3.4De Ondernemingskamer is van oordeel dat er gegronde redenen zijn om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Leaderland c.s. te twijfelen. Bij die beoordeling zijn de navolgende feiten en omstandigheden van belang.
a. Er is sprake van een verstrengeling van belangen. Vaststaat dat [belanghebbende 1] houder is van 50% van de aandelen in Leaderland TTM en dat [belanghebbende 2] houder is van 25% van de aandelen in Leaderland TTM, welke vennootschap op haar beurt 90% van de aandelen hield in Soyuz Corporation. De overige 10% werden door [belanghebbende 1] gehouden. Ten gevolge van de overdracht van Soyuz Corporation aan SC Investment Group (90%) en SC Financial Investment Group (10%) is Soyuz Corporation aan het vermogen van Leaderland c.s. onttrokken. SC Investments Group is voor 25% in handen van [belanghebbende 2] en voor 75% in handen van [belanghebbende 1]; SC Financial Investment Group is voor 100% in handen van [belanghebbende 1]. Voorts houdt Soyuz Corporation sinds 31 juli 2013 alle aandelen in Soyuz TTM. De overdrachten hebben derhalve plaatsgevonden tussen uitsluitend gelieerde partijen. Niet geheel duidelijk is of de aandelen in Soyuz TTM inderdaad als gevolg van de afsplitsing door Leaderland I-III zijn verkregen, zoals in 2.3 hiervoor wordt vooronderstelt en schematisch is weergegeven, of dat Soyuz TTM bij Leaderland TTM is gebleven, welke vennootschap de overeenkomst met betrekking tot de overdracht van Soyuz TTM heeft gesloten (zie onder 2.9). Wat de precieze gang van zaken is geweest, kan echter in het midden blijven. Als gevolg van de overdrachten hebben Leaderland c.s. hun belangen – en daarmee [verzoeker] zijn indirecte belang – in Soyuz Corporation en Soyuz TTM, de vennootschappen waarin de belangrijkste activa waren ondergebracht, geheel verloren. [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] hebben hun belang in die vennootschappen als gevolg van die overdrachten uitgebreid tot 100% en zij traden daarbij op zowel als verkoper als koper. Dat betekent dat zij bij die transacties indirect persoonlijke belangen hadden die tegenstrijdig waren met dat van Leaderland c.s. Dat roept vraagtekens op over het zakelijk karakter van de overdrachten.
b. De overdrachten van Soyuz TTM en Soyuz Corporation betroffen in feite verreweg het grootste deel van de onderneming van Leaderland c.s. De stelling van [verzoeker] dat Soyuz TTM in 2011 voor € 19.343.168 op de balans stond en dat de totale activa van Leaderland c.s. in 2011 € 19.465.835 bedroegen is door Leaderland c.s. onvoldoende betwist: zij bevestigen dat de verkoop van de deelneming in Soyuz TTM het activum betrof dat de grootste waarde vertegenwoordigde op de balans. Daarnaast heeft [verzoeker] gemotiveerd gesteld dat Soyuz Corporation, gelet op de waarde van het merk Soyuz, een wezenlijk onderdeel vormt van Leaderland c.s. Die stelling is onvoldoende weersproken.
c. Aan de overdrachten ligt geen (voldoende) betrouwbare waardering ten grondslag. Van enige waardering met het oog op de overdracht van de aandelen in Soyuz Corporation of de overdracht van activiteiten door Leaderland TTM aan SC Raw Materials B.V. is in het geheel niet gebleken. Ten aanzien van de overdracht van de aandelen in Soyuz TTM beroepen Leaderland c.s. zich op een waarderingsrapport van 1 juli 2013. Tegenover de gemotiveerde betwisting (pleitnota 26 en volgende) hebben Leaderland c.s. onvoldoende aannemelijk gemaakt dat dit rapport daadwerkelijk aan de transactie ten grondslag heeft gelegen. Bovendien kan dit rapport, dat in opdracht van Leaderland TTM ([belanghebbende 3]) en op basis van door haar aangeleverde gegevens tot stand is gekomen, niet – met het oog op de hiervoor vastgestelde tegenstrijdige belangen – als voldoende onafhankelijk worden aangemerkt. Het rapport geeft daarnaast aan dat de waardebepaling globaal is, waarbij is vermeld dat deze is gebaseerd op minimale financiële en boekhoudkundige gegevens zonder te beschikken over volledige informatie over de onderverdeling van de balans; blijkens het rapport heeft geen inspectie of bezichtiging van de materiële vaste activa plaatsgevonden. Deze beperkingen in het rapport zijn van aanzienlijke betekenis, nu de waardebepaling daarin uitgaat van de boekwaarden in de balans (intrinsieke waarde), met neerwaartse correcties daarop vanwege de aangenomen slechte vooruitzichten en verwachte liquidatie van Soyuz TTM. Al met al is over de waarde van beide deelnemingen ten tijde van de overdracht te weinig bekend om een oordeel te kunnen hebben over de vraag of die overdracht op basis van een redelijke, marktconforme koopprijs is geschied. De hierboven gestelde vraagtekens bij het zakelijk karakter van de overdrachten zijn daarmee bevestigd.
d. Tegen de stelling van [verzoeker] dat de overdracht van Soyuz Corporation en Soyuz TTM een materiële liquidatie van de onderneming betekent, hebben Leaderland c.s. gemotiveerd naar voren gebracht dat de in- en verkoop van ruwe grondstoffen in de onderneming die Leaderland c.s. drijft nog steeds wordt voortgezet. Hoewel er strikt genomen gelet op de – voorshands aannemelijk te achten – activiteiten die thans nog plaatsvinden, geen sprake is van een materiële liquidatie van de onderneming en er op die grond geen verplichting bestond om de vergadering van aandeelhouders goedkeuring te vragen voor de verkoop van deelnemingen, brengen de omstandigheden van dit geval mee dat aan [verzoeker] als minderheidsaandeelhouder van te voren openheid van zaken had moeten worden gegeven over de op handen zijnde overdrachten. Dit klemt te meer nu de andere aandeelhouders van Leaderland c.s. wel in die overdrachten zijn gekend, en, sterker nog, daarbij betrokken waren als gelieerde partijen met een tegenstrijdig belang. Dat [verzoeker] alle aangetekende stukken van Leaderland weigerde aan te nemen, zoals Leaderland c.s. hebben gesteld doet niet ter zake, nu gesteld noch gebleken is dat die stukken tegemoet kwamen aan de informatieverplichting. De stelling dat [verzoeker] inmiddels over alle relevante informatie beschikt, wordt eveneens als niet ter zake dienend verworpen.
e. [verzoeker] heeft gemotiveerd gesteld – en tegen deze stelling is onvoldoende verweer gevoerd –, dat (een deel van de) activiteiten van Leaderland TTM (is) zijn overgenomen door SC Raw Materials B.V., welke vennootschap wordt bestuurd door Sergey Sergeyevitsj Vasilyv, een zoon van [belanghebbende 1].