Uitspraak
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[VERZOEKER 2],
mr. P.J. van der Korst, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. A.R.J. Croiset van Uchelen, kantoorhoudende te Amsterdam.
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
European Prospectus,gedateerd 5 april 2004, luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
Van Wijk[L.M. van Wijk, voorzitter van de raad van bestuur van KLM, toevoeging Ondernemingskamer]
legt uit hoe het bedrag van 16 eurocent (EUR 0,16)[aan dividend]
tot stand is gekomen. Het is gerelateerd aan het op de aandelen Air France-KLM uit te keren dividend in die zin dat het uit te keren dividend voor de aandeelhouders die hun aandelen hebben omgewisseld in aandelen Air France-KLM, even hoog is als het door KLM voorgestelde dividend. Per aandeel Air France KLM wordt vijftien eurocent (EUR 0,15) dividend uitgekeerd. Aandeelhouders van KLM die hun aandelen KLM hebben aangemeld ter verwisseling in aandelen Air France-KLM hebben voor elk aandeel KLM één komma één (1,1) aandeel Air France-KLM gekregen. Voor één komma één (1,1) aandeel Air France-KLM krijgen zij derhalve in totaal ook circa zestien eurocent (EUR 0,16).
legt uit dat de Vergadering van Houders van Prioriteitsaandelen het dividendbeleid bepaalt na overleg met de Directie en de Raad van Commissarissen. In hoedanigheid van voorzitter van de Raad van Commissarissen heeft de Voorzitter voorgesteld om geen dividend uit te keren, gelet op de balanspositie van KLM. Hij is er echter van overtuigd geraakt dat het beter is om wel dividend uit te keren, zij het dat zoveel mogelijk moet worden gedaan om het eigen vermogen van KLM te versterken. Hij meent daarom dat bij de vaststelling van de hoogte van het dividend de vermogenspositie van KLM centraal dient te staan, nu dit in het belang is van de vennootschap en alle hierbij betrokkenen. (…)
key figureseen winst per gewoon aandeel (
earnings per ordinary share) van € 5,90. De jaarrekening houdt voorts in:
“(…) the Meeting of Priority Shareholders has decided to distribute a dividend of EUR 0.30 per common share.” De notulen van de algemene vergadering van aandeelhouders van KLM van 29 juni 2006 houden onder meer in:
benadrukt dat KLM een zeer groot investeringsprogramma heeft en dat met de volatiliteit van de luchtvaartmarkt het aanhouden van een ruime cashreserve geen weelde is. Als de situatie echter blijft verbeteren, dan zal volgens de heer Van Wijk het dividendbeleid heroverwogen worden. (…)
vraagt hoe men aan het bedrag van (…) (EUR 0,30) is gekomen. De Voorzitter geeft aan dat het dividend is afgeleid van het dividend dat Air France-KLM heeft uitgekeerd.
