beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.150.549/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 25 maart 2015
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FONDEL DEVELOPMENT B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INASHCO B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
VERZOEKSTERS,
advocaat:
mr. T. de Waard, kantoorhoudende te Amsterdam,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FONDEL DEVELOPMENT B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
advocaat:
mr. P. Haas, kantoorhoudende te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INASHCO B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
advocaten:
mr. J. Lemstraen
mr. J. van Bekkum, kantoorhoudende te Amsterdam,
VERWEERSTERS,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FONDEL HOLDING B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. J.J. Schelling, kantoorhoudende te Rotterdam.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Verzoeksters tevens verweersters zullen Fondel Development en Inashco worden genoemd en belanghebbende Fondel Holding.
1.2 Mr. De Waard heeft namens Fondel Development en Inashco bij op 13 juni 2014 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties (waarbij productie 4 nadien is vervangen bij brief van mr. De Waard van 9 februari 2015) de Ondernemingskamer verzocht - zakelijk weergegeven - bij uitvoerbaar bij voorraad verklaarde beschikking
een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Fondel Development en Inashco en haar dochtermaatschappijen over de periode vanaf 7 september 2012 tot de datum van indiening van het verzoekschrift, en
bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding
a. Fondel Development en Fondel Holding te verbieden de aangekondigde aandeelhoudersvergadering van Fondel Development van 23 juni 2014 doorgang te laten vinden, althans deze op te schorten voor de duur van het geding;
b. in geval deze vergadering wordt gehouden en de geagendeerde besluiten tot ontslag van Synvase B.V. (hierna: Synvase) als bestuurder van Fondel Development en tot opzegging van de managementovereenkomst tussen Fondel Development en Synvase worden genomen, deze besluiten te vernietigen, althans op te schorten;
c. een bestuurder te benoemen bij Fondel Development met beslissende stem en zelfstandige vertegenwoordigingsbevoegdheid;
d. een bestuurder te benoemen bij Inashco met beslissende stem en zelfstandige vertegenwoordigingsbevoegdheid;
e. de aandelen van Fondel Holding in het kapitaal van Fondel Development ten titel van beheer over te dragen aan een te benoemen beheerder;
f. de aandelen van Fondel Participations B.V. (hierna: Fondel Participations) in het kapitaal van Inashco ten titel van beheer over te dragen aan een te benoemen beheerder;
met veroordeling van Fondel Development en Inashco in de kosten van het geding.
1.3 Bij brief van 17 juni 2014 heeft mr. Schelling namens Fondel Holding een tiental producties (genummerd 1 tot en met 10) in het geding gebracht.
1.4 De behandeling van het verzoekschrift is op verzoek van partijen pro forma aangehouden in verband met schikkingsonderhandelingen. Bij brief van 18 december 2014 heeft mr. De Waard de Ondernemingskamer verzocht de behandeling voort te zetten.
1.5 Bij op 16 januari 2015 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen aanvullend verzoek, met producties, heeft mr. De Waard namens Fondel Development en Inashco het petitum van het verzoek van 12 juni 2014 gewijzigd voor wat betreft de hiervoor onder 2.a. en 2.b. vermelde onmiddellijke voorzieningen en de Ondernemingskamer verzocht - zakelijk weergegeven - in plaats daarvan
a. het besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders van Fondel Development van 20 juni 2014, waarbij Fondel Development direct ontslag neemt als bestuurder van Inashco en Fondel Holding machtigt aan dit besluit uitvoering te geven, te vernietigen;
b. Fondel Development te bevelen zich als bestuurder van Inashco in het handelsregister van de Kamer van Koophandel in te schrijven, althans haar medewerking te verlenen aan een dergelijke inschrijving door Synvase;
In de herformulering van het petitum in het aanvullend verzoekschrift van 16 januari 2014 wordt niet langer gesproken over een onderzoek bij de dochtermaatschappijen van Fondel Development en/of Inashco.
1.6 Bij brief van 23 januari 2015, met productie, heeft mr. Lemstra de Ondernemingskamer laten weten op te treden namens Inashco en heeft hij de bevoegdheid daartoe van mr. De Waard betwist. Bij brief van 29 januari 2015 heeft mr. De Waard op deze brief gereageerd en een aantal ongenummerde producties toegezonden. Bij brief van eveneens 29 januari 2015 heeft mr. Schelling ook op de brief van 23 januari 2015 van mr. Lemstra gereageerd. Vervolgens is nadere correspondentie gevolgd met betrekking tot de wijze en het tijdstip van behandeling van het verzoek en de diverse standpunten van partijen.
1.7 Op 11 februari 2015 is van de kant van mr. De Waard een wijziging van het aanvullend verzoek, met producties, ingekomen, met verzoek in plaats van de hiervoor onder 2.f vermelde onmiddellijke voorziening te lezen
f. de aandelen in het kapitaal van Inashco ten titel van beheer over te dragen aan een te benoemen beheerder.
