3.1.In deze zaak gaat het om het volgende.
( a) Recreatie Beheer is eigenares van een recreatiepark met de naam Bohémien Resort
in Sint-Maartenszee. In dat park is permanente bewoning niet toegestaan. Er bevinden zich 47 recreatiewoningen die eigendom zijn van particulieren of van Recreatie Beheer. Het merendeel van de particuliere eigenaren verhuurt zijn woning.
( b) NHRS houdt zich bezig met de verhuur van de recreatiewoningen.
( c) Halverwege 2006 heeft [appellant] een van deze recreatiewoningen gekocht van Recreatie Beheer. In de desbetreffende akte van levering van 27 oktober 2006 (verder: de leveringsakte) is onder meer het volgende opgenomen:
“Bewoning
Artikel 19
Indien de op de verkochte grond gestichte recreatiewoning buiten verhuur-bemiddeling van Noord Holland Recreatie Service te Sint Maartenszee door anderen dan de juridische of economische eigenaar, (...) in gebruik wordt genomen, is die eigenaar aan Noord-Holland Recreatie Service voornoemd een vergoeding van(lees:)
€ 200,00 per week (...) verschuldigd (...).
Voormeld bedrag zal worden geïndexeerd op de wijze als hierna onder artikel 23 vermeld.
(…)
Gebruik/Onderhoud
Artikel 21
a. De verkrijger[appellant]; hof)
is verplicht de op de verkochte grond gestichte recreatiewoning gedurende een periode van tenminste 12 weken per kalenderjaar via een verhuurorganisatie te verhuren en derhalve gedurende die periode niet voor eigen gebruik te bestemmen of aan te wenden. (…)
(…)
Algemene voorzieningen
Artikel 22
De in het Bohémien Resort gelegen wegen, paden, groenstroken, waterpartijen en dergelijke met de daarop aangebrachte voorzieningen, zoals verlichting en dergelijke, zijn en blijven eigendom van de ondernemer(Recreatie Beheer; hof)
die verplicht is een en ander in goede staat van onderhoud te houden.
Verkrijger verbindt zich jegens de ondernemer en is jegens de ondernemer gehouden om bij te dragen in de parkkosten/lasten van onderhoud/vervanging, instandhouding en exploitatie van deze algemene voorzieningen.
Deze parkkosten betreffen ondermeer, doch niet uitsluitend:
- de onderhoudskosten van-, de afschrijvingen van -, de instandhouding en exploitatie van:
- openbare wegen en parkeerplaatsen
- openbare groenvoorzieningen
- openbare waterpartijen
- verlichting, verbruik daaronder begrepen
- civiel-technische werken zoals riolering en dergelijke
- toegangscontrole, exploitatie daaronder begrepen
- data-communicatie-systeem, exploitatie daaronder begrepen;
- de dienstverlening, verband houdende met respectievelijk voortvloeiende uit:
- algemene bewoners service
- toezichthoudende werkzaamheden in het park
- bewaking van de onroerende zaak;
- de verzekeringen, onroerende zaak belasting, alsmede heffing van gemeente/ provincie/rijksoverheid/waterstaat, in verband staande met respectievelijk voortvloeiende uit (het gebruik van) de algemene voorzieningen.
Kosten voorzieningen terzake alternatieve energie/algemene voorzieningen
Artikel 23
a. De verkrijger verbindt zich jegens de ondernemer en is jegens de ondernemer gehouden om bij te dragen in de lasten van onderhoud, vervanging, reparatie, controle en beheer (...) van de in, op, onder, of aan elke bungalow (...) aan te brengen/ aangebrachte voorzieningen met betrekking tot alternatieve energie-opwekking/geleiding. Voormelde bijdrage bedraagt per jaarlees:)
€ 98,50, welk bedrag jaarlijks op gelijke wijze wordt aangepast als de in lid b vermelde vergoedingen.
b. De kosten van vastrecht van bewakings-, beveiligings-, intercom-, datacommunicatiesysteem bedragen per jaarlees:)
€ 392,75 exclusief omzetbelasting, (...) welk bedrag jaarlijks op gelijke wijze wordt aangepast als de hierna bedoelde vergoeding.
De vergoeding gemeld in artikel 22 is voor het jaar tweeduizend vijf vastgesteld op(lees:)
€ 1.129,00, exclusief omzetbelasting per woning.
De vergoeding wordt geïndexeerd voor het eerst op een januari negentienhonderd-negenennegentig en vervolgens jaarlijks aan de hand van de stijging respectievelijk daling van het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie (...) zoals gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek.
(...)
Indien de werkelijke kosten als hiervoor bedoeld structureel hoger respectievelijk lager blijken te zijn dan de in rekening gebrachte vergoeding, is de ondernemer gerechtigd respectievelijk verplicht om het jaarlijkse bedrag te verhogen respec-tievelijk te verlagen en aan te passen aan de hand van de daadwerkelijke kosten.
(…)
De voornoemde bijdrage(n) is/zijn voor het eerst pro rato (vast te stellen door de ondernemer) verschuldigd op de datum van oplevering van de recreatiewoning en vervolgens telkens binnen één maand na opgave door de ondernemer van de voor het jaar verschuldigde bijdrage.
