ECLI:NL:GHAMS:2014:898
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- E.F. Faase
- E.G. van der Laan
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaar tegen aanslag waterschapsbelasting in verband met adressering
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van het bezwaar van belanghebbende tegen een aanslag waterschapsbelasting, opgelegd door de heffingsambtenaar van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. De aanslag, gedateerd op 31 december 2010, werd verzonden naar een appartement in Amsterdam, dat slechts met een huisnummer en een letter was aangeduid. Belanghebbende stelde dat de aanslag niet op het juiste adres was bezorgd, omdat de toevoeging van de letter aan het huisnummer niet gepubliceerd was. De rechtbank had het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in hoger beroep ging.
Het Gerechtshof Amsterdam oordeelde dat, hoewel de adressering niet volledig correct was, de onvolkomenheid zo gering was dat er geen misverstand kon bestaan over de bestemming van het aanslagbiljet. Het Hof stelde vast dat belanghebbende op het moment van de aanslag ingeschreven stond op het adres waar de aanslag naartoe was gestuurd. De gemachtigde van belanghebbende, die tevens eigenaar was van het pand, had verklaard dat de post door de bewoners zelf werd gesorteerd. Het Hof concludeerde dat de aanslag redelijkerwijs als bezorgd kon worden beschouwd, ondanks de formele onvolkomenheid in de adressering.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De kostenveroordeling werd afgewezen, omdat het Hof geen termen aanwezig achtte voor een kostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 26 februari 2014, en belanghebbende kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.