arrest
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.150.745/01 OK
arrest van de Ondernemingskamer van 23 december 2014
[A],
wonende te [....],
EISERES,
advocaat:
mr. P.J. de Jong Schouwenburg, kantoorhoudende te Amsterdam,
[B],
wonende te [....],
GEDAAGDE,
advocaat:
mr. S. Mol, kantoorhoudende te Utrecht.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Eiseres (hierna [A] te noemen) heeft bij exploot van 14 april 2014 gedaagde (hierna [B] te noemen) gedagvaard en gevorderd dat de Ondernemingskamer bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad,
[B] veroordeelt het onbezwaarde recht op de door hem gehouden aandelen in Sirowa International Holding B.V. (hierna Sirowa te noemen) over te dragen aan [A];
primair de prijs van de over te dragen aandelen per de datum van het toewijzend arrest vaststelt op € 21,15 per aandeel, dan wel subsidiair op een zodanig bedrag en per zodanige datum als door de Ondernemingskamer in goede justitie te bepalen;
bepaalt dat, zolang en voor zover de prijs niet is betaald, deze wordt verhoogd met de wettelijke rente vanaf de datum van het toewijzend arrest of subsidiair vanaf de datum als door de Ondernemingskamer in goede justitie is bepaald, tot de datum van de overdracht of de dag van de consignatie overeenkomstig artikel 2:201a lid 8 BW;
bepaalt dat uitkeringen op de over te dragen aandelen die in de hiervoor onder 3) bedoelde periode betaalbaar worden gesteld, op de dag van betaalbaarstelling strekken tot gedeeltelijke betaling van de prijs;
[A] veroordeelt de vastgestelde prijs met rente te betalen aan [B], tegen levering van het onbezwaarde recht op de aandelen; en
[B], voor zover hij in rechte verschijnt en verweer voert tegen de vordering, veroordeelt in de kosten van dit geding.
1.2 Op 17 juni 2014 heeft [A] de in de dagvaarding vermelde producties overgelegd.
1.3 Bij incidentele memorie houdende exceptie van onbevoegdheid met producties heeft [B] gevorderd dat de Ondernemingskamer (primair) zich onbevoegd verklaart en (subsidiair) de zaak aanhoudt totdat de bevoegdheid van de rechter in Letland met betrekking tot de hierna in 2.1 omschreven procedure vaststaat, zowel primair als subsidiair met veroordeling van [A] in de kosten van deze procedure.
1.4 Bij memorie van antwoord in het incident houdende exceptie van onbevoegdheid met één productie heeft [A] geconcludeerd tot (primair) afwijzing van de incidentele vorderingen van [B] en (subsidiair) aanhouding van de procedure totdat de bevoegdheid van het gerechtshof in Letland met betrekking tot de hierna in 2.1 omschreven procedure vaststaat, en steeds met veroordeling van [B] in de kosten van deze procedure.
1.5 Op 9 september 2014 hebben partijen de stukken van het geding overgelegd en arrest gevraagd in het incident.