Daarnaast wordt de Ondernemingskamer aanvullend verzocht
g. het bestuursbesluit van Inashco om de aan de Ondernemingskamer gerichte verzoekschriften van 12 juni 2014 en 16 januari 2015 alsmede de aan mr. De Waard als advocaat van Inashco gegeven instructies in te trekken, te vernietigen dan wel op te schorten voor de duur van het geding.
1.8 Mr. Haas heeft namens Fondel Development bij op 19 februari 2015 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht Fondel Development en Inashco niet-ontvankelijk te verklaren in hun verzoek althans het verzoek af te wijzen, met bepaling dat het enquêteverzoek op onredelijke gronden is gedaan als bedoeld in artikel 2:350 lid 2 BW en veroordeling van Synvase en mr. De Waard in de kosten van de procedure.
1.9 Mrs. Lemstra en Van Bekkum hebben namens Inashco bij op 19 februari 2015 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer (met inbegrip van de bij de mondelinge behandeling in onderdeel 1 aangebrachte rectificatie) verzocht bij uitvoerbaar te verklaren beschikking
1. primair: te bepalen dat het verzoek ten aanzien van Inashco niet verder in behandeling kan worden genomen en dat de procedure wordt beëindigd;
2. subsidiair: Fondel Development en Inashco niet-ontvankelijk te verklaren in hun verzoek voor zover dat ziet op Inashco;
3. meer subsidiair: het verzoek van Fondel Development en Inashco af te wijzen;
4. te beslissen dat het verzoek op onredelijke gronden is gedaan en dat Inashco op grond van artikel 2:350 lid 2 BW een eis kan instellen jegens Synvase en/of de bestuurders van Synvase tot vergoeding van de schade die Inashco ten gevolge van het verzoek lijdt;
met hoofdelijke veroordeling van Synvase en mr. De Waard in de kosten van het geding.
1.10 Mr. Schelling heeft namens Fondel Holding bij op 19 februari 2015 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties (waartoe de Ondernemingskamer ook de bij brief van 17 juni 2014 gezonden producties 1 tot en met 10 rekent alsmede de op 2 maart 2015 herstelde productie 4 en de op 3 maart 2015 aangevulde productie 8) de Ondernemingskamer verzocht Fondel Development en Inashco niet-ontvankelijk te verklaren in hun verzoek althans het verzoek af te wijzen, met veroordeling van Synvase in de kosten van de procedure.
1.11 De verzoeken zijn behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 5 maart 2015. Bij die gelegenheid hebben de advocaten de standpunten van de onderscheiden partijen toegelicht, allen aan de hand van aan de Ondernemingskamer overgelegde pleitnotities. Mr. De Waard heeft nog op voorhand aan de Ondernemingskamer en de wederpartijen nadere producties 21 en 23 doen toekomen (productie 22 is door mr. De Waard na indiening teruggetrokken). Partijen hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord.
2 De feiten
De Ondernemingskamer gaat uit van de volgende feiten:
2.1[A] (hierna: [A]) en [B] (hierna: [B]) zijn ondernemers op het gebied van de ontwikkeling en het naar de markt brengen van duurzame en innovatieve industriële producten ten aanzien van grondstoffenverwerking, recycling, metallurgie en handel in grondstoffen. Samen met de TU Delft hebben zij een technische toepassing ontwikkeld op het gebied van het onttrekken van metalen uit de as van verbrandingsovens.
2.2[A] en [B] zijn door middel van hun persoonlijke houdstervennootschappen ieder voor 50% aandeelhouder van Synvase. Zij zijn beiden bestuurder van Synvase.
2.3Fondel Holding en aan haar gelieerde vennootschappen zijn opgetreden als investeerder in de projecten van [A] en [B]. De gang van zaken was dat in Fondel Development innovatieve recycling projecten werden ontwikkeld, waarna de projecten, als ze daarvoor groot genoeg waren, in een zelfstandige vennootschap werden ondergebracht waarvan Fondel Participations aandeelhouder was.
2.4Fondel Holding (bestuurders: [C] en [D]) houdt 100% van de aandelen in het geplaatste kapitaal van Fondel Development en van Fondel Participations. De (zelfstandig bevoegde) bestuurders van Fondel Development zijn Fondel Holding en Synvase. Van Fondel Participations is Fondel Holding de bestuurder.
2.5Op 14 december 2007 hebben Synvase en Fondel Holding (toen nog Fondel Commodities B.V. geheten) een samenwerkingsovereenkomst gesloten, waarin de voorwaarden van hun samenwerking zijn vastgelegd. Voorts is een managementovereenkomst gesloten tussen Fondel Development en Synvase. Deze overeenkomst geeft Synvase recht op een managementfee.
2.6Op grond van de samenwerkingsovereenkomst heeft Synvase recht op een maandelijkse vergoeding van 3% over de gefactureerde en betaalde omzet per project, naar rato van het belang van de Fondel Groep in het project. Daarnaast heeft Synvase recht op een vergoeding per project van 10% van de gerealiseerde handelsmarge van de verkoop van producten die gegenereerd worden door het project en op een jaarlijkse vergoeding van 30% van de overwinst en voorts op 30% over de verkoopwinst in geval van verkoop aan derden en op 30% van de inkomsten uit advieswerkzaamheden door Fondel Development.
