Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
een gegarandeerd uitkeringsbedrag op basis van een vast rentepercentage;
kans op een hogere uitkering afhankelijk van het resultaat van een aantal door u
3.Beoordeling
Grief 4komt op tegen het oordeel van de rechtbank dat niet gezegd kan worden dat ABN AMRO [appellant] niet voldoende heeft geïnformeerd over en gewaarschuwd voor de risico’s van de beleggingsverzekering. Deze grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
geprognotiseerd kapitaalen een
gemiddeld rendement. ABN AMRO heeft [appellant] aldus voldoende geïnformeerd dat de waarde van beleggingen kan fluctueren. Het was in 1994 reeds een feit van algemene bekendheid dat het beleggen in effecten door de mogelijkheid van waardedaling van de effecten waarin is belegd risico’s met zich brengt. [appellant] heeft zelf gekozen voor de beleggingsvariant (in plaats van de spaarvariant met een gegarandeerd eindkapitaal) en daarmee het risico dat de beleggingen aan het einde van de looptijd van de lening onvoldoende zouden opbrengen om de lening af te lossen aanvaard. In de brochure wordt gesproken over een
kans op een hogere uitkering, hetgeen een kans op een lagere uitkering (dan de spaarvariant), anders dan [appellant] lijkt te betogen, niet uitsluit. Hoewel de kans op een lagere uitkering niet met zoveel woorden in de brochure is vermeld, is in de brochure voldoende duidelijk toegelicht dat de spaarvariant een gegarandeerd eindkapitaal biedt en de beleggingsvariant niet en dat de waarde van beleggingen kan fluctueren. Dit gevoegd bij de kennis die ook toen al bestond over de mogelijkheid van (aanmerkelijke) koersverliezen op effecten, maakt dat ABN AMRO voldoende informatie heeft verstrekt en voldoende heeft gewaarschuwd voor de risico’s. Grief 1 en grief 4 zijn tevergeefs voorgesteld.