezen, maar de overige vorderingen afgewezen.

In hoger beroep heeft Avrotros de afgewezen vorderingen opnieuw aan de orde gesteld. Het hof heeft vastgesteld dat de uitlatingen van [geïntimeerde] aan Avrotros en haar medewerkers als bedreigend kunnen worden gekwalificeerd, vooral gezien de context en de inhoud van de communicatie. Het hof oordeelde dat het belang van Avrotros bij bescherming van haar medewerkers zwaarder weegt dan het belang van [geïntimeerde] bij het openbaar maken van persoonsgegevens.

Het hof heeft het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigd voor zover het de vorderingen van Avrotros sub II afwees en heeft [geïntimeerde] veroordeeld om zich te onthouden van verdere bedreigende en onrechtmatige uitlatingen. Tevens is een dwangsom opgelegd voor iedere overtreding van deze veroordeling. De proceskosten zijn toegewezen aan Avrotros, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep. Het hof heeft de zaak in zijn geheel beoordeeld en de vorderingen van Avrotros grotendeels toegewezen, met uitzondering van enkele specifieke verzoeken.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team II
zaaknummer : SKG 200.156.301/01
zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/569409/ KG ZA 14-938
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 20 januari 2015
inzake

1.de vereniging AVROTROS,

gevestigd te Hilversum,

2. [appellante],

wonende te [woonplaats],

3. [appellant sub 3]

wonende te [woonplaats],
appellanten,
tevens incidenteel geïntimeerden,
advocaat: mr. H.A.J.M. van Kaam te Amsterdam,
tegen
[geïntimeerde],
wonend te [woonplaats],
geïntimeerde,
tevens incidenteel appellant,
advocaat: mr. L. Hellinga te Amsterdam.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Avrotros en [geïntimeerde] genoemd. Appellanten sub 2 en 3 worden [appellante] en Amsterdam genoemd.
Avrotros is bij dagvaarding van 12 september 2014 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam van 15 augustus 2014, in kort geding gewezen tussen Avrotros als eisers in conventie, tevens verweerders in reconventie en [geïntimeerde] als gedaagde in conventie tevens eiser in reconventie.
De appeldagvaarding bevat een eiswijziging en de grieven.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie overeenkomstig de appeldagvaarding, met producties;
- memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel appel, met een productie;
- memorie van antwoord in incidenteel appel.
In het principaal appel heeft Avrotros geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en alsnog haar vorderingen zal toewijzen, met beslissing over de proceskosten. [geïntimeerde] heeft geconcludeerd tot bekrachtiging, met beslissing over de proceskosten.
In het incidenteel appel heeft [geïntimeerde] geconcludeerd dat het hof de vorderingen van Avrotros onder I en IV van het petitum alsnog zal afwijzen.
Partijen hebben de zaak ter zitting van 17 december 2014 doen bepleiten door hun advocaten, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd.
Ten slotte is arrest gevraagd.