key figureseen winst per gewoon aandeel (
earnings per ordinary share) van € 11,03. De jaarrekening houdt voorts in:
“(…) the Meeting of Priority Shareholders has (…) decided to add such an amount to the reserves that (…) a sum of EUR 0.48 per common share will be available for distribution to the shareholders”. De notulen van de algemene vergadering van aandeelhouders van KLM van 5 juli 2007 houden onder meer in:
merkt op dat de resultaten aanzienlijk zijn verbeterd en dat de winst per aandeel zelfs is verdubbeld. (…) De heer Tomic merkt op dat de ‘pay out’
ratio gedaald is van (…) (5%) in het voorgaande jaar naar (…) (4,3%) dit jaar, terwijl bij Air France de ‘pay out’
ratio aanzienlijk hoger ligt, namelijk (…) (40,3%). In verband met het voorgaande vraagt de heer Tomic hoe KLM tot het dividendvoorstel is gekomen. (…)
gaat in op de vraag met betrekking tot het dividendvoorstel. Hij geeft aan dat aandacht dient te worden besteed aan de financieringsstructuur van KLM en dat wordt gewerkt aan de verbetering van de financiële situatie om de vernieuwing van de vloot zeker te stellen. Er moet een evenwicht worden gecreëerd tussen het uitbetalen van dividend en de ontwikkeling van vrije kasstroom om zowel de verbetering van de financiële structuur te bewerkstelligen als toekomstige uitgaven te kunnen financieren. De heer Gagey geeft aan dat als de balans in de toekomst verbetert, het dividendbeleid wellicht zal worden heroverwogen maar dat op dit moment het dividendbeleid gerechtvaardigd is in verband met de financiële beperkingen die gemanaged moeten worden. (…)
key figureseen winst per gewoon aandeel (
earnings per ordinary share) van € 6,22. De jaarrekening houdt voorts in:
“(…) the Meeting of Priority Shareholders has (…) decided to add an amount to the reserves such that (…) a sum of EUR 0.58 per common share will be available for distribution to the shareholders”. De (concept)notulen van de algemene vergadering van aandeelhouders van KLM van 3 juli 2008 houden onder meer in:
De heer [verzoeker 2] vraagt (…) naar (…) de achtergrond[van het besluit van de vergadering van prioriteitsaandeelhouders tot reservering van een groot deel van de winst, toevoeging Ondernemingskamer]
. Dit in verband met het feit dat de VEB en de heer [verzoeker 2] een procedure zullen starten omdat zij van mening zijn dat de hoogte van het dividend onrechtmatig is. (…) De heer [verzoeker 2] wil graag weten wat het dividendbeleid is dat nu gevoerd wordt. Hij vermoedt dat het dividendbeleid inhoudt het jaarlijks betaalbaar stellen van een dividend gelijk aan het dividend dat Air France-KLM aan zijn aandeelhouders uitkeert. (…)
, het toekomstigeEmission Trading System
en de kosten voor de vernieuwing van de vloot een grote rol. De Voorzitter geeft aan dat deze zeven argumenten maken dat KLM vindt dat het dividend niet hoger moet zijn dan zoals vandaag voorgesteld. (…)De Voorzitter (…) geeft aan dat de vergadering van houders van prioriteitsaandelen heeft besloten dat het dividendbeleid niet wordt gepubliceerd.
key figureseen verlies per gewoon aandeel van € 4,14. Over dit boekjaar is geen dividend uitgekeerd.
key figureseen verlies per gewoon aandeel van € 8,18. Over dit boekjaar is geen dividend uitgekeerd.
key figureseen winst per gewoon aandeel (
earnings per ordinary share) van € 3,14. De jaarrekening houdt voorts in:
“(…) the Meeting of Priority Shareholders has decided to add an amount to the reserves such that (…) a sum of EUR 0.10 per ordinary share will be available for distribution”. De notulen van de algemene vergadering van aandeelhouders van KLM van 1 juli 2011 houden onder meer in:
vraagt wat de motivatie is achter de uitkering van (…) (EUR 0,10) (…).
key figureseen winst per gewoon aandeel (
earnings per ordinary share) van € 1,01. De jaarrekening houdt voorts in:
3.De gronden van de beslissing
net-debt-to-equity-ratio(NDER) welke de verhouding weergeeft tussen de netto schuldenlast van een onderneming en haar eigen vermogen. AFKLM had als prioriteitsaandeelhouder sinds het boekjaar 2004/2005 alle reden om de gehele winst te reserveren omdat het eigen vermogen van KLM, ook in vergelijking tot dat van haar ‘
peer group’, dringend behoefte had en heeft aan versterking. Niettemin is besloten niet de hele winst te reserveren maar, bij wijze van gebaar tegenover de minderheidsaandeelhouders, toch een dividend ter beschikking te stellen gelijk aan het dividend dat op de aandelen AFKLM is uitgekeerd. De hogere
pay-outratio op de aandelen AFKLM in vergelijking met die op de aandelen KLM, is gerechtvaardigd omdat het eigen vermogen van AFKLM er veel beter voor stond dan dat van KLM. KLM heeft er voorts op gewezen dat in de betrokken jaren nog andere redenen aanwezig waren om winst te reserveren in plaats van uit te keren, bijvoorbeeld, dat haar eigen vermogen in de desbetreffende jaren voor een belangrijk deel bestond uit een overschot in de pensioenfondsen van KLM en dat KLM over dat deel van haar eigen vermogen niet vrijelijk kan beschikken; het overschot biedt slechts een mogelijk toekomstig voordeel in de vorm van lagere pensioenpremies. Ten slotte stelt KLM dat zij rekening diende te houden met investeringen ter vernieuwing van haar vloot en de verhevigde concurrentie tussen luchtvaartmaatschappijen.
