Uitspraak
Omvang van het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
zij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 februari 2012 tot en met 24 april 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] (notaris) heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van in totaal (ongeveer) 870.300,90 euro, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of haar mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
zij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 februari 2012 tot en met 4 juni 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een voorwerp, te weten een geldbedrag van (ongeveer) 870.300,90 euro, in elk geval een geldbedrag, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten een geldbedrag van (ongeveer) 870.300,90 euro, in elk geval van een geldbedrag, gebruik heeft gemaakt, terwijl zij, verdachte en/of haar mededader(s) wist(en) dan wel redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Vonnis waarvan beroep
Partiële nietigheid van de inleidende dagvaarding
Vrijspraak
Bewezenverklaring
zij op tijdstippen in de periode van 7 februari 2012 tot en met 24 april 2013 te Amsterdam, een geldbedrag van in totaal 870.300,90 euro, heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl zij ten tijde van de verwerving en het voorhanden krijgen redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
zij op tijdstippen in de periode van 7 februari 2012 tot en met 4 juni 2013 te Amsterdam, een voorwerp, te weten een geldbedrag heeft overgedragen en/of omgezet, terwijl zij, verdachte, redelijkerwijs moest vermoeden dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Bewijsoverwegingen
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.