ECLI:NL:GHAMS:2015:1118
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen WOZ-waarde vaststelling door heffingsambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de vastgestelde WOZ-waarde van een onroerende zaak door de heffingsambtenaar van de gemeente Uithoorn. De belanghebbende, eigenaar van de woning, heeft bezwaar gemaakt tegen de waarde die door de heffingsambtenaar is vastgesteld op € 393.000 voor het kalenderjaar 2012, met als waardepeildatum 1 januari 2011. De heffingsambtenaar handhaafde deze waarde na bezwaar, waarna de rechtbank het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaarde. De belanghebbende heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Amsterdam.
Tijdens de procedure heeft de belanghebbende verschillende taxatierapporten ingediend ter onderbouwing van zijn standpunt dat de waarde te hoog is vastgesteld. Het Hof heeft echter geoordeeld dat de heffingsambtenaar met het ingebrachte taxatierapport voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde niet te hoog is vastgesteld. Het Hof heeft daarbij overwogen dat de vergelijkingsobjecten die door de heffingsambtenaar zijn gebruikt, voldoende vergelijkbaar zijn met de woning van de belanghebbende en dat er rekening is gehouden met de verschillen in ligging, type en onderhoudstoestand.
Het Hof heeft de grieven van de belanghebbende verworpen en geconcludeerd dat de waarde van de woning en de daarop gebaseerde aanslag niet te hoog zijn vastgesteld. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en het hoger beroep is ongegrond verklaard. De kostenveroordeling is niet aan de orde gesteld.