ECLI:NL:GHAMS:2014:6004

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 november 2014
Publicatiedatum
11 februari 2015
Zaaknummer
23-002523-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid en ontvankelijkheid in hoger beroep inzake ISD-maatregel

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 24 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 11 juni 2014. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank met betrekking tot de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde ISD-maatregel. Het hof heeft zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het hoger beroep voor zover dit betrekking heeft op de ISD-maatregel, omdat de behandeling van deze vordering volgens de wet dient te geschieden door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het hof heeft de zaak in zoverre doorverwezen naar dat gerechtshof.

Daarnaast heeft het hof geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep voor het overige. De raadsvrouw van de verdachte en de verdachte zelf hebben tijdens de zitting aangegeven geen bezwaren te hebben tegen de beslissingen van de rechtbank in de hoofdzaak. Dit impliceert dat de verdachte geen belang meer hecht aan de voortzetting van de behandeling van de hoofdzaak in hoger beroep. Gezien het ontbreken van enig rechtens te beschermen belang heeft het hof besloten de verdachte niet te ontvangen in het door hem ingestelde hoger beroep.

De uitspraak van het hof is gedaan door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden. De griffier heeft de uitspraak genoteerd en deze is openbaar uitgesproken tijdens de zitting.

Uitspraak

Parketnummer: 23-002523-14
Datum uitspraak: 24 november 2014
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 11 juni 2014 in de strafzaak onder de parketnummers 13-701355-14, 13-400256-09 (TUL) en 13-401209-09 (TUL) tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968,
adres: [adres],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in [HvB].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 november 2014.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Bevoegdheid van het hof

De verdachte heeft op 20 juni 2014 hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 11 juni 2014 in de zaak onder parketnummer 13/701355-14, daarbij inbegrepen - zo blijkt uit de op de akte genoteerde parketnummers - de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 2 juni 2009 voorwaardelijk opgelegde straf met parketnummer 13-400256-09 alsmede de afzonderlijk geminuteerde beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van
1 oktober 2009 (parketnummer 13-401209-09) voorwaardelijk opgelegde maatregel tot plaatsing van de verdachte in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) voor de duur van twee jaren.
Voor zover het hoger beroep betrekking heeft op de beslissing tot tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel met parketnummer 13-401209-09, volgt uit artikel 509ff, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering dat het hoger beroep behandeld dient te worden door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het hof zal met betrekking tot het door de verdediging ingestelde hoger beroep gericht tegen toewijzing van de vordering tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel zich onbevoegd verklaren en de zaak in zoverre naar het hof Arnhem-Leeuwarden verwijzen en doorsturen.

Ontvankelijkheid van het ingestelde hoger beroep in de hoofdzaak

De raadsvrouw van de verdachte alsmede de verdachte hebben ter terechtzitting in hoger beroep medegedeeld geen bezwaren te hebben tegen de in het vonnis van de rechtbank in de hoofdzaak (parketnummer 13-701355-14 en 13/400256-09 (TUL)) genomen beslissingen. Het hof begrijpt hieruit dat de verdachte geen belang meer hecht aan voortzetting van de behandeling van de hoofdzaak in hoger beroep.
Op grond van het vorenstaande en gehoord de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat, nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te beschermen belang dat is gediend met de voortgezette behandeling van de hoofdzaak, de verdachte niet ontvangen dient te worden in het door hem ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
verklaart zich
niet bevoegdtot kennisneming van het hoger beroep voor zover dit betrekking heeft op de beslissing van de rechtbank op de vordering tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde ISD-maatregel (parketnummer 13-401209-09), en verwijst de zaak in zoverre naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden;
verklaart de verdachte voor het overige niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.W.H.G. Loyson, mr. P.C. Römer en mr. A.P.M. van Rijn, in tegenwoordigheid van mr. M. Helmers, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 24 november 2014.