2.Feiten

De voorzieningenrechter heeft in het vonnis onder 2.1 tot en met 2.19 de feiten opgesomd die zij bij de beoordeling van de zaak tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat komen de feiten neer op het volgende.
2.1.
Avrotros is een publieke televisieomroep en producent van onder meer het programma “Opgelicht?!”. [appellante] en [appellant sub 3] zijn medewerkers van Tros en in het
verleden werkzaam geweest op de redactie van het programma Opgelicht?!.
2.2.
Tros heeft in 2010 in het programma Opgelicht?! aandacht besteed aan de
werkwijze en het handelen van [geïntimeerde]. Daarbij is tevens een dossier van de
zaak op de website van het programma geplaatst. Daarin is de naam van [geïntimeerde]
inmiddels afgekort tot alleen zijn initialen (P van der L).
2.3.
[geïntimeerde] wil dat zijn dossier van de website wordt verwijderd en heeft
Tros daarover verschillende malen benaderd.
2.4.
In een e-mail van 7 mei 2013 heeft [geïntimeerde] aan Amsterdam en aan
een medewerker van het programma “één vandaag” onder meer het volgende
bericht:
(...) Ik was nog vergeten te melden dat u flappie [appellant sub 3] in uw gelederen hebt, de
persoon die medeverantwoordelijk is voor de ellende bij tros opgelicht. Onze oud marinier.
Nu kan ik hem verzekeren, mij tijd komt nog, heeft hij kinderen? (...)
2.5.
Bij vonnis van 29 augustus 2013 van de rechtbank Midden-Nederland is
[geïntimeerde] vrijgesproken van oplichting en van verduistering van verschillende
geldbedragen en is hij veroordeeld voor verduistering van een ander geldbedrag, een
windmolen en een zonnecollector. [geïntimeerde] is veroordeeld tot 49 dagen
gevangenisstraf en betaling van € 15.000,- aan een van de benadeelde partijen.
2.6.
In een e-mail van 15 maart 2014, door [geïntimeerde] verzonden aan de
bedrijfsjurist van Tros, met een kopie aan de redactie van het programma
Opgelicht?!, staat onder meer het volgende:
Ik ben constant verbaasd dat u, de mensen die het bedenken, maken en uitvoeren, zonder
schade rond blijven lopen. Dit kan nooit lang meer goed gaan, (...)
2.7.
In een brief van [geïntimeerde] aan de directie van Tros van 30 maart 2014
staat onder meer het volgende:
(...) Zoals ik uw juridische afdeling heb gemeld, zal ik iedere week dat dossiers ouder dan
een jaar nog op de website van Tros Opgelicht?l worden vermeld, een naam van een
medewerker(ster) bekend maken, met adres en telefoonnummer. Dit alles in het belang van
de samenleving. Ik kan u garanderen dat vele mensen op deze informatie zitten te wachten.
Ik begin met mw. [X]. Een stagiaire die via Fontys Hogeschool stage heeft
gelopen bij Tros Opgelicht?l Vreselijk veel plezier heeft in haar deelname aan Tros
Opgelicht?! Echter wanneer je haar hierop aanspreekt, voor de buitenwereld van de radar
verdwijnt. Het is aan u’
2.8.
In een e-mail van 31 maart 2014, door [geïntimeerde] verzonden aan de
bedrijfsjurist van Tros met een kopie aan de politie Flevoland, staat onder meer het
volgende:
Prima, doet u aangifte. (ik cc. gelijk even de politie hierbij). Het is geen chantage ik doe dit
en de eerste ([X]) wordt in werking gezet. Mevrouw, dat de Tros niet begrijpt
dat een dossier 4 jaar laten staan op uw website (in uw richtlijnen geeft u aan max. een jaar)
voor eeuwigdurende ellende zorgt, onvoorstelbaar. U mag straks aan de mensen gaan
uitleggen waarom het zover is gekomen. (...) U meldt hier onzin die mij dagelijks
achtervolgt. Ik zou een slechte vader zijn wanneer ik dit accepteer en geruisloos voorbij laat
gaan. Ik heb iedere mogelijkheid van mijn recht te krijgen gedaan en u aangespoord
fatsoenlijk te zijn echter geen enkel bericht. Na [X], zal [appellant sub 3] die
nu bij 1vandaag werkt en hierna uw redactieleden de volgende zijn. Hoe ik aan alle gegeven
