ECLI:NL:GHAMS:2014:552
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen maatregel van berisping opgelegd aan notaris wegens bewaringstekort
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een notaris tegen een beslissing van de kamer van toezicht over notarissen, die op 14 februari 2013 een klacht van het Bureau Financieel Toezicht (BFT) gegrond heeft verklaard. De klacht betrof een bewaringstekort dat de notaris had laten ontstaan door gelden van de kwaliteitsrekening over te boeken naar de kantoorrekening voor kantoorkosten. Het bewaringstekort was opgelopen tot € 53.064 in mei 2012. De notaris heeft het tekort erkend, maar voerde aan dat hij in een moeilijke financiële situatie verkeerde door het niet nakomen van toezeggingen door zijn huisbankier. Hij stelde dat hij een toereikend privé-vermogen had en dat er disculperende omstandigheden waren.
Het hof heeft de zaak behandeld op 19 december 2013, waarbij zowel de notaris als BFT aanwezig waren. Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals deze door de kamer zijn gepresenteerd, en heeft de bezwaren van de notaris tegen de klacht en de procedure beoordeeld. Het hof oordeelde dat de klacht gegrond was, omdat het bewaringstekort in strijd was met de verplichtingen van de notaris volgens de Wet op het notarisambt en andere relevante regelgeving. De notaris had niet voldoende blijk gegeven van het laakbare karakter van zijn handelen, wat leidde tot de beslissing om de maatregel van berisping te bekrachtigen. Het hof benadrukte dat bij herhaling van dergelijk gedrag een zwaardere maatregel aan de orde zou kunnen zijn.
De beslissing van het hof werd op 25 februari 2014 openbaar uitgesproken, waarbij de maatregel van berisping werd bevestigd. De notaris werd aangespoord om zich bewust te zijn van de ernst van zijn handelen en de gevolgen daarvan voor zijn beroepsuitoefening.