ECLI:NL:GHAMS:2014:5825
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Huur van woonruimte; provisionele vordering tot ontruiming wegens huurachterstand afgewezen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een provisioneel vonnis van de kantonrechter in Amsterdam, waarbij de vordering tot ontruiming van een huurwoning wegens huurachterstand was toegewezen. De appellant, een huurder, heeft in hoger beroep gesteld dat er een afspraak was gemaakt over verrekening van de huur met consultancy-werkzaamheden die hij voor de verhuurder heeft verricht. De kantonrechter had echter geoordeeld dat de huurder niet aannemelijk had gemaakt dat er een andere afspraak was gemaakt dan in de schriftelijke huurovereenkomst was vastgelegd. Het hof heeft de feiten die door de kantonrechter zijn vastgesteld als uitgangspunt genomen en heeft de kans van slagen van het verweer van de huurder beoordeeld. Het hof concludeert dat het verweer van de huurder niet een te geringe kans van slagen heeft, en dat er onvoldoende zekerheid bestaat dat de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst in de hoofdzaak toewijsbaar zal zijn. Daarom heeft het hof het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de vordering tot ontruiming afgewezen. De verhuurder is veroordeeld in de kosten van het geding in beide instanties.