kom, simpel. Ik heb alle tijd door u gekregen om e.a. uit te zoeken, in de politiedossiers
staan alle vertrouwelijke gegevens van Tros opgelicht en daarbij heeft een stagiaire van
Tros opgelicht mij benaderd en alles toegelicht over uw werkwijze. (...)
2.9.
In een latere e-mail van 31 maart 2014 van [geïntimeerde] aan de
bedrijfsjurist van Tros met kopie aan de politie Flevoland staat het volgende:
Ik zal u nog eens iets uitleggen. Sinds mijn onterechte gevangenis periode, begeleid ik een
aantal jongens die soms de meest vreselijke zaken hebben gedaan. Als zij solliciteren,
krijgen zij alle kansen mcl. eventueel vrijwilligerswerk en als ik aankom, geen enkele
mogelijkheid. Vorig jaar liep ik met een van deze jongens bij het Damrak, loopt een
“provinciaaltje” die gaat roepen; he daar heb je die oplichter en de jongen die naast mij liep
(meest vreselijek zaken) blijft onherkenbaar. Dit privinciaaltje heeft moeten rennen
schuilen voor zijn leven.
Wordt eens wakker en denk wat minder aan kijkcijfers. Ik heb u gewaarschuwd!!
2.10.
In een brief van 7 april 2014 van [geïntimeerde] aan de bedrijfsjurist van
Tros met een kopie aan de directie staat het volgende:
(...) Tros Opgelicht?! zet een beeld neer van een hoofdrolspeler en veroordeeld deze
zonder de tussenkomst van een rechter. Privacy regels worden consequent overtreden, Ik
ben in 2010 hoofdrolspeler geweest in dit programma en tot de dag van vandaag,
ondervindt mijn gezin de gevolgen. (...) De dossiers die Tros opgelicht?! jaren en jaren
vernield op hun internetsite is
tegende huisregels van de Tros. Zij melden overal dat binnen
een jaar een dossier verwijderd wordt echter wat zij doen is in sommige gevallen een naam
veranderen in initialen echter het leed is al geschiedt. Google op mijn naam of die van onze
kinderen en u komt op hun site uit. (...) Welk maatschappelijke belang dient het om een
dossier online te laten staan, alleen het belang van traffic op hun website (kijkcijfers) (...) Via
de afdeling juridische zaken van Tros Opgelicht?! heb ik getracht om dossiers gewijzigd,
verwijderd te krijgen echter, inderdaad van de domme. Het enige wat nog overblijft is de
namen en gegevens van de redactieleden van Tros Opgelicht?! bekend te maken, in het
maatschappelijk belang. (...)
ik zal dit blijven doen totdat zij alle dossiers die ouder zijn
dan een jaar, hebben verwijderd.Zij maken het mij onmogelijk om een normaal leven op
te pakken, 4 jaar na dato. (...)
2.11.
In een brief van 11 april 2014 van [geïntimeerde] aan de directie van Tros
met een kopie aan de bedrijfsjurist staat onder meer het volgende:
(...) Een keer in een zoekmachine met naam en beeltenis terecht komen, houdt in de link
naar het dossier bij Tros Opgelicht?! zeker 12 jaar. Welk recht hebben zij als enige, mensen
jaren later nog te achtervolgen. Welk recht hebben zij om gezinnen nog jaren later te
stigmatiseren? (...) Mensen googlen en komen uit bij Tros opgelicht?! en lezen de dossiers.
Google op mijn naam en/of de naam van onze kinderen. (...) U komt uit bij Tros Opgelicht?!
(...) Wat jezelf niet wilt, doe je een ander niet. De verantwoordelijke mensen zullen begrijpen
wat het openbaar zetten van privé gegevens, tot gevolg zal hebben. Mensen bellen, mensen
dreigen en mensen spreken je erop aan, jaren later nog. Het werken wordt je onmogelijk
gemaakt. Mw. [Y] van de Juridische afd. van tros meldde aan mij: als u dit gaat
doen, doen wij aangifte. Maak maar vast een afspraak. zou ik zeggen. Hebben jullie ook
kinderen? Ik heb alle fatsoenlijke wegen bewandeld om een gewoon leven te kunnen
opbouwen, echter Tros Opgelicht maakt dit onmogelijk. (...)
2.12.
In een e-mail van 14 april 2014 van [geïntimeerde] aan de bedrijfsjurist van Tros
staat het volgende:
