ECLI:NL:GHAMS:2014:5553
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- W. van den Bergh
- J.W.M. Tromp
- P.W.A. van Geloven
- Rechtspraak.nl
Vernietiging leaseovereenkomst door echtgenote op grond van artikel 1:88 en 1:89 BW
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vernietiging van een leaseovereenkomst door de echtgenote van de appellant. De appellant had eerder een tussenarrest ontvangen op 1 april 2014, waarin het hof Dexia toestond om bewijs te leveren dat de echtgenote eerder dan drie jaren voor de vernietigingsbrieven op de hoogte was van de leaseovereenkomsten. De echtgenote verklaarde dat zij in maart 2003 op de hoogte was geraakt van de leaseovereenkomst van 10 september 1999. Het hof oordeelde dat de inconsistenties in de verklaringen van de appellant en zijn echtgenote niet voldoende waren om hun verklaringen ongeloofwaardig te maken. Het hof concludeerde dat Dexia niet had aangetoond dat de echtgenote eerder dan drie jaren voor de vernietigingsbrieven op de hoogte was van de leaseovereenkomsten, en dat Dexia de bewijslast droeg voor deze stelling. De argumenten van Dexia werden als onvoldoende beoordeeld, en het hof verwees de zaak naar de rol voor verdere behandeling van het verweer van Dexia. De beslissing om de zaak aan te houden werd genomen, waarbij Dexia de gelegenheid kreeg om haar verweer nader toe te lichten.