ECLI:NL:GHAMS:2014:5257
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- H.J.M. Boukema
- M.M.M. Tillema
- M.L.D. Akkaya
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schuldsanering op grond van niet te goeder trouw ontstaan schulden en beroep op hardheidsclausule
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van appellante tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Appellante had eerder, op 21 oktober 2014, een afwijzing van de rechtbank Noord-Holland ontvangen. Het hof heeft de zaak behandeld tijdens een zitting op 9 december 2014, waar appellante, vergezeld van haar partner en haar advocaat, mr. D.E. Lof, aanwezig was. Appellante heeft in haar verzoekschrift aangevoerd dat haar schulden niet te goeder trouw zijn ontstaan, en dat zij hoopte op een verbetering van haar financiële situatie na het beëindigen van haar onderneming. Ze heeft echter niet kunnen aantonen dat haar schulden, waaronder aanzienlijke belastingschulden, niet het gevolg zijn van haar eigen handelen en het ontbreken van een deugdelijke administratie. Het hof heeft vastgesteld dat appellante in de vijf jaar voorafgaand aan haar verzoek niet te goeder trouw is geweest, en dat haar beroep op de hardheidsclausule niet kan worden gehonoreerd. De financiële situatie van appellante is onvoldoende gestabiliseerd om aan de voorwaarden voor toelating tot de schuldsaneringsregeling te voldoen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, wat betekent dat appellante niet in aanmerking komt voor de schuldsanering en dat zij in de toekomst opnieuw een verzoek kan indienen als haar situatie verbetert.