Mw [Y], De eerste gegevens van [appellante] staan openbaar. Het is aan u. Deze
brief gaat nu rond en OOK uw gegevens zal ik openbaar zetten. vandaag gaat het
mobielenummer van [appellante] openbaar. Eind deze week haar priveadres. We zullen
zien
2.13.
Bij brief van 17 april 2014 van de bedrijfsjurist van Tros, mevrouw [Y]
, is [geïntimeerde] gesommeerd zich te onthouden van het openbaar maken
van persoonsgegevens van medewerkers.
2.14.
In een e-mail van 28 april 2014 van [geïntimeerde] aan de raadsman van
Tros staat onder meer het volgende:
(…) Mw. [Y] meldt aan mij na veel aandringen, we hebben het geanonimiseerd en
wat zeurt u toch. Ik hoef u niet te vertellen op welke wijze zoekmachines werken en de
gevolgen die nog immer voelbaar zijn. Mensen googlen en komen uit bij deze dossiers.
Jaren later is het nog immer voor mij onmogelijk, gewoon te functioneren in het
arbeidsproces. Ik heb hier vele 10tallen keren Tros Opgelicht?l over geïnformeerd echter
geen enkele reactie. Google eens op de naam van onze oudste zoon en u
komt uit bij Tros Opgelicht?
Mijn gezin heeft zijn straf wel gehad. (...) Ik blijf bij mijn standpunt, omdat dit het laatste
redmiddel is voor mij, dat mijn dossiers volledig worden verwijderd. Hierover zou ik een
gesprek met Tros Opgelicht?! en de advocaten deze week in Hilversum willen voorstellen.
IKzal geen persoonlijke informatie van medewerkers van Tros Opgelicht?! openbaar
maken. (...)
2.15.
In een e-mail van 5 mei 2014 van [geïntimeerde] aan de bedrijfsjurist met
een kopie aan onder meer de directie van Tros staat onder meer het volgende:
(...) Afgelopen week zijn er gesprekken geweest tussen de advocaten en tevens enige
mailwisseling. Afspraken zijn er gemaakt die ik ben nagekomen. Ik verwacht van U
dat uiterlijk woensdag u ook deze nakomt. Niemand maar dan ook niemand heeft belang bij
deze eeuwigdurende eis van mij, om mijn dossier te verwijderen. Mocht het uiterlijk
woensdag niet zijn geschiedt, dan zal alsnog de brief aan [appellante] verstuurd worden
en daarbij vervolgacties worden ondernomen, Ik heb niets te verliezen en heb genoeg
geduld gehad. (...)
2.16.
In een e-mail van 7 mei 2014 van de raadsman van Tros aan [geïntimeerde]
staat onder meer het volgende:
(...) Cliënte AVROTROS heeft mij verzocht de behandeling van dit dossier over te nemen.
In dat kader wij ik u erop dat eventuele toekomstige correspondentie uitsluitend via mij zal
lopen. Ik verzoek u
dan ook met klem eventuele toekomstige correspondentie enkel aan mij
te sturen. (...) Zoals cliënte in het verleden aan u heeft aangegeven heeft zij uw dossier op
alle mogelijke plaatsen op haar website geanonimiseerd. Cliënte is hiermee geheel
onverplicht reeds tegemoetgekomen aan uw bezwaren.(...) Ter voorkoming van
misverstanden: er is geen enkele afspraak met u
gemaakt. (...)
2.17.
In een e-mail van 7 mei 2014 van [geïntimeerde] aan de raadsman van Tros
staat:
(...) Nu het heet wordt onder de voeten, mag ik niet meer corresponderen met Tros. Waar
staat dit in de wet te lezen, dat dit verboden is. Vandaag gaat een brief naar [appellante]
([woonplaats]). (...)
2.18.
In een e-mail van 12 mei 2014 van [geïntimeerde] aan de raadsman van
Tros staat:
(...) Met referte aan het telefoongesprek van hedenochtend, bevestig ik u
dat de
communicatie met Tros Opgelicht?!, gewoon wederom rechtsreeks zal plaatsvinden. Tevens
zal ik binnen de juridische grensen/mogelijkheden van de Nederlandse wet, er verder
meegaan. (...)
2.19.
In een e-mai1 van 20 juli 2014 van [geïntimeerde] aan Amsterdam staat het
volgende:
Als onderzoeksjournalist wil ik u spreken over uw rol bij Tros Opgelicht?l mocht u hier geen
trek in hebben dan is er een moment dat ik ook bij u voor de deur staat. Wordt geloof ik,
overvaljournalistiek genoemd. Eerst [appellante].