De in art. 2:8 BW neergelegde regel dat de vennootschap en degenen die krachtens de wet en de statuten bij haar organisatie zijn betrokken, zich als zodanig jegens elkander moeten gedragen naar hetgeen door de redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd, brengt onder meer mee dat de vennootschap zorgvuldigheid moet betrachten met betrekking tot de belangen van al haar aandeelhouders. De uitwerking van deze zorgvuldigheidsplicht zal mede afhankelijk zijn van de omstandigheden van het geval, waarbij onder meer in aanmerking mag worden genomen dat sprake is van minderheidsaandeelhouders en meerderheidsaandeelhouders (vgl. HR 1 maart 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD9857, NJ 2002/296, Zwagerman). Nu de houders van prioriteitsaandelen grootaandeelhouder waren in de algemene vergadering van gewone aandeelhouders (…) (moesten) zij bij het nemen van besluit A[tot bestemming van 90,7% van de winst over het boekjaar 2007/2008 tot het versterken van reserves, toevoeging Ondernemingskamer]
de nodige zorgvuldigheid met betrekking tot de belangen van minderheidsaandeelhouders zoals VEB c.s. (…) betrachten.
ligt besloten dat KLM naar het oordeel van het hof de argumenten voor versterking van de reserves naar redelijkheid en billijkheid heeft afgewogen tegen het belang van de minderheidsaandeelhouders bij de uitkering van een redelijk dividend, en daarbij de nodige zorgvuldigheid in acht heeft genomen. Aldus bezien geeft het bestreden oordeel niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting omtrent de in art. 2:8 BW neergelegde regel. Het is ook niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd. (…)”
kunnenuitkopen, maar dat zij dit niet
willenalthans niet voor een redelijke, objectief vastgestelde prijs. Emarcy c.s. hebben de door hen gestelde onwil echter niet als reden voor twijfel aan een juist beleid aan hun enquêteverzoek ten grondslag gelegd. De Ondernemingskamer acht de door KLM genoemde redenen voor het uitblijven van een vordering tot uitkoop door AFKLM overigens niet onbegrijpelijk. Voor de beantwoording van de vraag of het dividendbeleid aanleiding geeft tot het gelasten van een enquête is van belang dat het vooralsnog uitblijven van een uitkoopprocedure en het, naar Emarcy c.s. onweersproken hebben gesteld, ontbreken van een liquide handel in het aandeel KLM, als consequentie heeft dat de minderheidsaandeelhouders geen reële mogelijkheid hebben hun aandelen voor een objectief bepaalde prijs te verkopen en wat betreft het rendement op hun aandelen vooralsnog zijn aangewezen op dividenduitkeringen. Dit schept, zoals het hof in r.o. 3.33 van zijn arrest in de Dagvaardingsprocedure heeft overwogen, vanzelfsprekend voor KLM geen verplichting om een hoger dividend uit te keren dan waartoe zij overigens in redelijkheid kan besluiten, maar deze omstandigheid bepaalt wel mede de mate van zorgvuldigheid die KLM - bezien in het licht van de ‘waarschuwing’ die het prospectus in dit opzicht bevat - jegens de minderheidsaandeelhouders in acht heeft te nemen bij het voeren van haar dividendbeleid.
