3.1Het hof gaat uit van het volgende.
a. a) Ramkema & Dangermond Restauratie en Renovatie B.V. te Enkhuizen (hierna: R&D) is een aannemersbedrijf. [appellant] was vanaf 1 september 2005 werkzaam als financieel directeur (met een procuratie) van R&D. Op 3 juli 2006 heeft [appellant] als directeur-grootaandeelhouder van Advice 50% van de aandelen in R&D overgenomen van N. [X] (hierna: [X]) voor een koopprijs van € 312.500,--. Hiervan is een bedrag van € 212.500,-- geleend van [X] Advice heeft vernietiging van de koopovereenkomst en de geldlening wegens bedrog ingeroepen. Hierover is een rechtsgeding aanhangig bij dit hof onder zaak nummer 200.101.945/01, waarin op 30 september 2014 een tussenarrest is gewezen.
b) Rabobank heeft in september 2007 een krediet van in totaal € 950.000,-- verstrekt aan R&D en aan Henver B.V. (een 100% dochtervennootschap van R&D) gezamenlijk. Het financieringsvoorstel is op 27 september 2007 door [appellant] ondertekend. In september 2007 had Rabobank behalve deze kredieten in rekening-courant ook nog diverse geldleningen aan R&D verstrekt, tot in totaal een bedrag van ruim € 2 miljoen.
c) [appellant] heeft zich op 27 september 2007 als borg jegens Rabobank (hoofdelijk) verbonden tot zekerheid voor de betaling van al hetgeen de Rabobank blijkens haar administratie van R&D te vorderen heeft of mocht hebben uit hoofde van de kredietrelatie, tot een maximum bedrag van € 100.000,-- (hierna: de borgtocht). Op de borgtocht zijn van toepassing de Algemene voorwaarden voor borgtocht van de Rabobank 2006 (hierna: de borgtochtvoorwaarden) en de Algemene bankvoorwaarden.
d) [appellant] heeft zich na een conflict met [X], eveneens directeur-grootaandeelhouder van R&D, in mei 2008 als (middellijk) directeur uit R&D teruggetrokken en heeft zich niet meer met de bedrijfsvoering bemoeid. [appellant] heeft in 2009 geprobeerd de aandelen in R&D te verkopen en heeft hierover onder andere met [Y] van Van de Pol Participaties B.V. gesproken. Verkoop en levering van de aandelen is uiteindelijk niet doorgegaan.
e) Bij brief van 20 juli 2010 heeft Rabobank een ‘zorgplichtbrief’ aan [appellant] gezonden met voor zover hier van belang de volgende inhoud:
De gang van zaken bij de onderneming waarvoor u borg staat heeft in de afgelopen jaren door diverse omstandigheden negatieve resultaten behaald, waardoor de continuïteit in gevaar is gekomen.
Ik wil u er – wellicht ten overvloede – op wijzen dat uw borgstelling bij verdere negatieve ontwikkelingen bij Ramkema & Dangermond Restauratie en Renovatie B.V. aangesproken kan worden. Ik verzoek u dan ook hiermee rekening te houden.
f) Naar aanleiding van de zorgplichtbrief heeft [appellant] (en een adviseur) op 13 augustus 2010 een gesprek gevoerd met Rabobank over de situatie en problemen bij R&D. Dit gesprek is op 27 augustus 2010 telefonisch vervolgd.
g) R&D is op 18 juli 2011 failliet verklaard. Rabobank heeft op 25 juli 2011 een vordering van in totaal € 1.338.098,00 ingediend in het faillissement van R&D. Bij brief van 2 augustus 2011 heeft Rabobank naar aanleiding van het faillissement van R&D onder andere het volgende aan [appellant] bericht:
Op dit moment is nog niet met zekerheid te zeggen of de bank u daadwerkelijk zal moeten aanspreken. Dit zal afhankelijk zijn van de opbrengst van de gestelde zekerheden. Zodra hierover meer duidelijkheid te geven is kom ik bij u op de zaak terug. Vooralsnog moet de bank op dit punt alle rechten voorbehouden.
h) Bij brief van 20 februari 2012 heeft Rabobank aan [appellant] bericht dat de opbrengst van de overige zekerheden onvoldoende is voor voldoening van haar vordering en heeft zij [appellant] aangesproken onder de borgtocht tot betaling binnen 14 dagen van het bedrag van € 100.000,--. Bij die brief is een specificatie per 20 februari 2012 van de (restant) vordering van Rabobank na uitwinning van de zekerheden van € 262.659,- gevoegd.
i. i) Bij brief van 27 februari 2012 heeft [appellant] iedere aansprakelijkheid onder de borgtocht betwist.
j) Op 13 april 2012 heeft Rabobank, krachtens op 12 april 2012 daartoe verleend verlof, conservatoir beslag gelegd op een aan [appellant] toebehorende onroerende zaak (de woning plaatselijk bekend [adres 1]).