3.Beoordeling

3.1
In deze procedure vordert Avrotros, kort weergegeven, dat [geïntimeerde] op straffe van een dwangsom wordt verboden (I) niet openbare privégegevens van
(ex-)medewerkers van het programma Opgelicht?! (op internet) openbaar te maken,
(II) zich aan het adres van Avrotros, [appellante] en Amsterdam bedreigend en/of onrechtmatig uit te laten en (III) om hem te verbieden individuele (ex-) werknemers van Avrotros, waaronder [appellante] en Amsterdam te benaderen anders dan via het postadres van Avrotros.
3.2.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van Avrotros sub I toegewezen, op straffe van een dwangsom en met compensatie van de proceskosten. De overige vorderingen van Avrotros heeft zij afgewezen.
3.3.
In hoger beroep heeft Avrotros aan de afgewezen vordering sub II een specificatie toegevoegd en deze als subsidiaire vordering ingesteld.
3.4.
De grieven 1 en 2 strekken er toe dat de voorzieningenrechter ten onrechte het gevorderde verbod op bedreigende en/of onrechtmatige uitlatingen heeft afgewezen. Avrotros betoogt daartoe dat het gevraagde verbod specifiek genoeg is en voorts dat de uitingen (als weergegeven onder ‘de feiten’) zijn te kwalificeren als onrechtmatige bedreigingen. Het betoog van Avrotros komt erop neer dat de hiervoor aangehaalde reeks uitingen van [geïntimeerde] aan het adres van Avrotros, [appellante] en Amsterdam onder deze omstandigheden, met name gelet op de samenhang daarvan, gelet op de verwijzingen daarin naar hun kinderen, gelet op zijn telefoontje naar het huis van [appellante] en gelet op de aankondiging daarin dat [geïntimeerde] hen thuis zal bezoeken, zo bedreigend zijn dat deze als onrechtmatig moeten worden aangemerkt. Het hof volgt Avrotros daarin.
3.5.
De voorzieningenrechter heeft belang toegekend aan de stelling van [geïntimeerde], dat hij met de verwijzing naar kinderen op zijn eigen kinderen doelde en slechts een oproep heeft willen doen om zich in zijn (gezins-)situatie in te leven. Daargelaten of deze verklaring geloofwaardig is, acht het hof eerder doorslaggevend hoe verwacht mag worden dat de betreffende uitingen en gedragingen op Avrotros en op [appellante] en Amsterdam overkomen. In dat verband overweegt het hof dat [geïntimeerde], ook als hij de door hem gestelde intentie had, heeft moeten begrijpen dat de geadresseerden deze verwijzing eerder zouden opvatten als een verwijzing naar hun eigen kinderen en voorts dat deze verwijzing als een serieuze bedreiging zou overkomen. Net als de voorzieningenrechter is het hof van oordeel dat, gelet op de omstandigheden, niet onbegrijpelijk is dat [geïntimeerde] zich op onvriendelijke toon tegenover Avrotros uitte, maar naar het oordeel van het hof is het niet zo zeer de toon, maar juist de inhoud van de mededelingen die een bedreigend karakter heeft. Deze overwegingen leiden er toe dat grief 2 slaagt.
3.6.
Vervolgens komt aan de orde of het door Avrotros (primair) gevorderde verbod toewijsbaar is dan wel dat dit, zoals in eerste aanleg is geoordeeld, te algemeen is.
3.7.
Het recht en belang van Avrotros bij een verbod komt voort uit de hiervoor geschetste gedragingen van [geïntimeerde]. Die gedragingen waren niet steeds hetzelfde maar waren van wisselende aard en inhoud. Avrotros heeft daarom recht en belang bij een voorziening, die niet alleen [geïntimeerde] verbiedt te herhalen wat hij tot nu toe gedaan heeft, maar hem ook verbiedt in de toekomst andere dan de eerder uitgevoerde handelingen te verrichten, voor zover die een bedreigend en onrechtmatig karakter hebben. Een verbod met algemene strekking is daarom gerechtvaardigd. Daarmee kan niet worden voorkomen dat in een voorkomend geval discussie ontstaat of een handeling bedreigend is, maar daarvoor zal zo nodig een executiegeschil uitkomst kunnen bieden.
Grief 1 slaagt.
3.8.
Met grief 3 betoogt Avrotros dat de voorzieningenrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat een verbod aan [geïntimeerde] om anders dan per reguliere niet-digitale post individuele (ex-) werknemers van Avrotros te benaderen, een te verstrekkend verbod zou zijn.
3.9.
De rechtvaardiging voor het gevorderde verbod is naar het oordeel van Avrotros gelegen in de gevolgen die het versturen van berichten of brieven naar een mailbox of een privéadres heeft voor de betreffende (ex-)werknemers, in het bijzonder, zo begrijpt het hof, vanwege de eerdergenoemde handelingen van [geïntimeerde] met een bedreigend karakter. Het hof is met Avrotros eens dat de ontvangst van berichten in een mailbox en brieven op het privéadres (ex-)werknemers onaangenaam kan treffen. Dit neemt niet weg dat pas aanleiding bestaat voor het gevraagde verbod, als deze communicatie een bedreigend en daarom onrechtmatig karakter heeft. Daarvan zal weliswaar eerder sprake kunnen zijn, indien zoals in dit geval rekening moet worden gehouden met de voorafgaande bedreigingen als hiervoor genoemd, maar dat betekent naar het oordeel van het hof niet dat op voorhand vaststaat, dat iedere verzending van een bericht of brief, anders dan per reguliere post aan Avrotros, bedreigend en onrechtmatig is.
Nu grief 1 slaagt zal het door Avrotros gevorderde, ruim geformuleerde verbod op bedreigende uitlatingen worden toegewezen. De in het kader van grief 3 bedoelde berichten en brieven aan (ex-)werknemers zullen met dat verbod kunnen worden bestreden, voor zover deze bedreigend en onrechtmatig zijn. Het hof ziet daarom geen aanleiding voor een toewijzing van een tweede verbod als door Avrotros sub III gevorderd. De grief faalt.
3.10.
Met grief 4 komt Avrotros op tegen de compensatie van proceskosten. Gelet op het slagen van grief 1 en 2 zal het hof [geïntimeerde] verwijzen in de proceskosten van de eerste aanleg. De grief slaagt.
3.11.
Grief 5 heeft geen zelfstandige betekenis.
3.12.
In het incidenteel appel komt [geïntimeerde] met grief 1 op tegen het oordeel dat een verbod op het verspreiden van persoonsgegevens aangewezen geacht is.
3.13.
Met de voorzieningenrechter is het hof van oordeel dat het belang van de journalisten van Avrotros bij bescherming van persoonsgegevens groter is dan het belang van [geïntimeerde] bij bekendmaken ervan. Hetgeen [geïntimeerde] in dit verband in hoger beroep aanvoert, voor zover dit meer of anders is dan hij in eerste aanleg heeft gesteld, brengt het hof niet tot een andere beoordeling. De grief faalt.
3.14.
Met grief 2 verzet [geïntimeerde] zich tegen de oplegging van een dwangsom. Anders dan [geïntimeerde], acht het hof, nu gelet op het oordeel over grief 1 het verbod ook in hoger beroep wordt opgelegd, een dwangsom nodig. De enkele mededeling van [geïntimeerde], dat hij een rechterlijke veroordeling zal respecteren, doet daar onvoldoende aan af.
3.15.
Voor de beoordeling van grief 3, waarmee ook [geïntimeerde] opkomt tegen de beslissing om proceskosten te compenseren, verwijst het hof naar overweging 3.10 hierboven.
3.16.
Grief 4 heeft geen zelfstandige betekenis.
3.17.
De conclusie in het principaal appel is dat het vonnis zal worden vernietigd, voor zover het door Avrotros sub II gevorderde verbod is afgewezen en de proceskosten zijn gecompenseerd. Voor het overige zal het vonnis worden bekrachtigd. Het incidenteel appel leidt tot bekrachtiging, waarin het hof aanleiding ziet om [geïntimeerde] in de proceskosten van dat appel te verwijzen.

