ECLI:NL:GHAMS:2014:5344
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van beledigende uitlatingen in het kader van strafrechtelijke vervolging
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1983, was eerder veroordeeld voor belediging en had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis waarbij hij was veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één week met een proeftijd van twee jaar. De zaak kwam ter terechtzitting op 2 december 2014, waar het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman. De raadsman betoogde dat de uitlating van de verdachte, "krijg toch de kanker", niet beledigend was en dat de eer of goede naam van de betrokken politieambtenaren niet in het geding was. Het hof overwoog echter dat, hoewel de woorden op zichzelf niet beledigend zijn, de context waarin ze werden gebruikt, dit wel degelijk beledigend maakte. De verdachte had deze woorden geroepen naar politieambtenaren die in uniform op de openbare weg aanwezig waren.
Het hof bevestigde het vonnis van de politierechter, maar vernietigde de beslissing omtrent de strafoplegging. Het hof oordeelde dat, gezien de eerdere veroordeling van de verdachte en de opgelegde maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders, het passend was om geen straf of maatregel op te leggen. De beslissing was gebaseerd op de artikelen 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde. Het hof deed recht in de zaak door het bewezen verklaarde strafbaar te verklaren, maar geen straf of maatregel op te leggen, en bevestigde het vonnis voor het overige met verbetering van gronden.