Ieder beroep op compensatie of korting is uitgesloten.
Bij niet-tijdige betaling van de bijdrage of een gedeelte daarvan is de verkrijger over de bijdrage een rente verschuldigd gelijk aan één procent per maand waarbij een gedeelte van een maand geldt als een volle maand.
Tevens komen de buitengerechtelijke incassokosten met een minimum van(lees:)
€ 100,00 voor rekening van de verkrijger.”
Het hof zal de in artikel 19 van de leveringsakte bedoelde vergoeding hierna
verhuurvergoedingnoemen en de in de artikel 22 en 23 van die akte bedoelde kosten
parkkosten.
( d) [appellant] heeft de parkkosten over de jaren 2008 tot en met 2011 voldaan, maar steeds (veel) te laat, die over 2011 op 12 april 2011. Hij heeft de verhuurvergoeding nooit betaald.
( e) Bij brief van 29 juni 2011 heeft [X], directeur van zowel Recreatie Beheer als NHRS, [appellant] bericht:
“Ondanks vele herinneringen en aanmaningen heeft u de verhuurvergoedingen conform artikel 19 van de koopovereenkomst en gemaakte kosten door Noord-Holland Recreatie Service BV niet voldaan.
Noord-Holland Recreatie Service BV heeft uit dien hoofde van u opeisbaar te vorderen een totaal bedrag van € 23.371,15(...).
Wij sommeren u om voormeld totaalbedrag binnen 14 dagen te hebben voldaan (...).
De verhuurvergoedingen zijn ondermeer voor het(lees:)
in stand houden van het beheer van het park en het onderhoud van de civieltechnische werken op het recreatiepark zoals de riolering, waarvoor wij u verwijzen naar het bepaalde in artikel 22 van de leveringsakte.
Indien u de verschuldigde kosten (...) niet(lees:)
betaalt, zullen wij onze verplichtingen jegens u opschorten. Dit laatste zal onder meer inhouden dat wij vanaf 4 juni 2011 de riolering naar uw vakantiewoning zullen afsluiten.
(...)
Nogmaals waarschuwen wij u aldus dat bij non-betaling afsluiting van de riolering zal volgen.”
( f) Op 2 juli 2011 heeft [X] de riolering naar de recreatiewoning van [appellant] afgesloten. Nadat [appellant] met een kort geding had gedreigd, heeft [X] diens woning (kennelijk in 2012) weer aangesloten op het riool.
( g) Begin 2012 zijn de centrale verwarming en de waterleiding van de recreatiewoning
van [appellant] bevroren. Deze vorstschade heeft [appellant] niet laten repareren.
( h) De parkkosten over 2012 en 2013 heeft [appellant] onbetaald gelaten.
( i) In de eerste aanleg van dit geding vorderden Recreatie Beheer c.s. in conventie, na wijziging van eis en voor zover in hoger beroep van belang, de betaling door [appellant] van € 2.153,68, € 253,52, € 2.111,76 en € 283,38, telkens met (verdere) rente, aan Recreatie Beheer wegens respectievelijk parkkosten over 2012, 2008 (afrekening) en 2013 en contractuele rente over de jaren 2008 tot en met 2011, alsmede van € 24.095,94, met (verdere) rente, aan NHRS wegens verhuurvergoeding over de jaren 2008 tot en met 2011. [appellant] heeft verweer gevoerd en in reconventie gevorderd:
a. een verklaring voor recht, inhoudende dat Recreatie Beheer c.s. tegenover hem tekort zijn geschoten, althans onrechtmatig hebben gehandeld door:
- onvoldoende dienstverlening jegens de huurders,
- onvoldoende inspanning tot werving van huurders,
- het lastig vallen van huurders, waaronder het dreigen met het afsluiten van nutsleidingen of voorzieningen,
- het beletten van huurders met hun auto tot bij de recreatiewoning te rijden,
- het buiten gebruik stellen van nutsvoorzieningen, zoals het riool,
en hoofdelijk aansprakelijk zijn voor schade als gevolg van deze handelingen en/of verzuimen;
b. een bevel aan Recreatie Beheer c.s. (op straffe van de verbeurte van dwangsommen) mee te werken aan een ongestoorde toegang tot de recreatiewoning - te voet en per voertuig - van alle door [appellant] aan NHRS aangemelde huurders;
c. hoofdelijke veroordeling van Recreatie Beheer c.s., althans ieder individueel voor zodanig deel als de rechtbank bepaalt, tot vergoeding van de onder a bedoelde schade, nader op te maken bij staat, met de wettelijke handelsrente;
d. hoofdelijke veroordeling van Recreatie Beheer c.s tot betaling van een voorschot van € 20.000,=, althans van een zodanig bedrag als de rechtbank bepaalt, op de onder c bedoelde schade.
Bij het eindvonnis heeft de rechtbank de vorderingen van Recreatie Beheer c.s. toegewezen, die van [appellant] afgewezen en [appellant] in de proceskosten in conventie en in reconventie verwezen. Met zijn grieven komt [appellant] tegen deze beslissingen op, alsmede tegen de gronden waarop zij berusten.