ECLI:NL:GHAMS:2014:6075
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.N. van de Beek
- M. Wigleven
- C.E. Buitendijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van grootouders inzake uithuisplaatsing van minderjarige
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van grootouders tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing van hun kleindochter is verlengd. De grootouders, aangeduid als appellanten, hebben op 20 februari 2014 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 14 november 2013. De zaak is op 27 maart 2014 behandeld, waarbij enkel de ontvankelijkheid van het hoger beroep aan de orde kwam. De grootouders zijn niet de wettelijke vertegenwoordigers van de minderjarige en hebben geen gezag over haar, waardoor zij niet als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt volgens de relevante artikelen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
De minderjarige, geboren in 2007, is sinds 2010 onder toezicht gesteld en is in verschillende pleeggezinnen geplaatst. De WSJ, de instantie die betrokken is bij de uithuisplaatsing, heeft de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing aangevraagd. De grootouders hebben verzocht om de machtiging te beperken tot plaatsing bij hen, maar het hof oordeelt dat zij niet als belanghebbenden kunnen worden beschouwd. De beslissing van het hof is dat de grootouders niet-ontvankelijk worden verklaard in hun hoger beroep, omdat zij niet voldoen aan de criteria om als belanghebbenden te worden aangemerkt.
De uitspraak is gedaan door een collegiaal hof, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op 6 mei 2014. De griffier heeft de uitspraak genoteerd en de zaak is afgesloten met de beslissing dat de grootouders geen recht hebben om in hoger beroep te komen.