“the meeting of the priority shareholders (which will be composed solely of Air France after completion of the offer) will, after consulting the KLM management board and the KLM supervisory board, determine the amount to be set aside to establish or increase KLM's reserves, provided the amount is reasonable considering KLM's financial situation and complies with Air France-KLM's dividend policy”.Onder het kopje Air France Dividend Policy vermeldt het prospectus dat uitkering van dividend afhankelijk is van “
the operating results of Air France and its investment policy at that time”. Deze mededelingen bieden geen concrete norm waaraan besluiten over reservering van winst en uitkering van dividend getoetst kunnen worden.
na overleg met de directie en de raad van commissarissen, moet worden aangemerkt als een wezenlijk element van besluitvorming, dat waarborgt dat rekening wordt gehouden met het belang van KLM en van alle bij haar betrokkenen, waaronder de minderheidsaandeelhouders. Dit spreekt te meer in het licht van het ontbreken van een concrete norm waaraan besluiten over reservering van winst en uitkering van dividend getoetst kunnen worden (zie sub b) en het tegenstrijdige belang tussen AFKLM en de minderheidsaandeelhouder (zie sub c).
pay-outratio, de verhouding tussen het dividend per aandeel en de winst per aandeel, bedraagt, berekend op basis van de hierboven weergegeven cijfers, over de boekjaren 2004/2005 tot en met 2007/2008 en 2010/2011:
ticket taxen het
Emission Trading Systemen de kosten voor de vernieuwing van de vloot) op grond waarvan KLM vindt dat het dividend niet hoger moet zijn dan voorgesteld. Uit het noemen van deze gezichtspunten blijkt echter niet welk gewicht daaraan is toegekend. Bovendien is niet duidelijk of die gezichtspunten (ook) een rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van het reserveringsbesluit door AFKLM in haar hoedanigheid van prioriteitsaandeelhouder. De voorzitter van de raad van commissarissen heeft immers in dezelfde vergadering gezegd dat hij niet kan bevestigen dat het dividendbeleid inhoudt dat op gewone aandelen KLM hetzelfde dividend wordt betaald als op gewone aandelen AFKLM, omdat de bestemming van de winst het prerogatief is van AFKLM en zij aan hem niet heeft meegedeeld welk beleid wordt gevolgd. De in de algemene vergadering van aandeelhouders van 1 juli 2011 desgevraagd gegeven toelichting op het besluit om een zodanig deel van de winst over het boekjaar 2010/2011 (per aandeel € 3,14) te reserveren dat een bedrag van € 0,10 per aandeel kan worden uitgekeerd, houdt slechts in dat dit besluit in lijn is met het beleid dat in de voorafgaande jaren is gevolgd en dat het eigen vermogen van KLM nog steeds onvoldoende is.
theoretische rechtvaardiging voor het afdekken van het prijsrisico op brandstoffen ontbreekt, omdat deze handelwijze, voor zover niet speculatief, slechts het onvermijdelijke enigszins uitstelt, maar tegen zeer hoge kosten” is zonder toelichting, die ontbreekt, onvoldoende begrijpelijk, in aanmerking genomen dat het brandstofderivatenbeleid gericht is op en feitelijk tot effect heeft dat het risico van het stijgen van brandstofprijzen geheel of gedeeltelijk wordt afgedekt. Dat daaraan kosten zijn verbonden en dat het beleid nadelig kan zijn indien de brandstofprijzen dalen, ligt voor de hand en maakt het derivatenbeleid niet op voorhand zinloos of – buiten redelijke proporties - speculatief. Tijdens de mondelinge behandeling hebben Emarcy c.s. nog de stelling betrokken dat het brandstofderivatenbeleid KLM aan “exorbitante risico's heeft blootgesteld”, maar ook die stelling is onvoldoende toegelicht. De Ondernemingskamer oordeelt derhalve dat de bezwaren tegen het brandstofderivatenbeleid geen redenen voor twijfel aan een juist beleid zijn.