2.7Inashco is een van de vennootschappen die (in 2009) is opgericht voor een project als bedoeld in 2.3. Inashco houdt zich onder meer bezig met het leveren van ingenieurs, het maken van technische ontwerpen en het adviseren en exploiteren van kennis op het gebied van bodemassen. Fondel Development is 100% aandeelhouder van Inascho. De (zelfstandig bevoegde) bestuurders van Inashco waren (in ieder geval tot 20 juni 2014) Fondel Development en [E] (hierna: [E]). Inashco is een snel groeiende onderneming. Haar omzet nam toe van een paar miljoen euro in het boekjaar 2010/2011 tot meer dan € 40 miljoen in het boekjaar 2013/2014.
2.8In 2011 en 2012 hebben Fondel Holding en Synvase onderhandeld over een nieuwe vorm voor hun samenwerking. Op 17 september 2012 hebben Fondel Holding, Fondel Participations, Fondel Development en Synvase een Hoofdlijnenakkoord ondertekend. Dit akkoord voorzag in een nieuwe vennootschapsrechtelijke structuur voor nieuwe en voor de bestaande projecten. Op basis van dit akkoord zou Synvase voor ieder van de bestaande projecten in plaats van een winstafhankelijke vergoeding recht krijgen op een 50% aandelenbelang (zeggenschapsrechten) met een 30% winstrecht. Op 19 december 2013 hebben Fondel Holding en Synvase een overeenkomst gesloten waarin is vastgelegd dat de herstructurering conform het Hoofdlijnenakkoord zo snel mogelijk zou worden geformaliseerd en uiterlijk 30 april 2014 diende te zijn afgerond. In deze overeenkomst staat voorts dat Fondel Holding en Synvase zodoende gezamenlijk zullen optreden als aandeelhouders van het op te richten Syndel Holding B.V. (hierna: Syndel) dat 100% van de aandelen Inashco zal houden en dat vanuit Syndel getracht zal worden een minderheidsbelang van maximaal 30% te verkopen voor minimaal € 20 miljoen.
2.9Synvase is opgeroepen voor een algemene vergadering van aandeelhouders van Fondel Development, te houden op 23 juni 2014. De agenda voor die vergadering vermeldde onder meer het ontslag van Synvase als bestuurder van Fondel Development en de opzegging van de managementovereenkomst. Deze vergadering heeft geen doorgang gevonden.
2.1Op 20 juni 2014 heeft Fondel Holding als aandeelhouder van Fondel Development - onder verwijzing naar artikel 13 lid 3 van de statuten van Fondel Development waarin wordt bepaald dat de algemene vergadering van aandeelhouders beslist als in het bestuur de stemmen staken - besloten dat Fondel Development per direct ontslag neemt als bestuurder van Inashco en dat Fondel Holding wordt gemachtigd een ontslagbrief te versturen en Fondel Development als bestuurder van Inashco uit te schrijven uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
2.11Op eveneens 20 juni 2014 heeft Fondel Participations als aandeelhouder van Inashco [F] (hierna: [F]), die sinds 1 april 2014 in dienst van Inashco was in de functie van CFO, benoemd tot bestuurder van Inashco.
2.12Bij brief van 20 juni 2014 heeft Fondel Holding namens Fondel Development Inashco - t.a.v. [E] - kennisgegeven van het ontslag van Fondel Development als bestuurder. Bij brief van eveneens 20 juni 2014 heeft [E] de ontvangst van de ontslagbrief bevestigd en daarbij onder meer opgemerkt ‘
(…) dat met dit ontslag en met de gelijktijdige benoeming van [F] tot bestuurder in Inashco B.V., de gezonde verhoudingen binnen het bestuur Inashco zijn hersteld’.
2.13In de periode tussen half juli en half december 2014 hebben Synvase, Fondel Holding, Fondel Development en Fondel Participations onder leiding van een mediator schikkingsonderhandelingen gevoerd. Synvase enerzijds en de drie andere vennootschappen anderzijds verschillen van mening over de vraag of in de mediation volledige overeenstemming is bereikt.
2.14Bij exploot van 10 februari 2015 heeft Synvase - na eerst een aantal beslagen te hebben gelegd - Fondel Holding, Fondel Development en Fondel Participations gedagvaard om op 18 maart 2015 te verschijnen voor de rechtbank Rotterdam. Synvase vordert, globaal genomen, primair nakoming van de vaststellingsovereenkomst die naar haar stelling op 22 juli 2014 in de mediation tot stand is gekomen (tot een bedrag van circa € 6.5 miljoen), subsidiair nakoming van het Hoofdlijnenakkoord en de overeenkomst van 19 december 2013 en meer subsidiair betaling van op grond van de samenwerkingsovereenkomst verschuldigde bedragen.