ECLI:NL:GHAMS:2015:1015
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging zorgverzekering en schadevergoeding bij niet-nakomen mededelingsplicht
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de zorgverzekering van [appellant] door AGIS Zorgverzekeringen N.V. en de vraag of [appellant] schadevergoeding verschuldigd is wegens het niet-nakomen van de mededelingsplicht. [appellant] is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin AGIS als eiseres werd aangemerkt. De rechtbank had geoordeeld dat [appellant] een bedrag van € 3.514,61 aan AGIS verschuldigd was, wat voornamelijk betrekking had op onbetaalde premies voor de basiszorgverzekering en aanvullende verzekeringen. [appellant] betwistte de vordering en stelde dat zijn zorgverzekering van rechtswege was geëindigd omdat hij geen rechtmatig verblijf had in Nederland, en dat hij daarom geen premies verschuldigd was.
Het hof overweegt dat de verzekeringsplicht onder de Zorgverzekeringswet in de relevante periode gekoppeld was aan het verzekerde-begrip van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Het hof stelt vast dat [appellant] in 2002 in Nederland loonvormende arbeid heeft verricht, waardoor hij verplicht verzekerd was op grond van de toenmalige Ziekenfondswet. AGIS heeft gesteld dat de ziekenfondsverzekering van [appellant] per 1 januari 2006 is omgezet in een basiszorgverzekering, en dat deze verzekering niet eerder dan 22 oktober 2009 is geëindigd.
Het hof concludeert dat [appellant] niet heeft aangetoond dat hij op enig moment aan AGIS heeft meegedeeld dat hij niet meer verzekeringsplichtig was. AGIS heeft de zorgverzekering beëindigd omdat de verzekeringsplicht niet bekend was. Het hof oordeelt dat [appellant] tekort is geschoten in zijn mededelingsplicht, wat hem schadeplichtig maakt. De vordering van AGIS tot betaling van de premies wordt in stand gehouden, en het hof gelast een comparitie van partijen om te onderzoeken of een minnelijke regeling kan worden bereikt. De verdere beslissing wordt aangehouden.