3.1Het gaat in deze zaak om het volgende.
( i) [appellanten] zijn in het bezit van een Porsche 944 uit 1989 (hierna: de auto). De turbo daarvan is kapot gegaan. Medio november 2009 hebben zij de turbo ter revisie aangeboden aan [geïntimeerde]. [geïntimeerde] heeft de revisie verricht en hiervoor € 458,15 gefactureerd. Na de revisie door [geïntimeerde] hebben [appellanten] de turbo weer in de auto laten plaatsen door garage RFF (Race For Fun) uit Aalsmeer.
(ii) Na enkele maanden constateerden [appellanten] motorische mankementen aan de auto. Deze mankementen zijn onderzocht door BS Autotuning te Reeuwijk, die heeft geconstateerd dat de turbo weer kapot was gegaan.
(iii) Op 24 mei 2011 hebben [appellanten] het expertisebureau [X] (hierna: [X]) ingeschakeld om de oorzaak van de mankementen en de hoogte van de schade vast te stellen. [X] heeft daarover een rapport, gedateerd 12 januari 2012, opgesteld. Dit houdt onder meer het volgende in:
“(…) is de conclusie dat er een vreemd voorwerp in de turbo is gekomen, waardoor het turbinewiel is afgeremd terwijl de turbo-as is doorgedraaid. Gezien het feit dat het draagvlak van de bevestigingsmoer op het turbinewiel geen sleepsporen vertoont is het aannemelijk dat deze bevestigingsmoer, doordat deze niet of onvoldoende heeft vastgezeten, is losgelopen met schade (…) tot gevolg.
(…)
De revisie van de turbo is niet deugdelijk uitgevoerd daar de bevestigingsmoer van het turbinewiel niet/onvoldoende is vastgezet met als gevolg dat deze is afgelopen en genoemde schade aan de turbo heeft veroorzaakt.
(…)
De totale schade wordt door garage RFF in Aalsmeer geraamd op € 4.447,00 (excl. BTW).
(iv) Na een discussie tussen partijen heeft [geïntimeerde] bij brief van 23 april 2012 aan [appellanten] voorgesteld het geschil op te lossen, waarbij onderdeel van het voorstel was de turbo te laten vervangen door de firma APP in Weesp, een specialist op het gebied van Porsche. Bij brief van 2 mei 2012 van de gemachtigde van [appellanten] hebben zij dit voorstel geaccepteerd.
( v) In juni 2012 heeft de firma APP aan [geïntimeerde] meegedeeld dat er onderdelen in en aan de auto zaten die er vanuit de fabriek niet op behoorden te zitten en dat de auto was voorzien van een vals chassisnummer. Zij heeft daarop haar werkzaamheden gestaakt. [geïntimeerde] heeft vervolgens haar medewerking aan de oplossing van het geschil, zoals in de voormelde brief van 23 april 2012 verwoord, ingetrokken.
(vi) [appellanten] hebben de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) ingeschakeld om de identiteit van de auto te laten vaststellen. De RDW is tot de conclusie gekomen dat die niet is vast te stellen. Zij heeft besloten geen kentekenbewijs voor de auto aan [appellanten] te verschaffen.
(vii) De gemachtigde van [appellanten] heeft bij brief van 14 november 2012 aan [geïntimeerde] laten weten:
“ (…)
Zoals bekend is er door APP ontdekt dat de auto een onjuist chassisnummer had en hiervoor is de auto onderzocht door het RDW. De identiteit van de auto is niet vast komen te staan, waardoor deze geen kenteken meer heeft en derhalve niet meer op de openbare weg mag rijden.
(…)
(…) Het blijft een feit dat de revisie niet deugdelijk is uitgevoerd, dat hierdoor schade is ontstaan en dat door u een derde is ingeschakeld die deze schade weg zou gaan nemen.
(…)
Dit traject wenst cliënt wederom in te gaan , daar hij de auto momenteel weer in bezit heeft en daarmee houder is van het voertuig. Vervolgens kan APP alsnog de werkzaamheden uitvoeren die destijds zijn overeengekomen en komt deze slepende kwestie daarmee tot een einde.
Ik verzoek u dan ook met APP in contact te treden en binnen 14 dagen na heden aan te geven wanneer cliënt de auto aan kan bieden bij deze firma, zodat de herstelwerkzaamheden alsnog kunnen worden uitgevoerd.
Indien u weigert mee te werken aan herstel zal cliënt deze werkzaamheden door een derde laten uitvoeren en de kosten die hiermee gepaard gaan integraal op u verhalen.
(…)”
(viii) [geïntimeerde] heeft daarop per brief van 19 november 2012 aan de gemachtigde onder meer laten weten:
“Zoals reeds eerder vermeld klopt er niets van het expertise rapport wat is opgesteld en is er aan deze auto gesleuteld door ondeskundige monteurs.
Wij zijn er klaar mee, wij gaan niet meer reageren op uw brieven (…).”
(ix) De gemachtigde van [appellanten] heeft bij brief van 31 januari 2013 [geïntimeerde] gesommeerd de totale schade, inclusief gevolgschade, ad € 9.205,32, binnen veertien dagen te vergoeden, bij gebreke waarvan zij stelt dat [geïntimeerde] dan in verzuim is en [appellanten] tevens aanspraak maken op vergoeding van de wettelijk rente vanaf datum verzuim, buitengerechtelijke kosten en proceskosten.
( x) [geïntimeerde] heeft aan die sommatie geen gevolg gegeven.