In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 17 maart 2014, wordt het wrakingsverzoek van verzoeker afgewezen. Het verzoek tot wraking was gericht tegen de rechters mrs. A.D.R.M. Boumans, A.M. van Woensel en I.M.A.M. Berben, die betrokken waren bij de behandeling van een strafzaak. Verzoeker had op 3 maart 2014 tijdens een openbare zitting een verzoek ingediend om beeld- en geluidsopnamen te maken van de zitting, wat door de strafkamer was afgewezen. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking behandeld en vastgesteld dat de afwijzing van het opnameverzoek niet getuigde van vooringenomenheid van de rechters. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing om geen opnamen toe te staan, was gemotiveerd door het belang van de privacy van de procesdeelnemers en dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechters in twijfel trokken. De wrakingskamer heeft de relevante artikelen van het Wetboek van Strafvordering en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in haar beoordeling betrokken. De beslissing van de strafkamer om het verzoek tot opnamen af te wijzen werd als redelijk en begrijpelijk beschouwd, en de wrakingskamer concludeerde dat er geen grond was voor het wrakingsverzoek. De beschikking werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.