Uitspraak
1.[A],wonende te [woonplaats],
[...],
wonende te [woonplaats]
[...],
[...],
wonende te [woonplaats],
[...],
gevestigd te [vestigingsplaats]
[...],
[...],
[...],
gevestigd te [vestigingsplaats],
[...],
[...],
mr. R.C. de Mol en mr. M.H.J. van Rest,beiden kantoorhoudende te ‘s-Gravenhage,
mr. J.H. Lemstraen
mr. M.N. van Dam, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
eigen realisatie van vastgoed”.
Teneinde een zo groot mogelijke betrokkenheid bij [Phanos Reit] te creëren participeren de uiteindelijke aandeelhouders van Phanos Real Estate Group en Phanos NV - de familie Ensing - en Phanos Real Estate Group zelf in het aandelenvermogen van de Phanos Fund I en Phanos Fund II en toekomstige fondsen”.
“(…) een groot negatief effect [hebben] op de doorlooptijd van de liquidatie”.
dat - hoewel wij uiteraard begrijpen dat [de] ziekte van de heer Ensing mogelijk praktische problemen kan opleveren - wij [Phanos Reit] namens de certificaathouders ruim de gelegenheid hebben gegeven om op zijn minst aan te geven op welke termijn zij verwacht inhoudelijk te reageren. (…) Ik ga er dus van uit dat u morgen in ieder geval concreet zult aangeven op welke - redelijke - termijn wij een inhoudelijke reactie kunnen verwachten (…).”
om die reden (…) namens de certificaathouders op een andere wijze openheid (zal) moeten bewerkstelligen”.
3.De gronden van de beslissing
ongerechtvaardigde, ongemotiveerde weigering gevolg te geven aan een gemotiveerd en schriftelijk verzoek om inlichtingen”. Dat de uiteindelijk, na indiening van het verzoekschrift, door Phanos Reit c.s. verstrekte informatie volgens verzoekers onvoldoende antwoord geeft op de door hen gestelde vragen, maakt dit niet anders en kan het ontbreken van een bezwarenbrief niet rechtvaardigen.