ECLI:NL:GHAMS:2014:5129

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 december 2014
Publicatiedatum
4 december 2014
Zaaknummer
200.157.282/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanwijzing commissaris in het kader van enqueterecht en OK-procedure

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 3 december 2014, zijn de verzoeksters Bambalia Limited en Gelvaser Investments Limited, beide gevestigd in Limassol, Cyprus, betrokken in een geschil met de besloten vennootschap ZED+ B.V., gevestigd in Amsterdam. De Ondernemingskamer heeft eerder op 27 november 2014 een beschikking gegeven waarin een onderzoek werd bevolen naar het beleid en de gang van zaken van ZED+ over een periode van meer dan twee jaar. Dit onderzoek werd bevolen naar aanleiding van zorgen over de bedrijfsvoering van ZED+ en de noodzaak om de belangen van de aandeelhouders te beschermen.

In de beschikking van 3 december 2014 heeft de Ondernemingskamer de persoon F.H. Schreve aangewezen als commissaris van ZED+, zoals eerder besproken in de beschikking van 27 november 2014. Deze aanwijzing is gedaan om de continuïteit van het bestuur te waarborgen en om de belangen van de aandeelhouders te beschermen tijdens het lopende onderzoek. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen deze beschikking kunnen worden aangewend.

De uitspraak is gedaan door een panel van rechters, waaronder de voorzitter mr. P. Ingelse, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier D.A. Kuiper. De zaak betreft belangrijke aspecten van het ondernemingsrecht en het enqueterecht, waarbij de Ondernemingskamer een cruciale rol speelt in het toezicht op de rechtmatige gang van zaken binnen vennootschappen.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.157.282/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 3 december 2014
inzake
1. de rechtspersoon naar het recht van Cyprus
BAMBALIA LIMITED,
gevestigd te Limassol, Cyprus,
2. de rechtspersoon naar het recht van Cyprus
GELVASER INVESTMENTS LIMITED,
gevestigd te Limassol, Cyprus,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mr. M.C. van Rijswijk, mr. E.H.J. Zandbergen, mr. J.H. Lemstra en mr. W.P. Wijers, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZED+ B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. H.A. de Savornin Lohman, mr. E.N. de Jong en mr. S.C.W. ter Hart, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de rechtspersoon naar het recht van Luxemburg
WISDOM ENTERTAINMENT S.A.R.L,
gevestigd te Luxemburg, Luxemburg,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. H.W.L. de Beaufort en mr. D.J.F.F.M. Duynstee, kantoorhoudende te Amsterdam,
2. de rechtspersoon naar het recht van Spanje
TORREAL S.A.,
gevestigd te Madrid, Spanje,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. C.C.A. van Rest en M.H.R.N.Y Cordewener, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VIMPELCOM HOLDINGS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. R.G.J. de Haan en mr. R.E.E. van Dekken, kantoorhoudende te Amsterdam,
4. de rechtspersoon naar het recht van Spanje
PLANETA CORPORACIóN S.L.,
gevestigd te Barcelona, Spanje,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. M.W.E. Evers en mr. A. van der Kruk, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,

5 [Belanghebbende sub 5],

wonende te [A],

6 [Belanghebbende sub 6],

wonende te[A],

7 [Belanghebbende sub 7],

wonende te[A],

8 [Belanghebbende sub 8],

wonende te[A],

9 [Belanghebbende sub 9],

wonende te[A],

10 [Belanghebbende sub 10],

wonende te [B],

11 Kamal [Belanghebbende sub 11],

wonende te [C],

12 [Belanghebbende sub 12],

wonende te [D],

13 [Belanghebbende sub 13],

wonende te [E],
BELANGHEBBENDEN,
in persoon verschenen.

1.Het verloop van het geding

1.1
De partijen worden hierna als volgt aangeduid:
verzoekster sub 1 als Bambalia;
verzoekster sub 2 als Gelvaser;
verzoeksters gezamenlijk als Bambalia c.s.;
verweerster als ZED+;
belanghebbende sub 1 als Wisdom;
belanghebbende sub 2 als Torreal;
belanghebbende sub 3 als Vimpelcom;
belanghebbende sub 4 als Planeta;
belanghebbende sub 5 als [Belanghebbende sub 5];
belanghebbende sub 6 als [Belanghebbende sub 6];
belanghebbende sub 7 als [Belanghebbende sub 7];
belanghebbende sub 8 als [Belanghebbende sub 8];
belanghebbende sub 9 als [Belanghebbende sub 9];
belanghebbende sub 10 als [Belanghebbende sub 10];
belanghebbende sub 11 als [Belanghebbende sub 11];
belanghebbende sub 12 als [Belanghebbende sub 12];
belanghebbende sub 13 als [Belanghebbende sub 13].
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikking van 27 november 2014 in deze zaak.
1.3
Bij die beschikking heeft de Ondernemingskamer - voor zover thans van belang - een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van ZED+ vanaf 5 juni 2012 tot een door de onderzoekers te bepalen tijdstip, twee nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken personen benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, alsmede bij wijze van onmiddellijke voorzieningen en vooralsnog voor de duur van het geding, voor zover nodig in afwijking van haar statuten, mr. P.N. Wakkie te Amsterdam benoemd tot bestuurder met doorslaggevende stem, een nader aan te wijzen en bekend te maken persoon benoemd tot bestuurder van ZED+, en een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd tot commissaris met doorslaggevende stem.

2.De gronden van de beslissing

De Ondernemingskamer zal de hierna te vermelden persoon aanwijzen als commissaris zoals hiervoor in 1.3 bedoeld.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
wijst aan als commissaris zoals bedoeld in de beschikking van 27 november 2014 in deze zaak:
F.H. Schreve te Naarden;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Ingelse, voorzitter, mr. E.A.G. van der Ouderaa en mr. G.M. ter Huurne, raadsheren, en drs. P.R. Baart en H. de Munnik, raden, in tegenwoordigheid van D.A. Kuiper, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 3 december 2014.