4.Beslissing

Het hof:
rechtdoende in principaal en incidenteel appel:
vernietigt het vonnis waarvan beroep, voor zover daarbij de vorderingen van Avrotros sub II is afgewezen en voor zover daarbij de proceskosten zijn gecompenseerd,
en in zoverre opnieuw rechtdoende:
veroordeelt [geïntimeerde] zich te onthouden van het doen van verdere bedreigende en/of onrechtmatige uitlatingen aan Avrotros en/of haar (ex-)medewerkers van het programma Opgelicht?!;
veroordeelt [geïntimeerde] om aan Avrotros een dwangsom te betalen van € 250,-- voor iedere keer dat hij niet aan deze veroordeling voldoet, tot een maximum van € 10.000,-- is bereikt;
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep voor het overige;
veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van het geding in eerste aanleg en in principaal en incidenteel hoger beroep, in eerste aanleg aan de zijde van Avrotros begroot op € 685,52 aan verschotten en € 816,-- voor salaris en in hoger beroep tot op heden aan de zijde van Avrotros begroot op € 781,52 aan verschotten en € 2.682,-- voor salaris in het principaal appel, op € 1.341,-- voor salaris in het incidenteel appel en op € 131,-- voor nasalaris, te vermeerderen met € 68,-- voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit arrest plaatsvindt, indien niet binnen veertien dagen na dit arrest dan wel het verschuldigd worden van de nakosten aan de kostenveroordeling is voldaan;
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.H.C. van Harmelen, J.C. Toorman en W.A.H. Melissen en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 20 januari 2015.